Arnon Grunberg met een korte verhandeling over het ego en het paard, ook wel genaamd het es.

1. Het ego wordt ook het ‘het ik’ genoemd en in Freuds bekende theorie heb je naast het ego het es, tevens id genoemd, en het superego. Er zijn talloze andere woorden voor deze drie zaken. Je kunt het bijvoorbeeld ook over ouder, volwassene en kind hebben, dat is weleens gedaan. Belangrijk voor nu is dat het ik, het ego, slechts één onderdeel is van wie wij zijn. U bent dus meer dan uw ego, dat is het goede nieuws.

2. In zijn verhandeling over het es schrijft Freud dat het ik lijkt op ‘een ruiter die de superieure kracht van het paard moet beteugelen’. Het ik doet dat, voegt Freud eraan toe, met geleende krachten. Voor we hier stiekem een verhandeling over Freud aan het schrijven zijn, laten we die geleende krachten even voor wat ze zijn, u hoeft voor nu alleen te onthouden dat het ik een ruiter is.

3. De belangrijkste vraag is: waar hangt het paard uit? Dat het es het paard is, betekent nog niet dat we weten waar we het moeten lokaliseren, en wat we ermee moeten doen. Voor iemand als de huidige president van de vs lijkt het paard de wereld. Voor menig echtgenoot is de echtgenote het paard en vice versa. Ouders zien hun kinderen aan voor paard en vice versa. Maar ik zeg u, in navolging van Freud: het paard zit in uzelf. De moeilijke opgave voor de mens, en dit geldt misschien eveneens voor andere wezens, is dus dat hij tegelijkertijd ruiter én paard moet zijn. Een dubbelrol, en bleef het daar maar bij.

4. Soms wordt de ruiter van het paard geworpen. U scheldt, u betast mensen
tegen hun zin in, u krabt voorbijgangers, u masturbeert in de tram, voilà: het paard in u heeft toegeslagen. Menig paardenliefhebber zal hier verdrietig van worden, het paard is een nobel dier en niet iedereen zal het es, ons driftleven zeg maar, nobel vinden. Maar het is echt beter als we het es vanaf nu ‘ons paard’ noemen. Of ‘het paard,’ want het paard is nooit helemaal van ons.