Alles lijkt de 22-jarige topsnowboarder Kevin Pearce voor de wind te gaan: hij scoort de ene triomf na de ander, maakt kans op deelname aan de Olympische Spelen en weet zijn rivaal Shaun White steeds vaker te verslaan. Tot hij op oudjaarsdag 2009 ten val komt bij een riskante sprong.

Kevin loopt ernstig hersenletsel op en ligt tien dagen in coma. Maar zodra het herstel is ingezet, wil Kevin maar één ding: terug naar het freestyle snowboarden. Filmmaker Lucy Walker vertelt via familiefilmpjes, home video’s en spectaculaire wedstrijdbeelden over het groeiende succes van de supersportieve Kevin, tot aan zijn dramatische val.

Na drie maanden revalidatie in het ziekenhuis registreert Walker aan de keukentafel de discussie tussen Kevin en zijn familie, die niet begrijpt waarom hij zijn leven opnieuw op het spel wil zetten. En wat is precies het effect van hersenletsel? Maar Kevin weet het zeker: “Ik wil dat gevoel terug.”

Collega-actiesporters vertellen bij beelden van hun dramatische ongelukken over het ernstige letsel dat ze daarbij opliepen. De film staat daarmee stil bij de ethiek van topsport: moeten sporters tegen zichzelf worden beschermd? Zijn we als publiek niet verantwoordelijk als we steeds extremere en gevaarlijke capriolen willen zien?