Ilja Gort en Abraham Kuyper, samen op de Nederlandse televisie.

Gort is in Normandië om ons op eenvoudige wijze te vertellen hoe het met de camembert zit. Hij bevindt zich in een restaurant met een rijkgevuld kaasplankje, hij legt uit hoeveel een beschaafd mens van zo’n kaasje mag afsnijden. Hij vertelt dat hij wel eens Hollanders meemaakt die het hele plankje achteloos en gulzig leeg eten. Hij laat ons zien hoe grof en onbeschaafd we zijn, hoe we niet kunnen tippen aan het verfijnde vingertoppengevoel waarmee de Fransen hun exquise camembert laten schimmelen en rijpen.
In Pella, Iowa, hebben we een betere pers. Daar bestaat de hele bevolking uit afstammelingen van Hollandse immigranten. In 1898 reisde Abraham Kuyper drie maanden door de Verenigde Staten, hij was ook in Pella, een agrarisch provinciestadje. Ze zijn daar oer-christelijk en beschouwen zich als de kern van het land. Twee onvervalste eo-types, aardige mensen, leggen uit dat het immorele Amerika nu echt verloren is. Ze hopen dat God het heft weer in handen zal nemen, dat het homohuwelijk, een teken van ontaarding, verboden zal worden en dat men eindelijk weer zal ontdekken wat abortus werkelijk is: moord. Er komen ook twee homo’s aan het woord die net getrouwd zijn. Ze leggen uit dat God liefde is, en hoe kun je liefde nu ontaarding noemen? Dat vind ik wel een goed argument, zo heb ik het nog nooit bekeken. Ik heb het homoschap altijd gewoon onder vrijheid gerangschikt.
Wat me trouwens trof in de twee films, was dat de boeren in Normandië en Iowa zo nadrukkelijk vaststelden dat ze conservatief waren. Bill Clinton was ook nog even te zien, hij was in Iowa op campagne met zijn dochter. Hij zei dat als hij op zijn vijfentwintigste had mogen kiezen in welk land hij wilde wonen, hij zonder een seconde te aarzelen de vs had genoemd. Zijn gehoor klapte enthousiast.