Een korte verhandeling over literaire kritiek.

1.
Een uitgever in ruste zei: ‘Er zijn nog drie plekken in Nederland waar serieuze literaire kritiek wordt bedreven, de VolkskrantNRC en De Groene.’ Hoe zou het in België zijn? En in Duitsland? Of in Amerika? 

Ga zelf even op onderzoek uit. 

2.
Een jaar of vijftien geleden schreef een hooggeplaatste medewerker van een literaire uitgeverij te Amsterdam in een intern memo: ‘De invloed van de literaire kritiek zal afnemen.’ 

Is die voorspelling uitgekomen? Ik vermoed van wel, hoewel de vraag is: hoe meten we dat? 

3.
Waardering wordt uitgedrukt door verkoop en in het geval van literatuur (en andere kunst) prijzen. Onderscheidingen spelen bij supermarkten bijvoorbeeld nauwelijks een rol. Omzet en winstmarges zijn daar alles.

Is de literaire kritiek meer dan een ondersteuning dan wel een vijand van de verkoop? 

4.
Een criticus is een professionele lezer die zijn kritiek schrijft met het doel andere lezers te informeren over bijvoorbeeld een roman. Als het goed is komt hij tot een afgewogen oordeel. Om het de lezer niet te moeilijk te maken, drukken Nederlandse kranten ballen dan wel sterren af bij de kritiek. Soms is de verhouding tussen recensie en de hoeveelheid ballen/sterren onduidelijk. 

5.
Serieuze kritiek verhoudt zich tot literatuur en kunst als exegese tot de Bijbel. Je kunt zonder, maar je mist wat. 

6.
Een van de interessantste kunstwerken over kritiek is de film Ratatouille.   

7. 
In mijn jonge jaren ben ik weleens boos geworden vanwege een kritiek. De criticus in kwestie, met ik wie daarna een hartelijke omgang heb gehad, zag de woede als een compliment. 

Niemand wil of kan een Tefalpan zijn, niets kleeft aan je; onthechting is echter onvermijdelijk. De ergste schrijvers en kunstenaars zijn de miskende. 

Overigens mogen schrijver en criticus allebei geen achterban hebben. De achterban is hun gemeenschappelijke vijand.

Meer van Arnon Grunberg