De Bekende Limburgse Nederlander Dion Graus belandt in november via de glijbaan met ontbloot bovenlijf in het ijskoude water van een buitenbad, waar hij wordt opgevangen door een vrouw in een duikpak.

Hij vraagt of zij hem goed in de gaten wil houden, want hij komt net uit zijn warme auto, een hartaanval ligt voor de hand. Graus is de bekendste dierenvriend van ons land, hij zit voor de PVV in het parlement, strijdbare dierenliefde, de roep om zeer zware straffen voor dierenbeulen, overdreven sentimentaliteit, het is een mooi potje.

Ik ben het wel met hem eens, maar dat laat ik natuurlijk nooit blijken, het is een glibberig gebied. Hij zit aan tafel bij Jeroen Pauw die met nog andere Bekende Nederlanders spreekt over hun carrière. Graus vertelt over de vele zwemmende honden in het zwembad en over de vrouw in het duikpak. Hij denkt aanvankelijk dat ze uit Duitsland of België komt, maar ze komt uit Limburg, ze woont zelfs bij hem om de hoek. Als ze ’s avonds bij hem aanklopt om de opnamen van het hondzwemmen te bekijken, gaat ze niet meer terug naar huis. Ze verlaat hem nooit meer, ze blijft bij hem, dag en nacht, ze is nu al dertien jaar bij hem, ze is zijn minnares, zijn cameravrouw, zijn secretaresse, zijn chauffeur, zijn hondenuitlater – ze zijn zelfs getrouwd. De cameraman van Jeroen Pauw zwenkt van de multiamoureuze volksvertegenwoordiger naar zijn multi-inzetbare vriendin.

Ze hebben nog nooit ruzie gehad, in dertien jaar, stel je voor, niet één keer, in dertien jaar. Hij lijkt onstuitbaar, hij praat maar door, ik wil wel uren naar deze mens luisteren. Om het beeld te compliceren, zegt hij dat hij ’s avonds thuis een oude, saaie man is. Jeroen Pauw ruikt zijn kans, hij zegt: ‘Doe of je thuis bent.’ Het werkt, de dierenvriend valt stil – jammer.