Arnon Grunberg met een korte verhandeling over George Soros.

1.  De vraag ‘wie is Soros?’ moet eigenlijk luiden: wie zijn zijn vijanden? Veelal regeringen en politici die het totalitarisme stiekem een warm hart toedragen of het al in praktijk brengen. De Turkse president Erdogan was de meest recente in een rij, hij beschuldigde ‘de beroemde Hongaarse Jood’ Soros ervan achter de protesten tegen zijn regering in de zomer van 2013 te zitten.

Zoals uit de woorden van Erdogan blijkt, zijn de vijanden van Soros gebrand op het feit dat hij van Joodse komaf is. De naam ‘Soros’ is, net als bijvoorbeeld de haakjes om een naam, een code voor antisemitisme. (Door drie haakjes aan beide kanten van een naam te zetten geven antisemieten aan met een persoon te maken te hebben die in hun ogen Joods is.)

2.  Miljardairs geven graag geld aan politici en goede doelen. Of die doelen allemaal goed zijn, daarover is discussie mogelijk. De gebroeders Koch in Amerika streven bijvoorbeeld naar zo min mogelijk overheidsbemoeienis en gaven rond de Amerikaanse verkiezingen van 2016 880 miljoen dollar aan diverse politici. Ook hebben zij een stichting om Amerika naar hun zienswijze te kneden.

Men beschuldigt Soros dus niet zozeer van illegale activiteiten, men stelt dat zijn invloed problematisch is. Dat bijvoorbeeld een andere miljardair (Bezos) een kwaliteitskrant bezit (The Washington Post), is geen probleem. (Bezos schijnt niet Joods en ook niet echt ‘links’ te zijn.) Toch lijkt het alsof Soros de enige is die zijn kapitaal probeert in te zetten om de wereld naar zijn beeld te veranderen. Dit is het resultaat van de antisemitische campagne tegen hem.
 
3.  Ten minste sinds het nazisme worden Joden zowel met het kapitalisme als
met het bolsjewisme (het zogenaamd linkse gedachtegoed: open, vrije samenlevingen, een hang naar internationalisme en een afkeer van nationalisme) in verband gebracht. Deze elementen zien wij terug in de campagne tegen Soros.

Wel geven sommige scribenten die kritiek op Soros uiten aan dat het antisemitisme hen ongemakkelijk maakt. De optimist ziet winst: ooit was de antisemiet verliefd op zijn antisemitisme, tegenwoordig wordt hij er ongemakkelijk van. Vooralsnog.