Gerrit van de Kamp is voorzitter van de Algemeen Christelijke Politiebond (ACP), president van de European Police Union (EPU) en voorzitter van de Stichting werknemersbelangen Vrede en Veiligheid (SWVV). Van de Kamp is bezorgd over het aantal schietincidenten in Nederland: 'Het is bijna elk weekend wel raak.'

Van de straat

Voor zijn aanstelling als voorzitter van de ACP vakbond in 2004 is Van de Kamp ook tien jaar lang in het werkveld actief geweest, als (hoofd)agent bij Politie Nederland. In zijn positie als voorzitter van de ACP vakbond vertelt Van de Kamp in de uitzending 'Dichter op Nederland' dat agenten in een toenemend aantal gevallen overgaan op schieten. De voorzitter ziet hard optreden door politie als wenselijk: 'Proportioneel geweld is soms noodzakelijk in het politiewerk,' zo stelt Van de Kamp in het ACP tijdschrift Blauw in 2009.

'Banger voor klachten dan voor klappen'

Tegelijkertijd merkt Van de Kamp op dat politiemensen steeds terughoudender zijn in het toepassen van geweld. Hij doelt daarbij op het pro-actief ingrijpen in gevaarlijke situaties door politieagenten, bijvoorbeeld door 'groepen dronken jongeren te verplaatsen door duwen'. De toepassing van geweld is steeds meer reactief in plaats van pro-actief. Van de Kamp: 'Pas als er geweld tegen de politie wordt gebruikt, dus nadat het is geëscaleerd, gaat de politie over tot geweld.' De voorzitter van de ACP stelt dat politieagenten juist prima in staat zijn om gevaarlijke situaties in te schatten, en dus weten wanneer pro-actief geweld zinvol is om escalatie te voorkomen. 'Politiemensen zijn soms banger voor klachten dan voor klappen', zo stelt Van de Kamp vast.