Een korte verhandeling over de neus.

1. De neus springt in het oog. Wie tegen een Jood zegt dat hij een haakneus heeft, maakt zich schuldig aan antisemitisme. Lang geleden zei een gymleraar tegen me: ‘Toen ze neuzen uitdeelden, heb jij zeker vooraan gestaan.’ Dat was geen antisemitisme, maar onaangenaam vond ik het wel.
 
2. Met de neus ruikt de mens. Ik ken mensen, mijn vriendin bijvoorbeeld, die aan alles ruiken. Soms wrijft ze haar vinger onder haar oksel en ruikt dan aan haar vinger. Zijn er lezers van deze gids die dit ook regelmatig doen?
 
3. Weinig is zo gruwelijk als een gezicht zonder neus. Ik zag weleens foto’s van een militair die door een bom zijn neus had verloren.
 
4. In New York, maar niet alleen daar, lopen vrouwen rond, niet alleen vrouwen maar vooral vrouwen, die hun neus hebben laten verkleinen. Het resultaat vind ik esthetisch gezien zelden bevredigend, maar dat doet er nauwelijks toe. Een kleine neus is kennelijk in de mode.
Ik houd van vrouwen met een geprononceerde neus, maar ik discrimineer niet.
 
5. Een leraar Hebreeuws zei eens tegen me, ik denk dat ik zeven was: ‘Als je boven bent, stuur een kaartje.’
Ik heb als kind meer plezier beleefd aan het pulken aan mijn nagels dan aan het peuteren in mijn neus, maar kennelijk deed ik dat laatste ook geregeld.
Diepe indruk op mij maakte een gebeurtenis op de kleuterschool, toen een meisje een kraal in haar neus stopte en die er niet meer uitkreeg.
Of was het een jongen?
 
6. Je neus snuiten als je verkouden bent, vind ik niet iets voor in de openbare ruimte. Ik snuit mijn neus bij voorkeur in het geheim. Vroeger had ik linnen zakdoeken van mijn moeder. Een van mijn vriendinnen zei dat ik de gewoonte had met die linnen zakdoek te zwaaien als ik gedag zei. Dat moet ik gedaan hebben uit verstrooidheid.
 
7. Als je verliefd bent, ruikt het liefdesobject altijd lekker. Is empathie niet ook de geur van de ander verdragen?

8. Het ziekenhuis is vooral ook een geur. Je kunt het verval ruiken.