W.F. Hermans (met hoorn) in 1951
Willem Frederik Hermans heb ik vele malen gesproken toen Wim Noordhoek en ik eind 1994 in de BRT‑studio’s in Brussel zijn roman De God Denkbaar Denkbaar de God opnamen. Het was op verzoek van de schrijver zelf, een verzoek dat ons bereikte via scenarist Gerard Soeteman. Ik weet niet meer waarom Hermans nu juist dit boek wilde voorlezen; ook volgens liefhebbers is het zijn meest ontoegankelijke. Wat Hermans overigens snerpend tegensprak. Een nichtje dat niet helemaal goed bij het hoofd was had zo moeten lachen om het boek, dus hij kon zich niet voorstellen dat literatuurkenners het niet snapten. Er viel weinig te snappen.