Arnon Grunberg met een korte verhandeling over antisemitisme.

1. Na de Shoah heeft het openlijke antisemitisme het moeilijk gekregen. Maar zoals dat gaat, antisemitisme krijgt het steeds minder moeilijk.

2. Labourleider Corbyn wordt al enige tijd achtervolgd door beschuldigingen van antisemitisme. Zijn medestanders zeggen dat het om gerechtvaardigde kritiek op Israël gaat. Waar kritiek op Israël overgaat in antisemitisme heb ik behandeld in mijn korte verhandeling over Israël.

3. In Nederland, maar niet alleen daar, wordt de beschuldiging van antisemitisme graag gebruikt om haat tegen moslims mee te rechtvaardigen. Wie op sociale media kijkt, ziet echter dat de meeste moslimhaters tekenen van antisemitisme vertonen. De in rechtse kringen populaire mythe dat antisemitisme een exclusief of bijna exclusief islamitisch fenomeen is, is naast een doorzichtige verklaring voor eigen haat ook een poging het verleden, de historische schuld, wit te wassen; over de Shoah praten we niet meer.

4. Niet iedere antisemiet is bereid Joden te doden, dat moet niet uit het oog worden verloren.

5. Over de islam worden dingen beweerd die, zoals bekend, als ze over het Jodendom zouden worden beweerd zonder meer als antisemitisme begrepen kunnen worden. In extreemrechtse kringen wordt over de Jodenhaat van de jaren twintig en dertig gezegd: ‘De Joden staken geen messen in mensen en waren niet oververtegenwoordigd in gevangenissen.’ Waarmee onder andere is gezegd dat de Holocaust geen probleem was geweest als de Joden wél oververtegenwoordigd zouden zijn geweest in gevangenissen.

6. De mythe dat de Joden de verlosser hebben gekruisigd, heeft een vruchtbare voedingsbodem voor antisemitisme geschapen. De mythe dat Jodendom en kapitalisme hetzelfde zijn, is ook nog steeds een vruchtbare bodem voor antisemitisme. Zie het discours rond Soros. Het nazisme verspreidde de mythe dat bolsjewisme en Joden identiek waren, maar ook die mythe is niet verdwenen. Men komt online mensen tegen die menen dat er niet of nauwelijks verschil bestaat tussen Joden en ‘de linkse kerk’.
Er zijn diverse verklaringen voor antisemitisme, maar het irrationele kan nooit geheel worden verklaard.

7. Zoals de meeste racisten liever geen racist worden genoemd, zo willen ook de meeste antisemieten liever niet antisemitisch worden genoemd. Er bestaan overigens ook antisemitische uitlatingen van Joden.

8. Wat kan men doen tegen antisemitisme en andere vormen van collectieve haat? De rancune bestrijden, daarmee begint het. Daarmee eindigt het ook vaak.