De intrede van het ‘internet der dingen’ betekent weer een nieuwe stap in het grootschalig verzamelen en opslaan van persoonlijke informatie en zo het verlies van onze vrijheid. Tegenlicht onderzoekt welke mogelijkheden van verzet er zijn in een wereld waarin alles wat we doen wordt gemonitord en opgeslagen.

Zolang hij het blijft doen denken we maar weinig aan onze thermostaat. Het is gewoon dat witte kastje aan de muur dat je kunt programmeren met hulp van een gebruiksaanwijzing, die waarschijnlijk ergens in een map ligt. Maar de thermostaat is belangrijk voor hoe aangenaam het is in huis, en voor de hoogte van de energierekening. Daarom ontwikkelde een bedrijf in Silicon Valley de Nest, een slimme thermostaat. Je hangt het stijlvolle kastje aan de muur en zet hem wanneer gewenst in op de gewenste temperatuur. Vervolgens leert hij zichzelf hoe warm je het graag hebt en in welke kamers, wanneer je opstaat en de deur uit gaat. Hij heeft het in de gaten als je weggaat en hem vergeet uit te zetten. Je kunt hem van afstand met een smartphone bedienen. Zo is het altijd lekker warm (of koel) in huis en gebruik je nooit te veel energie, waardoor de rekening tot wel twintig procent omlaag kan. Nest maakt ook rookmelders, die niet irritant gaan piepen als de pizza in de oven verbrandt of de batterij leeg raakt, maar wel een bericht naar je telefoon sturen als er thuis echt iets aan de hand is.
Leuke gadgets die het huishouden makkelijk maken. Maar zo handig dat technologiereus Google maker Nest Labs overnam voor 3,2 miljard dollar? Het is moeilijk te geloven, toch is dat precies wat in januari gebeurde.

In alle voorwerpen
Google wilde Nest Labs graag hebben, omdat het niet zomaar een warmteregelaarfabrikant is. Ten eerste is de oprichter van het bedrijf ook de ontwikkelaar van de iPod, Tony Fadell. Hij wist van een slecht bedienbare mp3-speler een onweerstaanbaar hebbeding te maken. Nu is hij dus voor zichzelf begonnen, met een managementteam van voormalige Apple-collega’s en mensen van Logitech, Levi’s en Google. En de branche waar hij zich op richt, is de tweede reden waarom Google meer betaalde voor dit vier jaar oude bedrijf dan voor videosite YouTube. Al een paar jaar is ‘the internet of things’ de magische term in technologieland. Internet zit in de toekomst niet meer alleen op onze computer of op ons mobieltje, maar in alle voorwerpen om ons heen. In de auto om files te omzeilen en een parkeerplek te zoeken, in de koelkast om aan de supermarkt door te geven dat de melk bijna op is, in onze schoenen om stappen te tellen en bij te houden in ons fitnesslogboek, en ga zo maar door. In Silicon Valley kan men dit soort dingen allang maken en de productiekosten zijn inmiddels gedaald tot een niveau dat de consument kan betalen. En zo arriveert het internet der dingen, in bijvoorbeeld een thermostaat.
Google heeft bijna alle software die we gebruiken in handen: de zoekmachine, e-mail, video, het besturingssysteem van de smartphone. De overschakeling naar hardware is de logische volgende stap. Nest heeft de kennis en capaciteiten in huis en het talentvolle team zal binnen Google aan allerlei andere hardwareproducten gaan werken. Beginnend bij de radiator kruipt Google zo het hele huishouden binnen.

Slimme rookmelders
En hier begint ook meteen het ongemak. Hoe warm en wanneer er gestookt wordt in een huishouden is waardevolle informatie. Om zich slim aan te passen, slaan de apparaatjes van Nest de levensritmes van de gebruikers op. In het privacybeleid van het bedrijf staat aangegeven dat die gegevens alleen gebruikt mogen worden om de producten en diensten van Nest beter te maken, maar dat is een breed begrip. Google heeft plechtig beloofd zich aan de bestaande privacyrichtlijnen te houden, maar wat zegt dat? Het zijn zorgwekkende ontwikkelingen, vindt Marleen Stikker, directeur en oprichter van Waag Society, instituut voor kunst, wetenschap en technologie. Al sinds de jaren negentig, toen ze burgemeester was van De Digitale Stad, houdt ze zich bezig met internetcultuur en digitale vrijheid. ‘Alles is data geworden,’ vertelt ze. ‘Alle menselijke gedragingen zijn om te zetten in enen en nullen en te analyseren, door verschillende datasets te combineren. Waar we zijn en wat we doen, is te zien aan de gegevens van ons telefoon- en internetgebruik. Met de intrede van het internet der dingen is daar weer een dimensie bij gekomen. Elke sensor die je in huis ophangt, kan relevante informatie leveren over hoe je je gedraagt. Een apparaatje als Nest kan aan de temperatuur en het co2 gehalte in een kamer aflezen of er iemand is.’

En Google weet al zo eng veel van de gebruikers: waar we uithangen, wie onze vrienden zijn, met wie we omgaan, waarnaar we zoeken, wat we kopen. Straks weet het bedrijf ook hoe laat we opstaan, in welke kamers van het huis we ons bevinden en wanneer we binnen of buiten zijn. Energiebedrijven zullen de Nest-informatie willen kopen om in te zetten voor marketingdoeleinden. En verzekeraars zullen bijzonder geïnteresseerd zijn in de gegevens die de slimme rookmelders allemaal vergaren. ‘Googles bedrijfsmodel is data-analyse,’ zegt Stikker. ‘Slimme apparaten leveren waardevolle data op. Het is dus logisch dat ze zich nu richten op de sensortechnologie.’ Het volgende domein ziet ze ook al liggen: ons eigen lichaam. ‘Wij bestaan zelf ook uit allemaal data, dat gaat tot op celnivueau. In de biotechnologie zijn allerlei ontwikkelingen gaande om deze op te slaan en te analyseren. Bovendien zijn er mensen die dat zelf heel zorgvuldig doen: de quantified self beweging.’

‘Er liggen nu bij bedrijven data over ons die we zelf niet mogen inzien en waar we geen invloed op hebben, van de ov-chipkaart bijvoorbeeld. Dat gaat helemaal de verkeerde kant op.'

Marleen Stikker (Waag Society)

Personal cloud
‘Dit gaat veel verder dat het regelen van de temperatuur, dit gaat om de integriteit van de persoon en van het lichaam,’ vindt Stikker. ‘Voor mij staat de soevereiniteit van het individu voorop. Van wie is je informatie, van een staat, een bedrijf of van jezelf? Er liggen nu bij bedrijven data over ons die we zelf niet mogen inzien en waar we geen invloed op hebben, van de ov-chipkaart bijvoorbeeld. Dat gaat helemaal de verkeerde kant op en er is te weinig discussie over.’
Gegevens worden verzameld, dat is in veel gevallen nu eenmaal zo. Maar Stikker wil dat we meer controle hebben over onze eigen gegevens. Dat begint al in de ontwerpfase. ‘Het gaat nu zo: men verzamelt eerst data en dan gaan we ons druk maken om privacy. Het zou andersom moeten zijn. Iedereen moet eerst zijn data kunnen beheren en dan beslissen wat ermee gebeurt.’
Het mooiste toekomstscenario volgens Stikker is een zogenaamde ‘personal cloud’: een opslagplaats waar alle informatie die we genereren terechtkomt, waarna we zelf kunnen beslissen wat we ermee doen. Sommige gegevens moeten we verplicht uit handen geven, bijvoorbeeld voor de belastingdienst. Maar we zouden dan ook kunnen kiezen of we bepaalde data willen inwisselen om van een bepaalde dienst gebruik te maken. ‘We hebben geen idee wat er allemaal met onze informatie gebeurt. Het is echt absurd dat we onze gegevens zomaar onbeschermd laten lopen en opslaan.’

Ook in Europa speelt er iets op het gebied van het meten van energieverbruik. De EU wil dat we allemaal een ‘slimme meter’ in huis krijgen, die ons energieverbruik op afstand uit kan lezen. Dat zou moeten leiden tot zuinigere huishoudens en een betere balans in het energienetwerk. Maar deze apparaatjes verzamelen ook een schat aan gegevens, die niet in handen zijn van de gebruiker.
Privacy is slechts een deel van het probleem, vindt Stikker. ‘Dit gaat over burgerschap, over de relatie tussen staat en individu. Het raakt aan de grondwet, het gaat over onze vrijheid. Voor veel mensen is het misschien abstract, maar we mogen de politiek erop aanspreken. Bij de komende gemeenteraadsverkiezingen is dit nauwelijks een thema. Terwijl gemeenten heel veel gevoelige informatie over hun inwoners hebben.’

Alternatief
We zijn tot ons middel weggezakt in het moeras van datavergaring, maar het is nog niet te laat. Bijna dagelijks is er nieuws over privacyschending door de NSA, AIVD of grote bedrijven. Stikker heeft de indruk dat burgers eindelijk doordrongen raken van de urgentie van het probleem. Zelf is ze al jaren betrokken bij allerlei projecten om alternatieven voor de bestaande systemen voor te stellen en regelgeving te veranderen. ‘Wereldwijd is een groeiende groep mensen hiermee bezig, dat geeft veel energie. Er worden nieuwe systemen gebouwd voor communicatie en dataopslag, peer-to-peer-systemen zoals de bitcoin, en zelfs een volledig alternatief voor het bestaande internet.’ Een lange adem is nodig, maar Stikker ziet mogelijkheden. ‘Door alternatieven te creëren en zelf aan de slag te gaan. Door nauw samen te werken met bedrijven en ook hen inzicht en alternatieven te bieden. En er is de politieke route: lobbyen en discutabele wetten aan de kaak stellen.’
Kunnen wij als argeloze googelaars met koude voeten zelf meer doen om de controle over onze gegevens weer in eigen hand te krijgen? Heel veel, vindt Stikker. ‘Ik zou beginnen met van Gmail afstappen en zoeken naar een provider die geen deurtje naar de NSA heeft. Lees de terms & conditions. Vraag je eens af waarmee je hebt betaald, als je weer eens van een “gratis” dienst gebruik maakt. Wees voorzichtig met “slimme” technologieën. En in plaats van een cursus Italiaans, volg eens een cryptoworkshop of een cursus programmeren.’

cam niet

In januari adviseerde Lodewijk van Zwieten, landelijk officier van justitie op het gebied van cybercrime, alle Nederlanders om hun webcam als ze hem niet gebruiken af te schermen. Dit was naar aanleiding van de rechtszaak tegen een achttienjarige hacker die op grote schaal had ingebroken in computers en allerlei bestanden had gemanipuleerd. De jongen maakte ook het gestolen vwo-eindexamen Frans openbaar, dat hij tijdens het hacken op een computer had ontdekt. De hacker, onlangs wegens ‘persoonlijk omstandigheden’ vrijgelaten, begluurde ook mensen via hun webcam. Dat kan vrij eenvoudig met bepaalde software.

Wie dit wil voorkomen, kan het makkelijkst zijn webcam afplakken. Maar kwaadwillenden die zijn ingebroken in de computer kunnen dan nog steeds de microfoon bedienen en bestanden en programma’s downloaden, wissen en veranderen. 

tegenlicht

We leven in een wereld waarin alles wat we doen gemonitord en opgeslagen wordt. Onze smartphone, bonuskaart, modem, DigiD, medisch dossier: op honderden manieren worden we in de gaten gehouden door overheid en bedrijven. Over hoe we daar mee om kunnen gaan, en welke mogelijkheden van verzet er zijn, gaat de Tegenlicht-uitzending ‘Bureau voor digitale sabotage’ van regisseur Marije Meerman.
De titel is ontleend aan een sciencefictionboek van Frank Herbert (Dune). Er komt ook een sciencefictionschrijver aan het woord, Charles Stross. Hij vertelt dat zijn werk razendsnel wordt ingehaald door de realiteit.
Peter Sunde, een van de oprichters van The Pirate Bay, wordt in verschillende landen vervolgd, maar is ondertussen een van de grootste voorvechters van vrijheid en privacy op internet. Hij werkt nu aan allerlei alternatieven voor bestaande diensten die slecht met privacy omgaan, zoals Whatsapp.
Meerman ging met haar dochter naar een middag van cryptokids, waarin kinderen wegwijs worden gemaakt in digitale rechten en privacy. Anke Domscheit-Berg groeide op in de DDR en werkte ooit bij Microsoft, maar is nu vooral activiste. Ze is getrouwd met Daniel Domscheit, Julian Assanges voormalige rechterhand. Ook internetcriticus Evgeny Morozov komt weer aan het woord.

Tegenlicht Meet Up #14
Woensdag 5 maart om 20.00 uur in Pakhuis de Zwijger te Amsterdam. Met regisseur Marije Meerman, Marleen Stikker (Waag Society) en Dirk Poot (De Piratenpartij). Toegang gratis, aanmelden hier.