Op 28 januari 1986 ontplofte de Space Shuttle Challenger, koud een minuut na de lancering. De Amerikaanse president Ronald Reagan grijpt de ramp aan om het volk nog diezelfde avond toe te spreken. Hij kiest in zijn speech woorden van troost en laat de schuldvraag liggen. NASA ontspringt de dans, de organisatie krijgt zelfs een nieuwe impuls. Hoe oprecht was Reagan?

In Speeches kijken we met de zoon van de president, Ron Reagan junior, naar zijn vaders speech. Hoe oprecht was de Great Communicator op zulke momenten? Onderzoeksjournalist Karl Grossman keek met heel andere ogen naar de ramp met het ruimteveer. Voor hem was het het zoveelste bewijs van de grove nalatigheid en onverantwoorde risico's die NASA heeft genomen met de volksgezondheid. Hoe kijkt hij terug op de toespraak?

Oppertrooster Ronald Reagan

Door: Diederik van Hoogstraten

Nadat spaceshuttle Challenger voor het oog van de natie was ontploft, moest president Ronald Reagan optreden als comforter-in-chief. Tweede doel van zijn toespraak: laten weten dat het ruimteprogramma verder zou gaan, ondanks deze tegenslag.

President John F. Kennedy legde in 1962 uit waarom de Amerikanen naar de maan wilden: ‘Niet omdat het makkelijk is, maar omdat het moeilijk is.’ Zeven jaar later zou die filosofie – met talent, intelligentie en hard werken is alles mogelijk – zich vertalen in de eerste maanlanding, op 20 juli 1969. Een slag was gewonnen in de space race tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Zo’n 24 jaar later zag president Ronald Reagan zich gedwongen om voort te bouwen op het optimistische zelfvertrouwen dat Kennedy had verwoord. ‘We zijn pioniers,’ zei hij. ‘De toekomst behoort niet toe aan de angsthazen; ze behoort toe aan de moedigen.’

Aan het optimisme van Kennedy – en Reagan – was behoefte op dinsdag 28 januari 1986. Spaceshuttle Challenger was kort na de lancering ontploft op vijftien kilometer hoogte, live op de televisie. De zeven bemanningsleden waren op slag dood. Om dezelfde avond te reageren op de collectieve schok en rouw had Reagan al zijn ‘Kennedy-achtige’ intelligentie en empathie nodig, en bovenal een diep geloof in eigen kunnen, onontbeerlijk voor wie de ruimte buiten de dampkring wilde verkennen.

‘De president had een krachtige boodschap: nothing ends here,’ zegt historica Valerie Neal, specialist in de ruimtevaartgeschiedenis en curator bij het Space and Air Museum in Washington. ‘Reagan wist gauw de omslag te maken, van verdriet via geruststelling naar het besef dat de bemande ruimtevaart onderdeel was geworden van het Amerikaanse aanzien.’

Onze verkenning van de ruimte gaat verder, de spaceshuttle zal opnieuw vliegen: dat maakte Reagan die avond duidelijk, lang voordat vast kwam te staan wat er eigenlijk mis was gegaan.

Eigenlijk had de Republikeinse president die dag een heel andere rede zullen geven. Toen de Challenger opsteeg, was hij zich gereed aan het maken om in een vijandig-gezind Congres de jaarlijkse State of the Union te houden. Net als de rest van de Amerikaanse bevolking keek hij met niet meer dan een half oog naar de lancering in Cape Canaveral, Florida.

geschiedenislerares

‘De shuttle was oud nieuws geworden,’ zegt politicoloog Jon Miller van de University of Michigan, die als eerste wetenschapper de publieke opinie voor en na de Challenger-ramp bestudeerde in de jaren tachtig. ‘Zoiets als een Boeing 747 die opstijgt – heel gewoon dus.’

Als wetenschapper diende Miller tevens als consultant voor Nasa, de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie. Uit zijn gesprekken met astronauten en technici wist hij dat een shuttlevlucht absoluut niet vergelijkbaar was met een tochtje in de burgerluchtvaart. ‘Natuurlijk werkte iedereen er continu aan dat het risico laag zou zijn, maar zeker niet nul.’

Toch was de belangstelling gaandeweg gedaald sinds de maanlanding. Daar wilde Nasa iets tegen doen. Na een op de voet gevolgde selectieprocedure was een geschiedenislerares geselecteerd om mee te gaan op een speciale missie van de Challenger. Zo zou de ruimtevaart weer aandacht moeten krijgen in de media en in het onderwijs, want juffrouw Christa McAuliffe zou vanuit de ruimte lesgeven. Dus zaten vele miljoenen kinderen die kille winterdag in de klas te kijken naar de lancering. De bemande ruimtevaart was weer opwindend.

Na 73 seconden vulde een kleurrijke explosie de televisieschermen. Dat niemand de klap overleefd kon hebben, stond ogenblikkelijk vast. Reagan kreeg tijdens een vergadering te horen wat er was gebeurd, en vertelde het de anderen rond de tafel. Zij die erbij waren, herinnerden zich later wat hij verzuchtte: Reagan bleef maar denken aan de kinderen van McAuliffe en de talloze andere kinderen die de ontploffing live hadden meebeleefd. Luttele uren later gaf de president, die toch al bekend stond als The Great Communicator, de toespraak die aanhangers, opponenten en historici beschouwen als zijn beste.

that girl

Historica Valerie Neal heeft de speech in detail bestudeerd en ook zij komt steeds weer uit de bij de schoolkinderen die met een ramp werden geconfronteerd. ‘Het idee was om het over de ruimte te hebben in klassikaal verband. Leuk en opwindend! Opeens ging het over tragedie, verdriet en rouw. Reagan hielp de leraren doordat hij de toon zette. Ze kregen zo een historisch raamwerk om het ongeluk in perspectief te plaatsen.’

Als voormalig Hollywood-acteur stond Reagan altijd al bekend als een begenadigd spreker. Maar net als alle presidenten had hij speechwriters die de tekst schreven. De Challenger-ramp vroeg om een schrijver met stalen zenuwen en gevoel voor wat het volk op een donker moment wilde en moest horen. Reagan wist meteen wie het moest doen. Hij vroeg om that girl: Peggy Noonan.

Noonan schrijft nog altijd, als auteur van talrijke boeken en conservatieve columnist van The Wall Street Journal. Destijds was ze 35 jaar, een tijdelijke speechschrijver die plotseling moest presteren. Luisterend naar Reagans persconferentie, eerder die dag van de ramp, goot ze zijn woorden in een beknopte rede. Krap 650 woorden, vijf minuten: Noonan hield het voor een presidentiële toespraak kort.

het gezicht van god

Reagan klonk aangeslagen toen hij eerst vertelde dat hij en zijn echtgenote Nancy, net als alle Amerikanen, pained to the core waren: tot op het bot geraakt. Na die omschrijving van gedeeld verdriet noemde hij de naam van de astronauten en lerares McAuliffe. Hij prees hun moed en stipte aan dat het soms inderdaad leek alsof de ruimtevaart zo gewoon als een taxirit was geworden: ‘Misschien zijn we vergeten hoe veel moed het vergde van de bemanning.’

‘We’ zijn nog altijd pioniers, zei Reagan over de Amerikanen, en het werk van Nasa illustreerde dat. De ruimte was het nieuwe Wilde Westen: een onbestemde plek waar ontdekkingsreizigers hun eigen weg zochten. ‘Onze hoop en onze reizen zullen voortbestaan,’ zei Reagan. Dat gebeurde in de Verenigde Staten in openheid en vrijheid, voegde hij toe. Het was een sneer richting de Sovjets, die de informatie over hun successen en ongelukken geheim hielden, terwijl de Amerikanen informatie wilden delen om de ruimtevaartprogramma’s zo veilig mogelijk te kunnen maken.

Als gelovige leider van een christelijk land sloot Reagan af met spirituele beeldspraak: de zeven zielen slipped the surly bonds of earth to touch the face of God. Ze waren de barse begrenzingen van het aardse bestaan ontsnapt, om het gezicht van God aan te raken.

‘De belangrijkste deugd van deze rede is dat ze kort is,’ zegt Valerie Neal. ‘Elke zin heeft een specifiek effect, dat ook wordt bereikt.’ Zoals de Democratische voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, Tip O’Neill, later zei over zijn aartstegenstander: ‘Reagan deed een beroep op onze hoogste idealen.’

echo's van Lincoln

Dat bleek inderdaad uit het onderzoek van de politicoloog Jon Miller. Hij had toevallig net voor de ramp de publieke opinie over de ruimtevaart getest. Die was overwegend positief. Toen hij dezelfde groep luttele dagen na de explosie dezelfde vragen voorlegde, ontdekte hij dat de steun voor bemande ruimtevaart alleen maar was gestegen. ‘Reagan was een bewonderaar van Kennedy, en op dat moment wist hij net als Kennedy een stem te geven aan de reusachtige aspiraties van het ruimtevaartprogramma.’

Daar reageerde de bevolking positief op, bleek uit het onderzoek. Niet voor niets zijn er complete boeken geschreven over deze toespraak, zoals Slipping the Surly Bonds: Reagan’s Challenger Address (2006) van Mary Stuckey. Volgens deze auteur klonken er ‘echo’s van Lincoln op Gettysburg’ door in Reagans rede. In het Gettysburg Address herdacht Lincoln niet alleen gevallen soldaten, ook hield hij een pleidooi voor vrijheid en gelijkheid binnen één unie der Verenigde Staten. Lincoln deed dat nog veel bondiger dan Reagan 123 jaar nadien: zijn toespraak duurde twee minuten.

Peggy Noonan zei later dat ze twee dingen wilde doen. Reagan moest optreden als comforter-in-chief, oppertrooster, want ‘het was alsof het hele land hetzelfde auto-ongeluk had gezien,’ zei ze. Doel nummer twee: laten weten dat het ruimteprogramma verder zou gaan, ondanks deze tegenslag.

Dat laatste was de maanden na de ramp niet vanzelfsprekend. Het onderzoek naar de oorzaak werd minutieus gevolgd door de media. ‘In die tijd heerste er ook binnen Nasa twijfel over wat de gevolgen zouden zijn,’ zegt Valerie Neal. ‘Dat er zo slecht werd gecommuniceerd, dat er zo veel mis kon gaan: het paste voor de buitenwereld en de organisatie zelf niet bij het beeld dat we hadden van Nasa.’ Het geïdealiseerde plaatje van een club briljante, onfeilbare wetenschappers die alles konden, was aan diggelen.

falende organisatiecultuur

Uit het rapport van de onderzoekscommissie onder leiding van oud-minister van Buitenlandse Zaken Willam Rogers bleek de oorzaak bij de zogenoemde O-ringen te liggen. Maar dat technisch mankement werd alleen fataal door een falende organisatiecultuur. Al in 1977 bleek het probleem met O-ringen bekend te zijn. Door gebrekkige interne communicatie en conflicten tussen ingenieurs en managers was het proces richting lancering een drama, concludeerde de commissie. De ramp met de Challenger was ‘een ongeluk geworteld in de geschiedenis.’

In andere landen had deze conclusie kunnen leiden tot een einde van het ruimteprogramma, of tot een radicaal andere aanpak. Zo niet in het Amerika van Reagan. De nieuwe shuttle Discovery steeg twee jaar later op. In 2003 ging het opnieuw mis. Dit keer overleden de zeven bemanningsleden van Columbia, de oudste en eerste shuttle die in 1981 veilig was teruggekeerd op aarde. Toch vlogen de shuttles tot in 2011. De laatste, Atlantis, staat tentoongesteld op het Kennedy Space Center in Florida.

‘In de jaren tachtig zag je een teruglopend Amerikaans gezag op sommige terreinen,’ zegt Jon Miller. ‘Amerika maakte allang niet meer de beste auto’s. Maar de spaceshuttle? Dat konden we. Dus na de ramp bleef de houding: we fixen dit, we gaan door.’