Een korte verhandeling over mezelf.

1.
Alle verhandelingen zijn in meer of mindere mate verhandelingen over jezelf, maar de beste verhandelingen stijgen daar bovenuit en krijgen algemene geldigheid.

2.
Mensen willen niet alleen weten wie ze zelf zijn, ze willen ook weten wie de ander is, wat ermee te maken heeft dat ze zich alleen kunnen definiëren ten overstaan van de ander.
 

3.
Nu, wie ben ik? En wat als alles wat ik over mezelf kan vertellen ook over u, lezer, lijkt te gaan? Waar blijft die verdomde uniciteit?

Stel dat wij de levens zijn die we niet hebben geleefd, kansen die we hebben gemist, afslagen die we niet hebben genomen, dan kunnen we alleen waarheidsgetrouw over onszelf spreken door ons niet aan verifieerbare feiten te houden, door een opsomming te geven van onze mogelijke levens.

Wij zijn wat had kunnen gebeuren, maar wat om de een of andere reden nooit is gebeurd. Wat de opvatting dat ‘het zo heeft moeten zijn’ ongeldig verklaart. Ik ben het toeval.
 

4. 
Onze fantasie is ontoereikend om ons onze niet-geleefde levens werkelijk te kunnen voorstellen. Wat een beschermingsmechanisme is; als we ons de niet-geleefde levens te werkelijk kunnen voorstellen zouden we waanzinnig worden. Literatuur en filmkunst helpen ons om over het mogelijke na te denken zonder al te grote risico’s te lopen, hoewel er mensen zijn die ‘ziek’ worden van boeken en films.
 

5.
Een lezeres schreef me: ‘Ik ben verliefd op Jeroen van Kan.’ Wat ik met die informatie moest was me niet een-twee-drie duidelijk. Ze voegde er met zoveel woorden aan toe dat Jeroen van Kan een enigma is.  

Nu weet ik dat sommige mensen mij ook een enigma vinden. Is er een wezenlijk verschil tussen het enigma Jeroen van Kan en het enigma Arnon Grunberg?

Wij verhouden ons, wil ik nog maar een keer zeggen, tot andermans projecties en doorgaans hopen wij met die verhouding samen te vallen, al was het maar om de ander niet te verwarren. 

Meer van Arnon Grunberg