Een korte verhandeling over schoeisel.

1. Schoeisel, daartoe behoren zoals bekend ook sandalen, slippers, pantoffels, laarzen en gympen. Kortom, alles wat om uw voet zit en geen verband of sok mag  heten.

Men beweert dat portiers in de betere hotels naar horloges en schoenen kijken. U kunt dat ook doen. Kijk eens goed naar uw eigen schoenen en de schoenen van mensen in uw omgeving.

Wij concentreren ons te veel op gezichten, te weinig op schoenen. Te weinig op voeten.

2. Als u hip wilt zijn, volgt u wat de ‘gevangenismode’ mag heten: witte sokken in slippers.

Let wel: geen teenslippers. Dat is ook lastig met sokken.

3. Vergeet niet wat in het schoeisel zit. Een verzorgde voet is een sieraad. Sommige vrouwen hebben door het dragen van hoge hakken knobbels aan hun voeten. Dat is jammer, maar daarmee moeten we leren leven. Wie heeft geleden, kan ook mooi zijn, waarmee niet is gezegd dat lijden ons of onze voeten mooier maakt.

4. Ik ken een jongen die principieel op blote voeten loopt. Dat hoeft niet elke dag, maar af en toe is reuzegezond.

Bent u een man? Trek damesschoenen aan. Geslachtelijke fluïditeit is geen vereiste, experimenteer er toch maar eens mee. Begin bij uw schoenen, dat is discreet.

5. In München en New York heb ik eens laarzen gekocht voor een vriendin. Ze is voor zover ik weet gelukkig getrouwd, maar ik zou zo weer laarzen voor haar kopen, want seks is niet de tegenprestatie voor schoenen en schoenen zijn niet de tegenprestatie voor seks. 

Pure sentimentaliteit en vriendschap zijn reden genoeg om voor een ander schoenen te kopen.

6. Mijn moeder kocht altijd speciale schoenen voor me in een winkel in de Bilderdijkstraat in Amsterdam. Deze schoenen waren niet modieus, maar wel gezond.

7. Ga eens na hoeveel schoenen u in huis heeft, inclusief de schoenen van uw  familieleden.

Organiseer een kleine tentoonstelling.

Het zou interessant zijn een leven uit te beelden door middel van schoenen, van babyschoentjes tot ziekenhuisslippers.

Richt een kamer in uw huis in als schoenenmuseum.