In theorie moeten inlichtingendiensten zich aan de wet houden. In de praktijk moesten ze vaak buiten hun boekje gaan, met instemming van de autoriteiten, vertelt een voormalig kopstuk van de Franse dienst die terrorisme bestrijdt.

Louis Caprioli werkte lang voor de Franse veiligheidsdienst, ook ten tijde van de kaping van Air France-vlucht 8969 in 1994. Hij had al snel door dat dit geen gewone kaping was, maar een terroristische actie. Na de ontknoping in Marseille werd Louis bevorderd en in Parijs gestationeerd.

In die tijd overtraden de veiligheidsdiensten regelmatig bewust de wet, aldus Louis, om aanslagen te voorkomen. Na de aanslagen op onder meer de Bataclan in Parijs (2015), met 89 doden, kwam er wetgeving die de diensten alle mogelijke ruimte gaf. Caprioli is daar blij mee, omdat de strijd tegen terrorisme een ongelijke is. 'Wij moeten verdachte personen kunnen monitoren en volgen. Als wij de rechten van de mens teveel voorop blijven stellen, vallen er veel slachtoffers', is zijn overtuiging. 

Nederlandse inlichtingendiensten onder de loep

Ook in Nederland kregen de inlichtingendiensten de afgelopen jaren veel meer bevoegdheden, dankzij nieuwe wetgeving. De nieuwe Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Wiv), ook wel aangeduid als de 'sleepwet', riep veel discussie op. Biedt die wet voldoende waarborgen voor de rechtsbescherming van burgers en gaan de diensten er zorgvuldig mee om? 

Harm Brouwer was jarenlang voorzitter van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. Bij zijn afscheid vertelde hij in Argos Radio dat de 'impact van de nieuwe wet door iedereen behoorlijk is onderschat'.

Luister naar de aflevering van Argos Radio 1 over de controle op de inlichtingendiensten →