In de tv-serie 'What’s the Right Thing to Do?' debatteren jonge mensen onder leiding van filosoof Michael Sandel in Griekenland over maatschappelijke kwesties. De VPRO Gids sprak Sandel in de buurt van Athene.

What’s the Right Thing to Do?
zondag van 19.20-20.15 uur op NPO 2

Het broeit en zindert in het oude amfitheater van Oropos, zo’n drie kwartier rijden van Athene. Niet omdat het snikheet is (dat ook), maar omdat er net een stevige discussie is gevoerd over het onderwerp discriminatie. Voor de nieuwe vijfdelige debatserie What’s the Right Thing to Do? van Human debatteren namelijk 21 mensen tussen de twintig en de veertig in het oude Griekenland over gevoelige en prangende maatschappelijke kwesties.

Immigratie, inkomensongelijkheid – onderwerpen die kabinetsformaties doen vastlopen en de samenleving in brand zetten. De leiding is in handen van de Amerikaanse Harvard-hoogleraar en politiek filosoof Michael Sandel (1953), wereldberoemd en populair onder jongeren – bekijk zijn Justice-colleges maar eens op YouTube.

De debatterende deelnemers komen uit diverse Europese landen en Amerika. Enkele van de tien Nederlanders zijn bekend: schrijver Philip Huff, cabaretier Jeroen Woe en tv-presentator Hajar Alariachi. Sandel zelf is befaamd om zijn toepassing van de zogeheten socratische methode, dat wil zeggen: je slingert geen wijsheden de wereld in, maar zoekt naar kennis in het gesprek. De Atheense filosoof Socrates (ca. 470-399 v.Chr.) zocht die dialoog overal en met iedereen: hij ondervroeg medeburgers op openbare plekken, zoals markten, straten en badhuizen, om door middel van beredeneerd onderzoek inzicht te krijgen in algemeen geldende waarheden en principes van menselijk doen en laten. Kom daar nog maar eens om in het Twittertijdperk. Het stellen van de juiste vragen is bij deze methode namelijk de sleutel, niet het spuien van meningen.

‘De ideeën van Plato en Aristoteles zijn geen antieke museale stukken waaraan we ons moeten vergapen. We moeten de uitgangspunten gebruiken en heronderzoeken, en dat doe je door ze te koppelen aan je eigen leven.’

Michael Sandel

Etnisch profileren

De locatie is passend: 2500 jaar nadat Socrates op straat met stadsgenoten in debat ging, zet Sandel de traditie voort in de bakermat van de westerse filosofie, al is de indruk die Oropos wekt er een van ongekend verval, net als de weg ernaartoe vanaf Athene: desolate straten, leegstaande panden en onafgebouwde huizen. Wanneer mijn vliegtuig landt, zijn Sandel en de deelnemers al een paar dagen in gesprek. Op het moment dat ik het amfitheater in loop, is de aflevering over discriminatie net opgenomen en die discussie heeft de gemoederen flink verhit. Marc Josten, de eindredacteur van het programma, vertelde van tevoren dat bij de selectie van de kandidaten is gezocht naar diverse politieke voorkeuren, maar toch blijkt ook hier een radicaal rechts geluid voor de meesten moeilijk te verteren. Vertolker van dit sentiment is Ignatius Garcia, een Trump-aanhanger uit de States. Hij vereert de Amerikaanse president, vindt hem een visionair en bewondert hem om zijn strategisch inzicht en slim ondernemerschap. De camera’s zijn net uit, de deelnemers staan in groepjes te drinken en kletsen na, Ignatius staat in zijn eentje. De Rotterdamse spoken-word-performer YMP – een donkere jongen met een grote bos dreadlocks en knalrode sneakers die enkele jaren terug twee jaar heeft vastgezeten – legt uit waarom de stemming zo opgewonden is. Toen het in de discussie ging over etnisch profileren zei Ignatius dat hij het wel goed vindt, omdat het de veiligheid in een samenleving waarborgt. Volgens hem is het nu eenmaal ‘een gegeven’ dat bepaalde raciale achtergronden oververtegenwoordigd zijn in de justitiële statistieken. ‘Feiten’ die volgens de rest van de groep nogal dubieus zijn (zo zou je je kunnen afvragen waarom ze in de statistieken oververtegenwoordigd zijn; misschien mede dankzij etnisch profileren, kip-eigeval). Ignatius fungeert, net als Trump zelf, als een soort moreel antikompas. De anderen toetsen hun meningen aan zijn standpunten en zetten zich ertegen af.

Marriage prediction app

Een dag later ben ik aanwezig bij twee opnames. De eerste van die dag gaat over een wat minder controversieel, maar wel actueel thema: robotica. Bij de tweede staat immigratie op de agenda. En met de ba-gage van de dag ervoor op zak is er rondom dat onderwerp nervositeit onder de deelnemers. Wat zal Ignatius hierover te zeggen hebben? Nora Schillinger, een Hongaarse migrant die tegenwoordig als hardware engineer werkt in Londen, staat zich voor de spiegel in het toiletgebouwtje bij te poederen en geeft toe dat ze opziet tegen het debat. De thema’s waarover wordt gediscussieerd liggen dicht bij de deelnemers. Expres, legt Sandel later op de middag uit, als we samen zitten. ‘Filosofie moet verbinding maken met het alledaagse leven. De ideeën van Plato en Aristoteles zijn geen antieke museale stukken waaraan we ons moeten vergapen. We moeten de uitgangspunten gebruiken en heronderzoeken, en dat doe je door ze te koppelen aan je eigen leven. Filosofische discussies zijn op hun best wanneer ze persoonlijk zijn.’

'Veel mensen, jongeren met name, zijn gefrustreerd door de leegheid van het publieke debat.'

Michael Sandel

Dergelijke gesprekken weet Sandel goed te entameren. Stel, begint hij de aflevering over robotica, er zou een datingapp zijn met een Netflix-achtig algoritme (dat aangeeft welke films en series jij leuk vindt op basis van eerder gemaakte keuzes), en die app zou voor jou alle mensen ter wereld weten te filteren die een match met je zouden zijn, een ‘marriage prediction app’. ‘Zou je die app meer vertrouwen dan het oordeel van je ouders?’ legt Sandel de groep voor. ‘Meid en mamma van halal’ Hajar Alariachi ziet er meteen wel brood in. ‘Zo’n app is op de hoogte van alle rollen die jij aanneemt in het leven, overziet en doorziet jouw hele wezen. Terwijl mijn ouders mij alleen thuis meemaken.’ Sergio Imparato uit Boston heeft zijn twijfels bij het streven naar een zo perfect mogelijke match – want dat is wat zo’n algoritme immers beoogt. Hij wil weten of er ook ruimte is voor imperfecties en mislukkingen – een mismatch. ‘Zou je via zo’n app zijn uitgekomen bij de persoon met wie je nu bent?’ vraagt hij zich af. ‘Ik ben een keer verliefd geworden op een Egyptisch meisje. Heel raar want daar val ik normaal niet op,’ brengt YMP vervolgens in om het nut van ogenschijnlijke mismatches te onderstrepen.

‘Liefde is magie,’ stelt hij. ‘Ik anticipeer bij mijn spoken-word-optredens in het theater op het publiek. Een robot kan mijn performances misschien wel schrijven, maar voelt het publiek niet aan. Sommige grappen vallen in de praktijk goed, andere niet – dat heeft met de magische interactie tussen mensen te maken. Daar is een machine niet toe in staat.’ Tiffany Yu, ondernemer uit San Franciso, somt op: ‘Het ongemakkelijke gevoel wanneer iemand een misplaatste grap maakt, de hartenpijn van een mislukte relatie... Wordt ons leven beter zonder deze negatieve emoties?’ Anna Gimbrère, een Nederlandse wetenschapsjournalist, is daar wel over uit: zij wil geen wereld zonder magie en onvoorspelbaarheid.

Het broeit en zindert in het oude amfitheater van Oropos.

Oerknal

Een debat over een vrij abstract thema als robotica verandert onder Sandels leiding in een discussie die niet over technologie handelt, maar over wat ons in essentie menselijk maakt: onze eigen onvolmaaktheden en die van anderen, en hoe we door het leven navigeren met onvoorspelbaarheid. ‘Wij mensen kunnen nauwelijks anticiperen op wat ons overkomt en vaak begrijpen we ook in retrospectief niet wat er is gebeurd, maar door dit soort onvoorspelbaarheden ontstaan vaak de meest waardevolle relaties,’ stelt Sandel. ‘Zou ons leven er beter op worden wanneer we middels technologie imperfecties te lijf gaan? Het is een vraag, geen antwoord. Het gaat er niet om dat iemand zijn mening herziet, of dat er een goed of fout antwoord komt. Juist door de vertwijfeling en de onzekerheid komen filosofische uitgangspunten in een nieuw licht te staan. Er wordt soms aangenomen dat persoonlijke reflecties de filosofie vertroebelen, maar ik denk het tegenovergestelde: ze zijn juist een manier om filosofie te testen.’

What’s the Right Thing to Do? moet wat betreft eindredacteur Josten een ‘oerknal’ worden voor een internationaal debat over belangwekkende zaken via verschillende media – traditioneel en online – en fysieke bijeenkomsten, zoals hier nu in Griekenland. Het belang hiervan onderstreept Sandel: open en vrij met elkaar van gedachten wisselen over wat we écht belangrijk vinden, is essentieel in én voor een democratie. En een van de redenen waarom de democratische samenleving momenteel kraakt en piept, is omdat dergelijke debatten niet of nauwelijks plaatsvinden.

Shouting matches

‘Veel mensen, jongeren met name, zijn gefrustreerd door de leegheid van het publieke debat,’ zegt Sandel. ‘En terecht. Wat tegenwoordig doorgaat voor maatschappelijk debat is bekrompen technocratisch en juridisch geouwehoer dat niemand inspireert. Enerzijds vermijden politici het liefst gevoelige kwesties. Anderzijds denken bestuurders dat efficiency en economisch handelen de belangrijkste zaken in een mensenleven zijn – zonder te bedenken waarvan dit ten koste gaat. Als er al enige passie bij politici te bespeuren valt, betreft het ordinaire shouting matches: debatten waarbij niemand naar elkaar luistert. Denk maar eens terug aan de debatten tussen Hillary Clinton en Donald Trump tijdens de Amerikaanse verkiezingen. Wat mensen echt belangrijk vinden, heeft niets met de economie te maken, dat gaat over rechtvaardigheid, over wat we elkaar verschuldigd zijn. Dáár moeten gesprekken over gaan. Het is mijn missie mensen te laten zien hoe een beter en rijker publiek debat eruitziet. Dat lukt me niet in mijn eentje. Dat kan ik alleen door mensen bij elkaar te brengen, zoals in dit amfitheater, en door mooie discussies met elkaar aan te gaan.’

Collectieve zucht

Dat een discussie flink kan schuren zonder dat het een ordinaire kijfpartij wordt, blijkt ’s middags bij het thema immigratie. Moet er bij het opnemen van vluchtelingen onderscheid worden gemaakt tussen economische vluchtelingen en oorlogsvluchtelingen? Hebben rijke landen een morele plicht vluchtelingen toe te laten? Dat soort vragen vuurt Sandel op de groep af. Al snel valt op dat de deelnemers gemêleerde opvattingen hebben over economische vraagstukken, maar bij de sociale kwesties stuk voor stuk een links-liberaal geluid laten horen. Op een na: Ignatius. Cultuurbehoud is belangrijk en daarom zijn grenzen noodzakelijk, vindt hij. Ironisch genoeg is hij zelf een kind van migrantenouders. Carolien Borgers brengt in dat vaderlandsliefde haar sowieso vreemd is, het gevoel dat een land jou toebehoort. Natalie Merringer vindt dat jou in een geglobaliseerde wereld helemaal niets toekomt: ‘De grondstoffen voor mijn mobieltje komen niet uit mijn land, en daarbij zitten we hier in Nederland ook nog met de erfenis van het kolonialisme.’

Ignatius ziet dat heel anders. De welvaart van het westen is vergaard door mensen die bereid waren risico’s te nemen. Die eropuit trokken om grondstoffen te verzamelen – en dit nog steeds doen. Natuurlijk komt de opbrengst jou dan toe, zegt hij onomwonden, terwijl de rest collectief begint te zuchten. Natalies argument over kolonialisme heeft Anna Gimbrère juist op andere gedachten gebracht. ‘Ik vond in eerste instantie dat er grenzen zijn aan wat je kunt delen. Daarom was ik voor het beperken van de opname van vluchtelingen. Maar als je inderdaad beseft dat onze rijkdom niet op een correcte manier is vergaard, vind ik dat we een morele plicht hebben om het te delen. We hebben geen enkele reden om onze rijkdom te claimen.’

Leegte vullen

Om vooruit te komen als samenleving moeten we de maatschappelijk gevoelige onderwerpen niet vermijden, maar juist bediscussiëren, stelt Sandel. ‘Goed luisteren is een van de belangrijkste vereisten voor behoorlijk burgerschap. Het is essentieel voor een democratie. Niet alleen luisteren naar de woorden die iemand uitspreekt, maar ook achterhalen welke beginselen en waarden er achter iemands woorden schuilgaan. Je afvragen of je ermee kunt connecten? Toen het een dag eerder over positieve discriminatie ging, gaf deelnemer Danny Ghosen aan dat hij niet het gevoel wil hebben dat hij ergens wordt aangenomen omdat hij tot een minderheid behoort. Hij vond dat neerbuigend en vernederend. YMP daagde hem uit en zei: “Zet je eigen gevoelens opzij en denk aan het goede wat jij teweeg kunt brengen voor anderen door een rolmodel te zijn. Is je eigen trots belangrijker dan the greater good?” Dat zette Danny aan het denken en bracht hem aan het twijfelen om zijn positie te herzien. Dat is prachtig om waar te nemen.’

Helaas wordt er buiten de muren van dit amfitheater steeds minder goed geluisterd en ventileren mensen vooral meningen. Sandel: ‘Sociale media stimuleren dat, want het is ook moeilijk om een onderbouwde argumentatie kwijt te kunnen in 140 tekens. Het gaat hier deze week niet over het registreren van onze voorkeuren: wat wil ik en hoe kan ik het krijgen? – het ultieme doel in een consumptiemaatschappij. Wij zijn hier tijdens deze discussies uit op het identificeren en examineren van onze voorkeuren. Dat gaat in een pluriforme samenleving gepaard met argumentatie en met tegenstrijdige denkbeelden. We moeten bij dergelijke discussies niet verwachten dat we uiteindelijk tot een unanieme consensus komen. Door deze gesprekken aan te gaan, oefenen we de kunst van het luisteren en cultiveren we burgerschap. We moeten de leegte in onze maatschappij met inhoud vullen.’