De zelfbouwwereld kent zijn eigen taaltje. In dit ABC een uitleg van de zelfbouwtermen die je tegen kan komen.

Activator: zie ook Urban Activator. Een gebouw dat in een nieuwe wijk of buurt, of in een nieuw woongebied, een wijk-of plek-activerende gemeenschapsfuctie vervult. Vroeger was dat vaak een café of gemeenschapshuis, maar tegenwoordig kan het van alles zijn: een fietsverhuur, een alternatieve koffieshop (biologische appeltaart!) of een fitnessplek.

'Belgische toestanden': verwijzing naar de grotere vrijheid van bouwen bij de Zuiderburen. Zowel in ligging als in plaatsing als in uitvoering zouden sommige bouwsels in België de toets van de welstand in Nederland niet doorstaan. Vooral van lelijke overlopen en naast-ekaar-plaatsingen zijn in België fraaie voorbeelden te vinden. Er is zelfs een blog aan gewijd: Ugly Belgian Houses.

Bouwbegeleider: nieuw beroep dat ontstaan is door de toegenomen zelfbouw. Specialist in het bouwproces die zelfbouwers en bouwgroepen begeleidt in het proces van nieuwbouw, met name in de relatie met gemeente, aannemer, financier en architect. Bouwbegeleiders zijn dus geen projectontwikkelaars want ze werken vraaggestuurd.

Bouwbesluit: de neerslag van nationale regels en voorschriften die de Rijksoverheid hanteert voor nieuw, aan- en verbouw in Nederland. Het Bouwbesluit 2012 is, in verkorte versie, al 142 pagina's dik. Staat vaak symbool voor het rigide bouwbeleid in Nederland.

Bouwgroep: een verzameling bouwers of toekomstige bewoners van appartementen. In Duitsland populair als Baugruppen. Soms is de groep mensen (vrienden, geestverwanten, senioren, musici) er eerst, soms zoekt de architect de bewoners bij elkaar. Ook kan het collectief particulier opdrachtgeverschap gefaciliteerd worden door een bouwgeleider of een bouwbegeleidende instelling als 3CPO.

Cataloguswoning: eindproduct van het in Nederland traditionele bouwproces waarin projectontwikkelaars, gemeentes en aannemers samenwerken. Dat levert soortgelijke huizen, vaak in blokken, voor Vinex- en andere nieuwwijken. De koper of huurder heeft weinig keuze en beperkte mogelijkheid tot aanpassing of verandering van de nieuwbouwwoning. Voor architecten en aannemers is catalogusbouw vooral meters maken.

CPO (Collectief Particulier Opdrachtgeverschap): specifieke vorm van nieuwbouw waarin er sprake is van particuliere opdrachtgevers. Het initiatief tot bouwen gaat niet uit van een projectontwikkelaar maar van particulieren.

Dieplader: wie zelf bouwt en veel spullen moet aanhalen, dient vooral ook rekening te houden met (transport)materieel. Vooral bij kant-en-klare materialen en bij elkaar gesprokkelde onderdelen zullen er kranen of diepladers bij nodig zijn. Zelfbouwer Frank Alsema uit de uitzending gebruikte het woord 'dieplader' met een mengeling van ontzag en liefde wanneer er weer eens een caravan, bouwkeet of glazen voorpui moest worden gehaald.

Erfpacht: kavels waarop nieuwbouw (en dus ook zelfbouw) verrijst, liggen altijd in een gemeente. Dus is de zelfbouwer afhankelijk van hoe de desbetreffende gemeente de bouwgronduitgifte heeft geregeld. Soms geschiedt dat in erfpacht -van vaak 49 of 99 jaar- en soms wordt de grond in één keer verkocht. Voor gemeentes hebben erfpachtconstructies het voordeel dat ze van de waardestijging meeprofiteren.

Faciliteren: werkwoord dat het Franse woord 'facile' bevat. In tijden van crisis zullen aannemers, projectontwikkelaars, architecten en betrokken gemeentepersoneel meer hun best moeten doen om zelfbouwers te faciliteren. Dat betekent: beter luisteren, meedenken, meer communiceren dan gewoonlijk en vooral vraaggestuurd denken. Flexibiliteit is gewenst, niet langer de comfort zone 'waarin het geld vanzelf binnenstroomt', zoals een ontwikkelaar Tegenlicht over de periode voor 2008 toevertrouwde. 

Geheid: term uit de bouwwereld die een eigen leven is gaan leiden. Een kavel of bouwterrein wordt door de gemeente geheid opgeleverd als er heipalen en heiwerk nodig zijn geweest voor een stevige en solide bouwondergrond. Geen modderige ondergrond, maar geheid en bouwrijp gemaakt. Dat is een spreekwoordelijke onwrikbaarheid geworden. Geheid = vast en zeker. Op Frank Alsema's Buiksloterham was het gezamenlijk heien in een vroegtijdig stadium een concessie die van de gemeente werd gevraagd: dit maakte het voor de bewoners veel goedkoper.

Housemaker: ook de nieuwbouw en zelfbouw digitaliseren. Architectenbureau MVRDV (van Winy Maas, Jacob van Rijs en Nathalie de Vries) ontwierp de 'housemaker', software voor het bouwen van een huis. Er is ook software voor het van de grond af inrichten van een nieuwbouwwijk of dorp (de 'villagemaker'). Een goed voorbeeld van deze radicale zelfbouw is de Almeerse wijk Oosterwold.  

IBBA: afkorting van Ik Bouw Betaalbaar in Almere. Zelfbouw, in welke gedaante dan ook (eigen ontwerp, deelname aan appartementenbouw, kluswoning), is van nature geschikt voor starters. In Almere zijn al starterswoningen te vinden voor wie 115.000 euro kan meebrengen of lenen. Om voor de regeling (waarbij de gemeente 40% voorfinanciert) in aanmerking te komen mag het jaarinkomen niet hoger zijn dan 36.500 euro.

Jutterbouw: wijze van bouwen waarbij gebruikt wordt gemaakt van 'gevonden', gekregen en via digitale marktplaatsen verkregen onderdelen. Beroemd werd het Huis van Overvloed in Nijmegen, dat onlangs jammer genoeg afbrandde. Ook Frank Alsema in 'Bouw 't zelf' gaat zo te werk.

Kavelpaspoort: document waarin alle randvoorwaarden staan die bij een kavel horen. Dus bouwvoorschriften, bouwregels, minimale hoogtes en breedtes en uiteraard de afmetingen van de kavel. Sommige gemeentes hebben ook een (interactieve)  kavelkaart, en een Kavelwinkel waarin kandidaat-bouwers zich kunnen oriënteren.

Loodsbouw: manier van bouwen waarbij materialen en/of prefab elementen eerst in een loods worden verzameld of in elkaar gezet. Bouwen op een kavel wordt dan een soort bouwen met legoblokken; vereist wel vervoer en transport van loods naar kavel.

Maatvoering: op een eigen kavel is goed meten zo mogelijk nog belangrijker dan bij catalogusbouw. Niet alleen de afmetingen van de kavel zijn van belang en leveren restricties; bij de uitvoering en bij het zelf bouwen kunnen meetfouten funest zijn.