Een man in een Zwitserse gevangenis. Hij is zevenentwintig, hij is met zijn ouders uit Kosovo naar Zwitserland gevlucht toen hij een jaar was. Hij zit vijf jaar in de gevangenis, waar hij praat met een jongedame van de populistische Volkspartij. Deze partij wil dat vreemdelingen ook na lichte misdrijven het land worden uitgezet.

Man  Ik word gestraft voor het delict dat ik heb gepleegd, en dat is terecht. Maar door die uitzetting word ik dubbel gestraft, voor de rest van mijn leven. Ik weet niet wat ik moet. Ik kan me net aan verstaanbaar maken in die taal. Ik weet niet wat ik moet. Ik kan me niet verstaanbaar maken in die taal. Perfect spreken lukt niet en schrijven zeker niet. Hoe moet ik daar opnieuw beginnen, terwijl iedereen er weg wil? Dat is mijn vraag. Waarom kunnen ze het niet afhandelen met mij? Zo van: ‘Hé, die man is hier. Hij is niet anders dan ....’ Ik voel me Zwitser.

Vrouw  Niets tegen u, maar het is nogal arrogant als u Zwitserland verantwoordelijk houdt. U bent hier gastvrij opgenomen. Als dat gebeurt in een vreemd land als Zwitserland moet u de rechten, wetten en gewoonten respecteren.

Man  Voor mij is dit geen vreemd land. Hier ben ik thuis.

Derde stem  Of hij nu hier is gekomen op zijn eerste en als kind is ingeburgerd of dat hij Zwitser is, iedereen kan crimineel worden.

Vrouw  Ja, dat klopt.

Stem  Dus in feite is het toeval dat hij weg moet.

Vrouw  Hij heeft geen Zwitsers paspoort, dus het is logisch. Ik vind dat het volk moet bepalen hoe het gaat in Zwitserland. Niet de uitvoerende, wetgevende of rechtsprekende macht. Ik vind het niet slecht als je het volk vraagt hoe streng ze willen zijn.

Stem  Dus het volk is het belangrijkst?

Vrouw  Ja, het volk staat bovenaan.

Stem  Weet het volk het beter dan de rechter?

Vrouw  Ja, altijd.