Voor de kust van Zuid-Afrika hebben wetenschappers mysterieuze bijeenkomsten van bultruggen waargenomen.

Ze lagen in groepen van meer dan tweehonderd bijeen. Het is nu al een jaar of vijf gaande dat er zulke grote groepen zijn te zien. Voorheen leken walvissen voornamelijk solitair te leven.
De Zuid-Afrikaanse onderzoekers hebben geen verklaring voor de massale samenscholingen van de laatste jaren. Er is geopperd dat het wellicht eerder is gebeurd, maar niet op plekken waar de mens het kon zien.
Gelukkig ben ik de enige die de dreiging ziet. Willen we geen problemen met de bultrug krijgen, dan moeten we nu ingrijpen, want de bultrug komt en hoe. Een samenscholing van tweehonderd, daar zullen we ooit om moeten lachen.
Ik zeg gelukkig, want deze nieuwe dreiging zal vrede tussen de mensen brengen. Dit gevaar is van een geheel andere orde dan we ooit eerder zagen. De bultruggen zullen zich in rap tempo vermeerderen en dat komt niet door klimaatverandering, dit is nu eens niet door de mensen veroorzaakt. Hun toename zal een mysterie blijven en we zullen niets anders kunnen doen dan onszelf verdedigen.
De bultruggen zullen muteren en aan land komen. Ieder zal ze vrezen en niets verbindt zo goed als een gemeenschappelijke vijand. We zullen samenspannen om de bultrug te lijf te gaan.
Ik geef het een jaar of vijftig, maar onze kinderen zullen het zeker meemaken dat we in een permanente oorlog met de bultrug verkeren.
Er zullen aanvankelijk mensen met de bultrug willen praten, maar dan worden de bultruggen groter, bloeddorstiger, ze vallen de kinderen van die mensen aan, totdat iedereen op aarde de bultrug haat.
De strijd zal eensgezind zijn en kameraadschap doen bloeien. Er zullen geen kloven meer zijn tussen de mensen, alleen tussen de mens en de bultrug. Intellectuelen en arbeiders, blank en zwart vechten samen in de War on Whales.
‘Pas toen ik een geweer droeg,’ zal de grootste schrijfster van ons land zeggen:
‘wist ik werkelijk wat het betekende een burger van deze wereld te zijn.’ Verzwijgend dat ze deze tekst had overgenomen van een soldaat uit de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog.
Want de mensen lachen als ze de memoires over oude oorlogen lezen. Hoe al die partijen even prachtige en gelijkgestemde boeken schreven over de strijd tegen elkaar. Ze zullen ze als sprookjes voorlezen aan hun kinderen.
‘Ja, popje, dat was lang geleden toen we de bultrug nog niet vreesden, is het niet grappig? De mens moet ergens tegen vechten, desnoods tegen elkaar. Ja hoor, we hebben nog een kast vol met zulke verhalen, morgen verder. Nu gaan slapen, ik wil je niet meer horen, anders komt de bochelwalvis je halen.’