Arnon Grunberg over verdienmodellen.

1. Lang vóór het v-woord populair werd waren er al verdienmodellen. Onder
anderen Adam Smith heeft erover geschreven. Een van zijn beroemdste
uitspraken luidt dat de bakker geen brood bakt en de slager geen vlees uitbeent omdat slager en bakker zulke goede mensen zijn, maar omdat ze
hun eigen belangen nastreven. Een wereld zonder egoïsme is ondenkbaar, vermoedelijk ook onleefbaar. Egoïsme hoeft niet 24 uur per dag, dat
is overdreven – ook voor egoïsme geldt, overdaad schaadt – maar een uurtje of anderhalf vriendelijk egoïsme in de namiddag is gezond voor uzelf en uw omgeving. De totale afwezigheid van egoïsme verzwakt de mens onnodig.
 
2. Wie het verdienmodel te serieus neemt, oefent zijn beroep minder goed uit. De huisarts luistert niet meer naar de patiënt, hij heeft een kwartier per patiënt, de essayist leest een half boek, omdat hij anders per uur minder verdient dan het minimumloon et cetera. Oftewel: men moet geen slaaf zijn van de eigen emoties, maar ook niet van het verdienmodel. Het verdienmodel zou niet te veel liefdeloosheid moeten genereren.
 
3. Wie in loondienst is, hoeft zich niet zo druk te maken om verdienmodellen,
zij/hij moet hooguit haar/zijn werk goed doen. Althans, dat is de theorie.
 
4. De verliefde denkt vermoedelijk de hele dag aan het object van zijn liefde, maar denkt hij via die omweg ook aan zichzelf? Ik zou zeggen van wel. De liefde sluit het egoïsme niet uit. We zouden genuanceerder over egoïsme moeten denken, dat bespaart ons tevens een hoop vrome leugentjes. Je hoeft niet meteen in de ideologie van Ayn Rand te vervallen door een loflied op het
egoïsme aan te heffen. De verliefde, de topvoetballer, de kunstenaar, allemaal op hun eigen manier egoïsten, ook al noemt de kunstenaar zich soms ‘geëngageerd’.

5. De kunstenaar wordt geacht er geen verdienmodel op na te houden. Een
verdienmodel is niet romantisch.

6. Het huwelijk is een poging twee verdienmodellen te combineren om een betere hypotheek te kunnen krijgen. Voortplanting is egoïsme pur sang, het kind vroeg niet om leven. Daarna komt het opvoeden, de straf voor het grote
egoïsme van de voortplanting.