Premier Rutte was in Kazachstan, met de handel hoog in het vaandel. Chris Kijne maakte ook eens een gedenkwaardige handelsmissie in dat land mee.

Het is u misschien even ontgaan, maar onze premier was deze week in Kazachstan. Hij werd er warm begroet door de daar zittende president Nursultan Nazarbajev. Onze premier was er om nog eens een klap te geven op het samenwerkingsverdrag dat de EU eerder al sloot met Kazachstan. Ja, weer zo’n samenwerkingsverdrag waar u nooit over geraadpleegd werd. Als u nog een ideetje wilt voor een referendum?

We krijgen het er nog druk mee, met die directe democratie.

Kazachstan is een opmerkelijk land. En de zittende president , Nursultan Nazarbajev, is een opmerkelijk man. Hij zit er al een tijdje. Om precies te zijn 26 jaar. Dat wil zeggen: wanneer we zijn heerschappij laten beginnen toen hij op 22 juni 1989 partijleider werd van de toenmalige Sovjet-republiek. Maar we kunnen ook eerder beginnen, namelijk in 1984 toen hij eerste minister werd en begon te zagen aan de stoelpoten van de zittende partijleider. Die hij binnen twee jaar weg had. Als we daar zouden beginnen zou Nursultan Nazarbajev best eens de langst zittende leider ter wereld kunnen zijn, met 31 jaar.

97,7 procent

Sinds de volkomen onverwachte onafhankelijkheid van Kazachstan na de implosie van de Sovjet-Unie in 1991, is hij ook nog eens een democratisch gekozen president. De eerste keer, op 1 december 1991, kreeg hij 91,5 procent van de stemmen, de laatste keer, in april van dit jaar, 97,7 procent.

Doet iets goed, die man.

Op zijn Wikipedia-pagina heet het dat hij regeert in een parlementaire democratie ‘met een bevriende oppositie’. Of hij dat er zelf ingezet heeft weet ik niet, maar het lijkt me treffend omschreven. Er zijn in Kazachstan inmiddels maar weinig niet-vrienden van Nazarbajev die hun mond nog open durven doen; Jelle Brandt Corstius kon er recentelijk één vinden.

dictators lekker laten zitten

Toch heb ik zomaar het gevoel dat de kwaliteit van de parlementaire democratie niet het voornaamste onderwerp van gesprek zal zijn geweest in Astana. VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra opperde eerder al dat het misschien voor onze veiligheid niet zo’n slecht idee is om een paar dictators die de boel rustig houden lekker te laten zitten. Een observatie die aansluit bij die andere VVD-lijn: dat de economische belangen weer de doorslag moeten geven in ons buitenlands beleid, anders dan links gedoe over mensenrechten en democratie.

De koopman loopt voor de dominee; er reisde ook een zakendelegatie mee met onze premier.

En dus kreeg ik opeens weer alle beelden terug van het bezoek van een Nederlandse handelsmissie naar Kazachstan waar ik zelf ooit getuige van mocht zijn. Het was in 1993, toen ik voor de VPRO-radio een half jaar in de toenmalige hoofdstad Almaty woonde, met mijn al even toenmalige Slowaakse echtgenote D.

Een ruime afvaardiging van het Nederlands bedrijfsleven kwam toen, onder leiding van staatssecretaris Yvonne van Rooy, het terrein van de jonge republiek verkennen.

Ik heb nog nooit zo gelachen.

Een bus vol Hollandse zakenlieden werd door de Kazachse hoofdstad gereden voor een enkel bedrijfsbezoek en uiteindelijk afgeleverd bij een grote, sombere zaal waar namens de Nederlandse regering spijs en drank was opgediend.

Ik mocht mee in de bus, D. moest, met onze Kazachse assistente Gulnara op eigen gelegenheid naar het feest.

lekker wijf

D. was mooi, en gezegend met dezelfde Kirchiezen-ogen als Thomas Mann’s Madame Chauchat. Toen wij uit de bus stapten zaten zij en Gulnara al op een bankje te wachten. De vertegenwoordiger van vliegtuigbouwer Fokker - die bestond toen nog – had een scherpe blik. Hij stevende recht op het bankje met de Kirchiezen-ogen af, waar hij wat engelse plichtplegingen maakte naar de door hem als een plaatselijk stel geïnterpreteerde D. en Gulnara. Om er in het Nederlands aan toe te voegen: ‘Want je bent wel een lekker wijf’.
D. liet een kleine stilte vallen en zei toen, in haar charmantste Slowaaks-Nederlands: ’Goeiemiddag míneer…’

Wat de Fokker-man erger vond weet ik niet, maar na die uitglijder werd zijn middag er niet beter op. Toen hij binnenkwam en zag van wat voor niveau de bijeenkomst was, hoorde ik hem mompelen : ‘Godverdomme, iedereen is er, dat is de minister van defensie…. En ik heb mijn folders in de bus laten liggen.’

De Johan Cruijff van de darmen

Of anderen nog wel zaken hebben gedaan, waag ik te betwijfelen. De Nederlandse koopman die me het meest is bijgebleven was een man uit de vleesverwerkende industrie, die ter plaatse op jacht was naar goedkope schapendarmen voor de worst. Hij omschreef zichzelf als ‘De Johan Cruijff van de darmen’ en was inmiddels goede maatjes geworden met iemand die me ook aan een figuur uit De Toverberg deed denken: Herr Peeperkorn.

Niet alleen omdat deze zaadkoopman uit de Alblasserwaard – ik verzin dit niet – dezelfde gemoedelijkheid uitstraalde als die beschermheer van Madame Chauchat, maar vooral omdat hij een zelfde voorliefde had voor hartversterkertjes.

Zowel de zaadkoopman als  'Johan Cruijff' hadden zich binnen een uur ongeremd tegoed gedaan aan de naar lokaal gebruik ruim aanwezige wodka. Zodanig dat ik ze uiteindelijk, de armen om elkaars schouders, aantrof tegenover een groepje verbaasde Kazachse ambtenaren. Vermoedelijk geïnspireerd door de combinatie van Oost-exotiek en hun koopmansgeest, zakten ze op een gegeven moment door de knieën en barstten uit in een luidkeels: ‘If I were a rich man, dajadajadajadajadajadajadajada…’

Ik stond ernaast met mijn recordertje en wist dat ik één van de mooiste opnames maakte die ik ooit zou tegenkomen.

Thuisgekomen bleek mijn apparaat op de pauze-knop te hebben gestaan.

Niets.