Shot uit de VPRO Tegenlicht-aflevering 'Eigen handel eerst'
In de VPRO Tegenlicht-aflevering 'Eigen handel eerst' wordt een beeld geschetst van de andere kant van de brexit.
Als we denken aan de brexit dan is het dominante mediaframe in Nederland vaak dat het een roekeloos politiek avontuur is met een kleine groep clowneske leiders als Boris Johnson aan het roer. Toch is er meer te vertellen als je kijkt naar de redenen van zowel rechtse als linkse brexiteers.
De meest gehoorde reden aan de rechterkant is dat Londen een soort Singapore aan de Theems zou moeten worden. Daarmee wordt bedoeld dat het Verenigd Koninkrijk een nagenoeg regelvrije vrijhandelszone wordt. Deze visie wordt bijvoorbeeld onderbouwd door journalist Tim Worstall.
Die visie komt niet uit de lucht vallen. Het is namelijk waar dat de handelsbelangen van het VK vooral gefocust zijn op de VS en de Angelsaksische gemenebestlanden zoals Canada en Australië. De handel met Europa besloeg in 2018 maar zes procent van de totale Britse handelsbalans.
Het minder gehoorde linkse argument voor een brexit is dat het lastig is om de economie te hervormen voor het VK als het wordt ingeperkt door Europese regels en afhankelijk is van Europese handelsverdragen. Econoom Philip Whyman legt in de Tegenlicht-aflevering uit dat de economie van Groot-Brittannië van Europa verreweg het meest afhankelijk is van de financiële dienstverlening. En de economische groei die zo'n oriëntatie tot gevolg heeft wordt zeer exclusief herverdeeld. Bankiers worden rijk van banken en internationale handel terwijl de rest van het land er maar weinig van profiteert.
Als de Britten dit willen veranderen en bijvoorbeeld een echte maakindustrie willen opbouwen, die meer inclusievere economische groei tot gevolg heeft, dan moet de overheid veel meer gaan ingrijpen. Dat kan alleen als het land minder afhankelijk is van Europese financiële regelgeving. Een sterke overheid kan alleen maar een nationale overheid zijn. Dit kan niet vanuit Brussel geregeld worden.