Atomen voor de vrede
Onderweg naar morgen
Kernenergie heeft ooit een vliegende start gemaakt toen de Amerikaanse president Dwight Eisenhower in 8 december 1953 in een toespraak voor de Verenigde Naties het ontwikkelingsprogramma 'Atomen voor de Vrede' aankondigde. Over de hele wereld ging men enthousiast aan de gang met de nieuwe technologie waarmee je met behulp van de energie die er vrijkomt bij de splijting van een bepaald uraniumisotoop elektriciteit opwekt. In de zomer van 1957 werd op Schiphol de grote tentoonstelling ‘Het Atoom’ gehouden. Grote trekpleister was een werkende kernreactor. Zo'n driekwart miljoen Nederlanders mochten zich vergapen aan het geheimzinnige blauwe Tsjerenkov-licht van een reactor in werking. Kernenergie zou ons naar het paradijs leiden, had de grote Einstein voorspeld. En als hij het niet zou weten, wie dan wel...? Die welwillendheid was in de jaren '70 en vooral '80 wel voorbij. Het kabinet Lubbers had na een zogeheten brede maatschappelijke discussie in 1985 nog besloten om drie kerncentrales in Nederland te bouwen, maar in 1986 ging er in de kerncentrale in Tsjernobyl iets vreselijks mis en er kwam een grote hoeveelheid radioactiviteit vrij. Voorstanders van kernenergie konden nu wel beweren dat het type reactor dat in Tsjernobyl stond van een heel ander type was dan die in het westen stonden en dat zo'n ongeluk bij ons in het westen niet kon gebeuren, maar het doodvonnis voor de kerntechniek leek getekend. Maar in die voor de voorstanders van kernenergie treurige situatie lijkt een kentering gekomen. Het wereldenergieoverzicht van BP laat zien dat 2002 een topjaar is geweest voor de productie van elektriciteit met behulp van kernenergie. Die productie was gelijk aan die van 610,8 miljoen ton olie-equivalenten of mtoe, en dat op een totaal van 9.464,5 mtoe aan primaire energie. Ten opzichte van 1990 is dat een stijging met 25 procent. In 2003 was die productie overigens iets gezakt: 598,8 mtoe van in totaal 9.741,1 mtoe. Finland heeft aangekondigd voor 3,2 miljard euro een kerncentrale met een vermogen van 1600 megawatt te gaan bouwen. Ter vergelijking: de kerncentrale in Borssele heeft een vermogen van 450 megawatt. Urenco in Almelo gaat uitbreiden en Benno Wiersma, handelaar in zonnecellen en projectontwikkelaar, wordt niet meteen voor gek versleten als hij aankondigt dat er binnen niet al te lange tijd een minikerncentrale in Nederland zal worden gebouwd die werkt volgens een nieuwe techniek die de kernreactor intrinsiek veilig maakt.