Een korte verhandeling over onrecht.

1.
Als er universele overeenstemming zou bestaan over wat onrechtvaardig is en als iedereen zou begrijpen dat onrecht voorkomen moet worden zouden er geen wetten nodig zijn. Het messianistische tijdperk zou zijn begonnen. Maar waar de een onrecht ziet meent de ander in zijn recht te staan. Je kunt het geluk van de ander zelfs als onrecht beschouwen, als je zelf ongelukkig bent. 

2.
Waar leven is zal er altijd een bepaalde hoeveelheid onrecht zijn. De natuur zit vol met onrecht, maar vleesetende dieren nemen we weinig kwalijk en het toeval krijgt er ook niet van langs. 

3.
Meer dan andere dieren voelen mensen zich graag schuldig. Maar echt schuld hebben altijd de anderen. Het meeste schuldgevoel is tot niets verplichtende zelfkwelling waarvan de zelfkweller stiekem geniet. 

4. 
De Bijbelse uitspraak, oog om oog, tand om tand, geeft aan hoe makkelijk wraak met rechtvaardigheid verward kan worden. 

5.
Wie verlaten of bedrogen is zal allicht onrecht zijn aangedaan. Wie afgewezen is ook. Om te weten wat onrecht is moet je weten waarop je recht hebt. De verkrachter meent recht te hebben op seks. Sommige mensen menen recht te hebben op geluk. 

De mensenrechten zijn een poging het onrecht in kaart te brengen.

6.
Er zijn mensen die in het bestrijden van onrecht hun levensgeluk hebben gevonden. Meestal zoeken ze een specifieke vorm van onrecht uit en richten zich daarop met ongekende passie. Ze zijn een beetje verliefd op hun onrecht. 

7.
Als mensen de grote vervuilers op deze aarde zijn is het bestaan van de mensheid dan een vorm van onrecht? Zou het onrecht verdwijnen als er geen mensen meer zijn? Je kunt stellen dat geboren worden een onrecht is dat je is aangedaan. Dat alleen illustreert dat men veel onrecht niet al te voortvarend moet bestrijden. 

Meer van Arnon Grunberg