Esther Gerritsen over haar goede bedoelingen.

Het huis lag weer eens vol goede bedoelingen. Zoals een enorme legosorteerdoos om de boel eens goed te ordenen. Aan begonnen, maar niet afgemaakt, dus nu overal lego. En we waren de afstandbediening van de televisie kwijt. Pas ’s nachts in bed wist ik het: in de zak van mijn badjas. Ik had met die afstandbediening rondgelopen, had hem op het aanrecht willen leggen en nog goedbedoeld gedacht: niet op het aanrecht leggen, want dat vergeet je en dan ben je ’m straks kwijt. Pas ’s nachts wist ik weer wat ik vervolgens deed. In plaats van de afstandbediening terug te brengen naar de juiste plaats, stopte ik hem even in de zak van de badjas. Zodra ik in de huiskamer was, zou ik hem eruit halen. Vergeten.

Het begint me nu wel te dagen, dat mijn huishouden niets heeft aan mijn goede bedoelingen. Het voornemen de spullen straks op de juiste plek te leggen, zet geen zoden aan de dijk.

Het lullige is dat mijn bedoelingen het vaak alleen maar erger maken. Als ik die afstandbediening gewoon op het aanrecht had gelegd, waren we hem niet kwijt geweest. Als ik die lego niet had willen ordenen, lag alles nu nog gewoon in die grote bak onder het bed.

Bedoeling is sowieso een interessant gegeven. Het synoniemenwoordenboek geeft ook nog: ‘bestemming, doel, intentie, oogmerk, opvatting, opzet, plan, streven, toeleg, voornemen, wil.’ Van al die zaken heb ik van de laatste veel last en weinig profijt.

Het komt ook doordat ik tijdens de ene goede bedoeling wordt afgeleid door een andere goede bedoeling. Omdat de zon ineens zo door de ramen valt tijdens het lego ordenen, dat je de vuile ramen ziet en weet: ik zou die eens moeten wassen. Het liefst doe ik dat natuurlijk meteen, want mijn bedoelingen zijn zelden geduldig van aard. Geduldige bedoelingen. Misschien moet ik me daar eens in gaan oefenen.

En dan heb ik het alleen nog over mijn huishouden. Ik heb natuurlijk ook emotionele bedoelingen, sociale voornemens. Mensen die ik wil bellen, vrienden die ik wil zien, spelletjes die ik nog eens met mijn dochter wil spelen, dingen die ik nog tegen mijn lief wil zeggen.

Voor je het weet schrijf je je vrienden goedbedoelde berichten met teksten als: ik ga je bellen. Ik weet niet of ik al mijn bedoelingen moet afschaffen of ze beter moet uitvoeren. Ik ben van plan daar later nog eens het antwoord op te vinden.