In Abdelkarim El-Fassi’s internetvideo Dutch children apologize for terrorism wijzen volwassenen kinderen op overeenkomsten tussen hen en beruchte criminelen, om aan te tonen hoe oneerlijk dat is. Een jongetje met een gewatteerde pilotenmuts wordt verteld dat de aanslagplegers in Parijs eveneens mutsen droegen. De gelijkenis zou treffender zijn als het jongetje een zwarte bivakmuts zou dragen, maar het is begrijpelijk waarom El-Fassi daar niet voor heeft gekozen: de gedachte aan terrorisme zou dan meteen een stuk minder raar zijn. Een vrouw zegt tegen een blond kind dat zijn haar lijkt op dat van Anders Breivik. Aan een klaarblijkelijk Marokkaans-Nederlands jongetje wordt uitgelegd: ‘De meeste boeven zijn Marokkanen. In Parijs en in Syrië. Het zijn allemaal Marokkanen, moslims.’
De uitspraak dat de recente misdaden in Parijs en in Syrië uitsluitend of voornamelijk gepleegd werden door Marokkanen is feitelijk onjuist. El-Fassi lijkt deze vergissing zelf ook in te zien en voegt nog gauw het woord ‘moslims’ toe. Tegen ditzelfde kind zegt El-Fassi: ‘Die lijken allemaal een beetje op jou. Die hebben bruin haar. Die hebben bruine ogen.’ Nadat de kinderen bewust zijn gemaakt van hun verwantschap met moordenaars, moeten zij afstand nemen en sorry zeggen. De kinderen doen dit, bedremmeld. Hun schrik moet ons iets leren. ‘Guilt by association divides us.’
inhoud niet beschikbaar
We kunnen de inhoud van deze embed niet tonen, omdat deze strijdig is met de door jou gekozen cookiesettings.
cookiesettings aanpassen