Een profetenbaard, een profetenhaardos en een profetenkop. Daarnaast de pose op zijn beroemdste foto waar hij zijn rechterhand op z’n Napoleons in zijn morsig jasje steekt. Dan moet het wel om Karl Marx gaan. Hij was alweer een aantal jaren vergeten totdat hij dankzij een crisis en de bestseller van Thomas Piketty over het kapitaal in de eenentwintigste eeuw weer onder het stof vandaan werd gehaald.

Marx kennen we van het Het Kapitaal dat in de jaren zeventig onaangeroerd in menig boekenkast stond, maar dat ondertussen wel de geloofsbrief was van menig linkse student in manchesterjasje – de arbeidersdracht uit de negentiende eeuw. En natuurlijk is Marx ook de co-auteur van Het Communistisch Manifest, waarin hij samen met zijn geestelijk en economisch verzorger Friedrich Engels in 1848 het kapitalisme de wacht aanzegde. ‘Een spook waart door Europa’, waarschuwden ze. En ‘de bourgeoisie schept zich een wereld naar haar eigen beeld’ schreven ze. Het zou binnen hooguit een tiental jaren afgelopen zijn met het woekerkapitaal, de geld- en winstburgerij en het verfoeilijke privé-eigendom, de bron van alle kwaad. Het kapitalisme was namelijk zijn eigen doodgraver. Het moest alleen even het graf ingeduwd door het proletariaat, dat niets te verliezen had, behalve zijn ketenen en dat na lezing van het Manifest zou weten wat het te doen stond.

Zo zeker was Marx van zijn zaak, dat hij het ongetwijfeld een belediging had gevonden om te worden opgenomen in een serie over utopische dromers en dystopische doemdenkers, ingeklemd tussen Rousseau en Orwell. In zijn Manifest wijdt hij zelfs een hoofdstukje aan de naïeve utopische communisten, die Marx neersabelt als een stelletje reactionairen die de onderliggende natuurwetten van de historie niet erkenden. Voor Marx was het communisme namelijk een wetenschappelijke zekerheid: de geschiedenis was de geschiedenis van de klassenstrijd.

Het kapitalisme zou Het Kapitaal, Het Manifest en Marx overleven. Toch zou de wereld er anders uit hebben gezien zonder het werk van de rode verlosser. Zijn utopisch visioen bleek wat we tegenwoordig een game-changer noemen. Zonder was er geen Sovjet-Unie met Lenin en Stalin geweest, geen China van Mao en geen Cuba van Castro. En -- belangrijker -- zonder dat boek was wellicht ook dat andere, aardiger ‘kind van Marx’ -- de sociaal democratie -- niet tot wasdom gekomen en had het kapitalisme louter een onmenselijk gezicht gehad.

De historici Dennis Bos en Jolande Withuis en filosoof Maarten Doorman bespreken het kleine Evangelie van Marx.