In de vierdelige serie 'Cuba na Castro' reist filmmaker Yuribert Capetillo Hardy door zijn geboorteland, dat hij vijftien jaar geleden verliet op zoek naar een betere toekomst.

In de tussentijd is er veel veranderd, maar ook veel hetzelfde gebleven. De Cubanen zijn steeds bezig met het zoeken naar ruimte tussen de vele regeltjes. Hetzelfde geldt voor de cameraploeg. Voor alles wat ze willen filmen moet van tevoren toestemming worden aangevraagd, vertelt regisseur Maaike de Gruyter, die we bellen tijdens de opnames op Cuba.

‘Alle items die we willen maken en de locaties waarop we willen filmen, moeten worden voorgelegd aan de Cubaanse ambassade in Nederland, die samenwerkt met het ministerie ter plekke. Tot nu toe zijn alle aanvragen gehonoreerd en is ons geen strobreed in de weg gelegd. Maar voor spontane acties is weinig ruimte.’

De filmploeg heeft geen ambtenaar bij zich die ze controleert, maar ze worden wel in de gaten gehouden, merkt De Gruyter. ‘We zaten in een park een econoom te interviewen over onder meer het Amerikaanse embargo. Twee mannetjes hielden ons duidelijk in de gaten. Ze bewogen zich anders dan gewone voorbijgangers, keken ons gefixeerd aan en filmden ons met hun mobiele telefoon. De autoriteiten weten wat we doen, waar we zijn en met wie we spreken, maar toch voel ik me niet belemmerd. We zijn niet bij dissidenten langs geweest, daar zouden we ook geen toestemming voor krijgen. Maar we richten ons liever op verhalen van gewone Cubanen.’

'Sommige Cubanen komen vooruit, maar anderen blijven achter. Dat is ook een verandering: niet langer is iedereen gelijk.’

regisseur Maaike de Gruyter

De autoriteiten zien natuurlijk liever een niet te negatief beeld van Cuba. ‘Maar er is niets ondernomen om ons een bepaalde richting op te duwen,’ zegt de regisseur. ‘Ze begrijpen dat we een journalistiek programma maken en geen promotiefilmpje, dat Cuba een land in ontwikkeling is waar ook minder mooie kanten aan zitten. Maar onze missie ook niet systeem onderuit te halen, we willen zien wat zich hier werkelijk afspeelt.’

rappers en bloggers

De afgelopen jaren is er veel veranderd op het Caraïbische eiland. Voor het eerst in vijftig jaar is er geen Castro aan de macht. Er is een nieuwe grondwet in de maak, waarin onder meer privébezit en het homohuwelijk worden erkend. Toch zijn al die nieuwe ontwikkelingen niet direct te merken als je voet zet in Havana, vindt De Gruyter.

‘In eerste instantie lijkt er weinig veranderd: er zij nog steeds oude Amerikaanse auto’s, verveloze huizen en behoorlijk wat armoede. Gisteren zijn we drie winkels af geweest op zoek naar water. Pas als je in de samenleving duikt en bij mensen thuis komt, hoor je wat er wel verandert.'

Cuba na Castro-regisseur Maaike de Gruyter

'Cubanen mogen op kleine schaal hun eigen geld verdienen, waardoor ze net iets meer kunnen kopen. De mensen laveren tussen allerlei regeltjes door kijken hoe ver ze kunnen gaan. Zo is er een lijst met beroepen die je als zelfstandig ondernemer mag uitvoeren. Hoewel er alleen internet te ontvangen is in kleine wifiparkjes, gaat daardoor voor de Cubanen de wereld open. Ze zien wat ze missen, maar worden ook steeds ondernemender. Er zijn rappers en bloggers op Cuba, al is er nauwelijks wifi. Sommige Cubanen komen vooruit, maar anderen blijven achter. Dat is ook een verandering: niet iedereen is meer gelijk.’

westerling

De Gruyter werkte vaker in Latijns-Amerika en was al in de jaren negentig voor het eerst op Cuba. Maar voor het begrip van het land en de toegang tot de bevolking helpt het enorm dat ze de Cubaanse Nederlander Capetillo bij zich hebben.

‘Veel Cubanen van de generatie van Yuri zijn vertrokken, dat wordt niet toegejuicht. Maar gelukkig wordt hij goed ontvangen en voor ons heeft zijn aanwezigheid een enorme meerwaarde. Hij kijkt niet met de ogen van een buitenstaander, maar weet wel hoe Nederlanders denken. In de afgelopen vijftien jaar is hij westerling geworden, maar zijn verleden en zijn pijn liggen hier.’

Zo ging de ploeg onder meer op bezoek bij de opa van Capetillo. ‘Een heel vitale en leuke man van tachtig,’ zegt De Gruyter. ‘Hij wees naar een joekel van portret van Fidel en zei: dat is mijn god. Maar tegelijkertijd is hij ook kapitalist. Door Yuri hebben we unieke ingangen en de mensen zijn ook opener tegen hem. En zijn aanwezigheid voorkomt ook dat wij Cuba alleen zien als het vrolijke vakantieland. De Cubanen dansen, drinken rum en roken dikke sigaren, maar de verhalen die daaronder liggen, daar heb je als buitenstaander geen weet van.’

Yuri met zijn grootvader