Constantijn wist al waar Jezus lag
Constantijn, de eerste christenkeizer, wist waar Jezus lag. Hij wees althans de plek aan waar de Verlosser drie dagen had gelegen alvorens hij het op aarde voor gezien hield om te gaan hemelen. In het jaar 325 stond de locatie van het vermoede graf van Jezus per keizerlijk decreet vast, zo blijkt uit onderzoek door Griekse archeologen dat deze week is gepubliceerd in de ‘Journal of Archaeological Science’. En dat is nieuws, tot nu toe ging de datering van de ‘vondst’ en plaatsbepaling van het heilig graf terug tot het jaar 1000. Het graf van Christus is dus 650 jaar ouder geworden, wat niet wegneemt dat de laatste rustplaats van de Mensenzoon nog altijd 350 jaar zoek is.Historicus en Heilig-grafkenner Piet Leupen vertelt over oorsprongsmythe en werkelijkheid van de tombe van de Heer.