Chris Kijne overpeinst - met behulp van een loodgieter - de grenzen van onze democratie.

Afijn, je bedenkt eens wat, een fijne metafoor, en daar kan je dan best een beetje tevreden over zijn. En dus speel je vaag met het idee om een stukje rond je vondst op te bouwen.

En dan lees je de krant en ontdek je dat iemand je net voor is.

Jammer. Maar sommige vergelijkingen zijn te helder om ze vervolgens niet toch nog een keer te gebruiken. Dus daar gaat ie:

Net had ik bedacht dat ik mijn vorige betoog, voor een aan waarheidszoeken gekoppelde vernieuwing van onze democratie, nog wat wilde verhelderen. Ik wilde nog een keer beter uitleggen waarom een beleidsbepalend referendum - gehouden onder mensen die niet, slecht of zelfs verkéérd geïnformeerd worden - het paard achter de postkoets van onze democratie spant. En nog eens beweren dat een systeem waarin burgers in onderlinge discussie en uitwisseling van feiten en standpunten tot  meningsvorming komen - David van Reybroucks ‘deliberatieve democratie’ - verre te verkiezen valt boven zo’n grootschalige, blinde en botte quasidemocratische operatie als een bindend referendum.

Ik wilde, kortom, nog eens zeggen dat enige mate van deskundigheid mij een voorwaarde lijkt voor beslissingsmacht.

En dus had ik dit bedacht: als thuis de gootsteen lekt en u hebt de keus tussen een loodgieter die ervoor heeft doorgeleerd en de buurman met een waterpomptang in zijn twee linkerhanden, wie kiest u dan? En, zo zou ik verder gaan: als u niet afhankelijk wilt zijn van een dure loodgieter die ondanks afspraken misschien wel niet komt opdagen, als u uw lot meer in eigen hand wilt kunnen nemen, zou u dan niet meedoen aan een gezamenlijke cursus loodgieten in het dorp?

boze clown

Maar ja, toen viel de Volkskrant in de bus. Met een fijn stuk (€) over Amerikaanse muzikanten tegen Trump. Waarin zanger en dj Moby zegt: 'Een weldenkend mens zou toch nooit een boze, onervaren clown de waterleidingen van zijn huis laten repareren? Waarom zouden weldenkende mensen dan nu wel een boze, onervaren clown willen inhuren om het land te gaan besturen?'

Een redenering waar tenslotte dit liedje uit voortkwam.

En hij ligt ook wel erg voor de hand, natuurlijk, die loodgieter.

Maar het houdt me nogal bezig, al sinds ik, ruim zes jaar geleden, deze Tegenlicht-aflevering maakte over de grenzen van de democratie en mogelijke verbeteringen.

overtuigingskracht

Er is kennelijk toch nog veel overtuigingskracht nodig om twee dingen bij elkaar te brengen in dit debat. Namelijk enerzijds de wens om ingrijpende beslissingen te laten nemen door mensen die een béétje weten waar ze het over hebben. En anderzijds te erkennen dat onze democratie met zijn topdown georganiseerde partijen en van de inhoud losgezongen vierjaarlijkse mister- en miss-verkiezing, geen recht meer doet aan de mondigheid van moderne burgers.

Want leest u even mee met een hoofdredactioneel commentaar uit het NRC Handelsblad. De hoofdredactie heeft zich gestoord aan een initiatief van een groep gemeentebestuurders om de vernieuwing van de democratie aan te pakken, te beginnen op gemeenteniveau.

Een woest plan, inderdaad, om meteen de hele gemeenteraad bij het vuilnis te zetten en te vervangen door een bij elkaar gelote groep burgers die een paar keer per jaar delibererend bij elkaar komt. Dat gaat het NRC véél te ver, want:  ‘Het gaat hier om het hart van ons politieke systeem: de parlementaire representatieve democratie. Daarbinnen past niet dat uitvoerende functionarissen, zoals burgemeesters en wethouders, de lastige controle van gekozen gemeenteraadsleden wensen te vervangen door inspraakbijeenkomsten. De problemen van het lokaal bestuur verdienen serieuze aandacht. En vervolgens serieuze in plaats van modieuze oplossingen.’

Voor de hoofdredactie van het NRC zijn oude vormen en gedachten taai, kennelijk.

Chris Kijne

miskenning

Nu kan je vinden dat het meteen maar helemaal afschaffen van de representatieve democratie een stap te veel is. Per slot van rekening wil je misschien ook nog wel terug kunnen vallen op de professionele loodgieter als het hele dorp een cursus heeft gehad. Maar de hele toon van het NRC-commentaar reflecteert een behoudzucht en een poging tot miskenning van het innovatieve experiment dat Code Oranje wil zijn, die je toch niet in een genuanceerde kwaliteitskrant zou verwachten.

Want zélfs de gedachte dat een representatieve partijdemocratie op het kleinschalige gemeenteniveau, met korte lijnen tussen burgers en bestuur, misschien niet de ideale democratievorm is, is toch op zijn minst het onderzoeken waard.

Gelukkig is de NRC als krant minder conservatief dan als commentator, want verslaggevers Bas Blokker en Jutta Chorus doen precies dat: hier onderzoeken ze hoe zo’n experiment er in de praktijk, in dit geval die van Vledderveen, uitziet.

Maar voor de hoofdredactie zijn oude vormen en gedachten taai, kennelijk.

Dus ik zal de loodgieter hier misschien nog wat vaker te hulp moeten roepen, als  metafoor…