In zijn nieuwe column bezoekt A.L. Snijders het Gazebo in Diepenheim en vertelt hij wat hij ervan vindt.

Drie dagen nadat ik het op de televisie heb gezien, bezoek ik het pompgemaal in het Gazebo van Diepenheim aan de Regge. De Regge is een riviertje, maar wat een gazebo is, weet ik niet. Wat je aanvankelijk niet weet, kan zich na enkele minuten onnadrukkelijk in je hoofd nestelen als de secretaresse van de plaatselijke Kunstvereniging het je heeft uitgelegd. 'Gazebo is Italiaans voor een bouwsel aan de kant van de weg, waar men beschutting zoekt tegen de zon.'

Als iemand me een kwartier later vraagt wat een gazebo is, geef ik hem niet alleen het goede antwoord, ik ben me er niet van bewust dat het woord zo kort tot mijn woordenschat behoort. Terwijl ik van een woord dat ik vergeten ben wel degelijk weet dat ik het in 1948 voor het eerst hoorde van oom Gerrit en dat ik het gisteren nog gebruikt heb.

Het Gazebo in Diepenheim is in 1995 ontworpen door de Belgische land-art-kunstenaar Urbain Mulkers.

Hij heeft er 1300 verschillende soorten hostaplanten neergezet die omringd worden door een dubbele rij van 136 rode beuken. Er is geen mens te zien, er staat een snerpende novemberwind van drie graden boven nul, ik tel de rode beuken, de 1300 hosta’s geef ik het voordeel van de twijfel.

Ik ben eigenlijk gekomen om het strenge cortenstaal van Lucas Lenglet te bezichtigen. Als ik het niet in werking had gezien op televisie had ik niet geweten dat het een utilitair kunstwerk is. Het dekt het pompgemaal van Waterschap Vechtstromen af, het enorme ding kan bewegen, zodat het pompgemaal bloot komt te liggen. Ik zie echter niets dat de handeling in werking kan zetten. Ik loop er verschillende keren langs en op, behalve kouder wordt het ook donker, en er is ook nog een groot paard bij komen staan.

Tenslotte ontdek ik drie gaten met een centimeter doorsnee. Daar moeten sleutels bij horen. Ik ga naar huis en kijk naar uitzending gemist. Lucas Lenglet vertelt dat bij de onthulling de weduwe van de jonggestorven Urbain Mulkers haar hand op zijn schouder heeft gelegd met de woorden dat Urbain het prachtig gevonden zou hebben. Want dat komt er ook nog eens bij, hier zijn twee kunstwerken en een pompgemaal met elkaar verbonden.