Nooit heb ik een beugel gehad.

Volgens mijn moeder kwam dat omdat ze me heeft behoed voor het gevaar van de speen. Ze was principieel tegen spenen. En ze heeft er ook voor gezorgd dat ik nooit heb geduimd. Ze was principieel tegen duimen.
Ze heeft echter niet kunnen voorkomen dat ik jarenlang op mijn nagels heb gebeten of beter gezegd, op mijn nagels heb gekloven, maar dat kwam omdat ik daarover las in een boek van Astrid Lindgren. Toen vroeg ik me af: wat is dat toch, dat mysterieuze nagelbijten? Laat ik het proberen. Het bleek verslavend te zijn.
Maar recentelijk verkocht een tandarts in New York mij voor 2000 dollar een beugel. De beugel had te maken met mijn verstandskiezen.
Hij had me goed geholpen met een infectie rondom een van de verstandskiezen, dus ik had alles van hem gekocht. Bovendien had hij gezegd: ‘Ik geef je korting, omdat je een vriend bent.’
Verleden week ging ik naar hem toe om mijn beugel, die Night Guard heet, op te halen.
Terwijl de tandarts in mijn mond wroette, werd hij gebeld. ‘Neem me niet kwalijk,’ zei hij.
Hij ging naar de andere kant van de kamer en ik hoorde hem zeggen: ‘I’ll make you an offer you can’t refuse.’
Gelukkig zei hij niet tegen deze patiënt: ‘Je bent mijn vriend,’ want het verlangen naar exclusiviteit zit diep in de mens, zelfs als het om tandartsen gaat.
Het drong tot me door dat de verkoop van gezondheidszorg nauwelijks verschilt van de verkoop van tweedehands auto’s. Niet dat ik ooit een tweedehands auto heb gekocht, maar ik kan me iets bij dergelijke verkopers voorstellen.
De tandarts zei tegen me: ‘Het goede nieuws is dat je prachtige tanden hebt. Als je je tanden niet goed verzorgt, sla ik je in elkaar.’
Gezondheidszorg is ook performancekunst, besefte ik.
‘Het slechte nieuws is dat de beugel duizend dollar duurder wordt, maar ik reken je niets voor dit consult, want je bent mijn vriend,’ ging hij verder.
Misschien klinkt dit raar of ongeloofwaardig, maar ik kon de vriendschap echt voelen. 3000 dollar voor vriendschap en een beugel is eigenlijk een koopje.