Kim Ghattas is internationaal gerenommeerd journalist en schrijver. Twee decennia was ze Midden-Oostencorrespondent, waaronder voor de BBC. De afgelopen drie jaar richtte ze zich volledig op één project, haar nieuwe boek Zwarte Golf: Hoe de rivaliteit tussen Saoedi-Arabië en Iran het leven in het Midden-Oosten heeft verwoest. We spreken haar in het kader van ons onderzoeksdossier naar de lange arm van Iran.

Waarom wilde u dit boek schrijven?

‘Als journalist deed ik twintig jaar verslag vanuit het Midden-Oosten. In de afgelopen veertig jaar is de regio enorm veranderd, zijn er veel vrijheden verloren gegaan. In mijn boek wilde ik herleiden wat hieraan ten grondslag lag. Wat is er gebeurd? En hoe kunnen we een betere weg vooruit vinden? 

Vaak wordt gewezen naar het Amerikaans buitenlandbeleid als belangrijke oorzaak, maar dat gaat voorbij aan de rol van regionale machten. Iran en Saoedi-Arabië hebben tezamen de regio op een verschrikkelijke koers gezet. Ik denk dat de rivaliteit tussen die twee landen een grote rol heeft gespeeld in de neergang van de regio.’

In ‘Zwarte Golf’ schrijft u dat in tegenstelling tot wat veel mensen denken, de rivaliteit tussen de twee grootmachten van het Midden-Oosten niet altijd bestond. 

‘De rivaliteit tussen Iran en Saoedi-Arabië ontstond pas in 1979. Tot dan waren de koningshuizen van de twee landen zelfs vrienden. Samen vormden ze de twee pijlers van het Amerikaanse buitenlandbeleid in de regio. De koningen bezochten elkaar met regelmaat - ondanks het feit dat één land dominant soennitisch was en het andere land dominant sjiitisch.

In 1979 veranderde dat. Drie losstaande gebeurtenissen hadden tezamen grote invloed: de Iraanse Revolutie, de gijzeling in de Grote Moskee in Mekka en de Sovjetinvasie van Afghanistan. Als gevolg hiervan werden Iran en Saoedi-Arabië geopolitieke concurrenten. Zo vochten ze in de jaren tachtig gedurende de Iran-Irak oorlog indirect tegen elkaar.’

De aartsrivalen in het Midden-Oosten

De twee grootmachten van het Midden-Oosten, Iran en Saoedi-Arabië, staan lijnrecht tegenover elkaar als geopolitieke en ideologische rivalen. Maar dit was niet altijd het geval. Voor de Iraanse revolutie van 1979 hadden Iran en Saoedi-Arabie een vriendschappelijke relatie. De koningshuizen bezochten elkaar zelfs geregeld. Hoe is hun ruzie begonnen, en waar gaat deze eigenlijk over? Dat zie je in de video explainer hieronder. Lees de hele productie hier

Hoe verspreidt zich als gevolg van deze rivaliteit een zwarte golf over de regio?

‘De strijd tussen Iran en Saoedi-Arabië verplaatste zich ook naar religieus en cultureel terrein. Saoedi-Arabië heeft zichzelf altijd gezien als leider van de moslimwereld, als gastvader van de twee heilige plekken van de islam: Mekka en Medina. Iran had nooit interesse in deze rol - totdat ayatollah Khomeini aan de macht kwam. 

Na 1979 belandden Iran en Saoedi-Arabië in een soort wapenwedloop van vroomheid: wie is het meest vroom; wie is de ‘werkelijke’ moslim? En wie kan hiermee het leiderschap claimen van de moslimwereld? Met behulp van moskeeën, liefdadigheidsinstellingen en scholen poogden ze hun eigen eenduidige interpretatie van de islam op te leggen aan de hele regio.

In Egypte werd de gezichtsbedekende nikab populair: een Saoedisch gebruik dat Egyptenaren daarvoor helemaal niet kenden. En over het kleurrijke Pakistan verspreidde zich de donkerte die Saoedi-Arabië en Iran gebruiken om de massa achter zich te verzamelen.’ 

Zoals u al noemde is Iran dominant sjiitisch, Saoedi-Arabië overwegend soennitisch. Waar gaat dit verschil over? 

‘Het historische schisma tussen de moslimstromingen van soennieten en de sjiieten is een onenigheid over de rechtmatige opvolger van de profeet: zijn meest nabije vertrouweling of familielid. Maar in de loop van de geschiedenis waren er nauwelijks oorlogen tussen de twee kampen. Ze doodden elkaar bijvoorbeeld minder dan katholieken en protestanten onderling.

De rivaliteit tussen Iran en Saoedi-Arabië gaat over dominantie van de regio en macht, waarbij ze gebruik maken van religie als middel. Beide landen zetten religieuze identiteit van soennieten en sjiieten in als wapen. Daarmee voeden ze intolerantie in de gehele regio en wordt sektarisch geweld ontketend. Na 1979 werden sektarische verschillen tussen soennieten en sjiieten een intrinsiek onderdeel van mensen hun alledaagse levens. Die ontwikkeling is Iran en Saoedi-Arabië te verwijten, en dat vind ik onvergeeflijk.’

'Het is te makkelijk om dit conflict weg te zetten als een religieuze oorlog.'

Wat is de rol van religie in de regio?

‘Veel mensen die ik sprak voor mijn boek zijn conservatieve moslims: ze bidden, gaan naar de moskee, vasten tijdens de ramadan. Sommige vrouwen zijn gesluierd. Maar vrijwel allen willen ze een scheiding tussen staat en geloof. Het is belangrijk om je te realiseren dat de specifieke interpretaties van de islam van beide koningshuizen, niet aansluiten bij de meerderheid van de regio. Daarbij storen velen zich aan de competitie van vroomheid waarin het belangrijker is geworden hoe religieus je eruitziet, in plaats van hoe religieus je bént. 

Tegelijkertijd wordt religie door veel dictators misbruikt, zoals in Egypte en Syrië. Ze voeden islamisten in hun land, om ze vervolgens te kunnen gebruiken als pressiemiddel richting het Westen: ‘het is of mijzelf, of de radicale moslims aan het roer’. De westerse obsessie met schijnstabiliteit die deze dictators brengen, creëert een rampzalig beleid waarvan we de effecten al meermaals hebben gezien. Wanneer deze dictators na dertig of veertig jaar vallen, hebben ze de negatieve rol van religie in hun samenleving alleen maar verergerd.’

Hoe zal het conflict tussen Iran en Saoedi-Arabië zich de komende tijd ontwikkelen?

‘De rivaliteit tussen de twee landen is tot op heden ontzettend destructief: we zien de bloederige resultaten ervan in Syrië en Jemen. Wat er daar gebeurt, is een vlek op het geweten van Iran en Saoedi-Arabië. Ik zie niet in hoe de relatie tussen de twee landen in de nabije toekomst zal verbeteren. 

Wel geloof ik dat de zwarte golf aan het afnemen is. Meer dan de helft van de jongere generatie in de regio vindt dat religie en sektarisme hun leven te veel beheersen. Zij willen banen, vrijheid van meningsuiting, mensenrechten. Een einde aan corruptie. Ook Iran en Saoedi-Arabië zelf merken dat religie deze generatie minder aanspreekt. Wat je nu ziet, is dat beide landen nationalisme inzetten om gevoelens van loyaliteit aan te wakkeren. Ik geloof dat dit het nieuwe thema is van dit tijdperk.’