Een korte verhandeling over postkolonialisme.

1. Hoe men het begrip ‘postkolonialisme’ ook hanteert, één ding is zeker: eerst was er kolonialisme. En als men het de leek vraagt, zal men horen dat het kolonialisme misschien niet zo erg was als het nazisme, maar toch ook behoorlijk vreselijk. Nu zijn er natuurlijk ook leken die zeggen: ‘Kolonialisme? De inheemse volkeren mogen in hun handen knijpen dat we langs zijn geweest.’ Zoals er ook mensen zijn die zeggen: ‘Die nazi’s vielen eigenlijk reuze mee.’

2. Men kan postkolonialisme niet scheiden van morele overtuigingen. Dat geldt uiteraard ook voor het fascisme. Het is geen esthetische kwestie, zoals ‘ik vind dat een hoed van stro geen gezicht is,’ het is ook geen verschil van inzicht in de juiste medicatie voor een patiënt: ‘Deze patiënt gaan we genezen met postkolonialisme.’ ‘Nee, liberalisme is een veel beter medicijn.’
 
3. Koloniaal gedrag dat geen koloniaal gedrag meer is, noemt men postkolonialisme. Een Nederlander die neerbuigend doet tegen een Indonesiër zou van postkolonialisme kunnen worden beschuldigd. Als u neerbuigend doet tegen uw schoonmoeder is dat iets anders.

In het algemeen is postkolonialisme een politieke aangelegenheid. De gedachte dat Europa en Amerika het centrum van de wereld moeten zijn, is een postkoloniale gedachte, postkolonialisme is ruwweg het recht op superioriteit vanwege afkomst.
 
4. Er zijn mensen die zeggen dat het begrip ‘verdienste’ of het begrip ‘kwaliteit’ problematisch is. Wie bepaalt wat kwaliteit is? De kolonialist. Kwaliteit bestaat dan niet of zou slechts een uitdrukking zijn van machtsverhoudingen.

Men loopt het gevaar te denken dat dan ook wetenschap slechts een uitdrukking zou zijn van machtsverhoudingen. In dit geval is alle verandering slechts het inwisselen van de ene machtsverhouding voor een andere machtsverhouding.
 
5. De rolverdeling slachtoffer-dader is niet statisch en ook niet onveranderlijk; zoals het gevaarlijk is te denken recht te hebben op superioriteit vanwege de afkomst is het ook gevaarlijk te denken dat men recht heeft op morele superioriteit vanwege de afkomst.

Ook alle morele superioriteit is een leugen.