A.L. Snijders over het bijzondere leven van Wim Aloserij

Er is een boek verschenen over het leven van Wim Aloserij. Hij werkte in 1943, hij was toen twintig jaar, in de verplichte Arbeitseinsatz in Duitsland. Hij ontsnapte op het dak van een trein en dook onder bij een boer in Noord-Holland, waar hij werd verraden. Hij kwam terecht in concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg. In de laatste oorlogsdagen werd het kamp ontruimd en de gevangenen werden op schepen geplaatst die voor anker lagen in de Lübecker Bocht.

Aloserij en duizenden anderen kwamen terecht op het luxe cruiseschip Cap Arcona. Hoewel de oorlog eigenlijk ten einde was, werden alle schepen gebombardeerd door de Engelsen, die dachten dat belangrijke nazi’s probeerden te ontsnappen. Zevenduizend gevangenen kwamen om in water en vuur, enkele honderden probeerden aan land te komen waar de Duitsers hen opwachtten met mitrailleurs. Ook hieraan ontsnapte Wim Aloserij.

Toen hij, terug in Holland, benaderd werd met de vraag of hij getuige van Jehova wilde worden, had hij daar wel oren naar. Hij herinnerde zich dat deze groep in Neuengamme het minst met de beulen samenwerkte en daarvoor een zware prijs betaalde. Ik ontmoette hem toen hij bij mij aanklopte met de boodschap van Jehova. Ik dacht dat het daar te laat voor was, maar hij wilde het blijven proberen. Zijn doorzettingsvermogen was hoog ontwikkeld, en ook zijn vooruitziende blik.

Tijdens zijn jeugd op Kattenburg had hij geleden onder een wrede, altijd dronken stiefvader. Hij moest zich verstoppen als die man in de buurt was en wist zijn slagen te ontwijken, hij werd een meester in de kennis van de straat. Hij hield vaak lezingen over Neuengamme, waarbij opviel dat hij de ergste dingen altijd achterwege liet. Met opzet, hij wilde de nabestaanden sparen. In het boek De laatste getuige is het anders, hier vertelt hij ook de gruwelijkste details van de waarheid.

Hij was nu vierennegentig, het boek was een groot succes, hij werd overal uitgenodigd en genoot zonder terughouding. Vooral van de lange rijen voor zijn tafel in de boekhandel, en in elk boek zijn handtekening. Hij was al vaker voor de televisie geweest om te praten over de Cap Arcona. Maar nu kwam alles samen. Vaak werd hem gevraagd of hij dat allemaal wel aankon op zijn leeftijd. Natuurlijk, dit was een hoogtepunt in zijn leven. Hij stierf in het harnas in Hamburg, waar hij ook over de oorlog kwam praten. Hij voelde zich onwel en ging even in z’n hotelkamer op bed liggen.