In Freek gaat Dennis Alink (1989, Unknown Brood, Goin’ Rectal) op zoek naar de podiumdrang van Freek de Jonge. ‘Freek is gedisciplineerder in de kunst dan in het leven.’

Vroeg u Freek de Jonge voor een film over zijn houdbaarheidsdatum?

Dennis Alink: ‘Nee. Ik heb hem gebeld en gezegd: ik wil een documentaire over jou maken. Freek zei dat er binnenkort op Film by the Sea in Vlissingen een korte film draaide die hij had geschreven. Ik zei: grappig want daar draait dan ook een film [Sluizer Speaks, HH] van mij. Als ik daar naartoe zou komen, konden we tussendoor samen koffiedrinken.

Ik zat daar in de zaal, had Freek nog niet ontmoet en toen ging hij samen met Hella precies achter mij zitten. Ik dacht: oh god. Dat was de spannendste vertoning die ik ooit gehad heb. Zij konden eerlijk zijn, want ze wisten niet dat ik voor hen zat. Gelukkig vonden ze hem goed.

Daarna vroeg Freek wat ik precies wilde gaan doen. Mijn beginidee was de podiumwerkelijkheid tegenover de realiteit van Freek plaatsen. Daar zit natuurlijk frictie en spanning. Bovendien komt een groot deel van zijn privéleven op het podium.’ 

Alles wordt materiaal.

‘Maar is het de waarheid? Dat is belangrijk. De balans tussen het podium en het echte leven fascineert mij mateloos. Mijn vader zei ooit: "Het is toch ongelooflijk, waarom moet je nog zo nodig als je zo veel mooie liedjes hebt gemaakt als Freek?" Een mooi uitgangspunt om te onderzoeken wat het belang van het podium is in het leven van Freek en waar zijn drang vandaan komt.’

Freek en Hella de Jonge thuis, still uit de documentaire Freek

Komt de liefde voor Freek van uw vader?

‘De ironie wil dat juist mijn moeder De mars uit haar hoofd kende. Zo vaak had ze die gedraaid. Toen ik met Freek ging werken en me meer verdiepte in zijn werk, merkte ik dat veel uitdrukkingen en woorden die bij ons thuis gangbaar waren van hem kwamen. Mijn taal is ook gevormd door Freek en zijn invloed op mijn ouders is gigantisch. De hit "Leven na de dood" was het enige nummer dat ik van hen had meegekregen.

Vond ik prachtig en elke keer als ik daarna thuis ziek op de bank lag, eiste ik van mijn moeder dat ze een videoband van Freek opzette. Op mijn vijfde wilde ik komiek worden en op mijn zevende kwam ik erachter dat je ook cabaretiers had. Dat vond ik meteen een stuk interessanter. André van Duin was leuk, Freek fantastisch.’

U wilde Freek worden?

‘Eh, nou ja. Een eigen variant.’

Fan dus.

‘Niet meer. Je kunt geen fan meer zijn als je een film over iemand hebt gemaakt. Je stort je in iemands leven, laat je volledig omringen door de wereld van de hoofdpersoon. Bij fan-zijn is er een bepaalde magie die onverklaarbaar is in je beleving. Als je dichtbij komt, blijft van die magie uiteindelijk niets over.’

Hoe ging het na de koffie verder?

‘Eerst hebben we heel veel zitten praten in zijn tuinhuis. Twee jaar lang heb ik daar zijn materiaal doorgenomen. Vervolgens heb ik een script geschreven met situaties die ik wilde organiseren, maar er is niets geënsceneerd, alles is echt.’

Herman Finkers, Dennis Alink en Freek de Jonge

Wel georganiseerd.

‘Freek wilde graag met André van Duin naar Laurel en Hardy kijken. Leek mij leuk. En we hadden een cabaretier nodig die ook op filosofisch niveau hoog presteert. Dat werd Herman Finkers, die totaal anders in het leven staat dan Freek. Voor hem hoeft het allemaal niet meer zo, terwijl Freek nog een enorme drang heeft.

Als je met die twee een situatie hebt, kan de kijker zelf de verschillen waarnemen. Veel spannender dan het antwoord invullen. In het maken van een journalistieke of informatieve documentaire heb ik geen enkele interesse. Ik wil cinema maken, een filmische beleving met een rode draad. Stanley Kubrick en Orson Welles zijn mijn helden.’

Freek lijkt zich altijd bewust van de camera. Is dat een nadeel?

‘Nee. Ik merkte juist dat hij daardoor ook wat angst weghaalt bij andere mensen. Sterker nog, hij gaat ernaar handelen, net als Herman Brood dat deed. Freek bespreekt in beeld soms onderwerpen die hij zonder camera niet snel zou aansnijden.

Hij is gedisciplineerder in de kunst dan in het leven, waardoor je met camera op bepaalde momenten meer oprechtheid krijgt dan zonder. Daar doen je emoties ertoe. Een enkele keer vergat hij de camera. Misschien is het wel calvinistisch om alleen voor de kunst zo diep in je ziel te graven. Dan heiligt het doel het middel.’

'Men heeft mij regelmatig gevraagd of het niet lastig was om met Freek te werken. Het tegendeel was het geval.'

Dennis Alink
Had Freek veel invloed op de film?

‘Geen enkele. Hij heeft het volledig aan mij overgelaten. Af en toe kwam hij met een suggestie, maar ik was vrij die wel of niet te gebruiken. Zei hij bijvoorbeeld: "Is het leuk als Hella mij knipt?" Ja, dat is leuk. En om samen met André van Duin naar Laurel en Hardy te gaan kijken was ook zijn idee. Freek is rigide in zijn retoriek, maar hier heeft hij zich helemaal aan overgegeven, wonderbaarlijk. Men heeft mij de afgelopen jaren regelmatig gevraagd of het niet lastig was om met hem te werken. Het tegendeel was het geval, ik heb me altijd heel welkom gevoeld bij Freek en Hella.’

Toch is er even een conflict tussen jullie wanneer u zijn kinderen filmt. 

‘Zijn zoon wilde niet in de film en dat was de enige eis die Freek stelde. Dat ik hem op camera vraag of ik zijn woede wel mag filmen, is niet omdat ik bevestiging zocht, maar om aan de kijkers duidelijk te maken dat ik open kaart speelde.’

In talkshows komt hij niet altijd als verzoener.

‘Ze zetten Freek ook vaak in voor het conflict. Let maar eens op hoe dat bij De wereld draait door gaat.’

Zonde van de energie.

‘Regisseur Jos Stelling zei: "Als ik Freek was zou ik nooit meer verschijnen in die programma’s en de mystieke kunstenaar blijven van die prachtige theaterstukken." Aan de andere kant loop je altijd de kans om vergeten te worden.’

Hoe lang kan Freek nog mee?

‘Tot het eind, en dat is nog lang niet in zicht.’

2Doc: Freek
NPO 2, maandag 20.25-22.00 uur