donderdag 8 januari 2015

Bij kerncentrales denk ik altijd aan de jongeman die getroffen werd door een traangasgranaat. Hij stond enigszins terzijde naar de protesten te kijken, hij was geen deelnemer, hij was toeschouwer.

Bij kerncentrales denk ik altijd aan de jongeman die getroffen werd door een traangasgranaat. Hij stond enigszins terzijde naar de protesten te kijken, hij was geen deelnemer, hij was toeschouwer. Hij was jong en nieuwsgierig, de gewone dingen, hij begon de wereld te ontdekken, daarom stond zijn mond een beetje open. Het projectiel vloog naar binnen en ontplofte, de jongen was meteen dood. Het gebeurde in de jaren zeventig in de buurt van Lyon, ik las het niet in de krant, ik zag het niet op de televisie, ik hoorde het van een vriend die in Frankrijk woont, hij stond op drie meter afstand, als ooggetuige. Ik ben altijd tegen kerncentrales en kernwapens geweest, hoewel ik wel degelijk gevoelig ben voor de theorie van the balance of terror, het uitblijven van de derde wereldoorlog zit ’m in de atoombom. Maar nu merk ik dat ik onverschillig word, de nieuwe gevaren worden net zo groot als de wapens. Ik denk weer vaak aan het gedicht van Jan Emmens. Standpunt./Een wiel dat draait./Ik niet,/ik stuntel op twee benen/en noem dat Lopen, Gaan./Sta ik toevallig stil, dan heet dat/het standpunt dat ik inneem.