Benito’s strijd voor een veiliger gezinshuis

Het kind van de rekening

Benito groeide op in een gezinshuis, maar het was er onveilig. Hij spande een zaak aan voor het Tuchtcollege van de Jeugdzorg, om te voorkomen dat meer kinderen hetzelfde zou overkomen. Maar wat er toen gebeurde, had niemand voor mogelijk gehouden.

Door: Nina van Raay, Judith Konijn, Keshia Hederman en Kees Brouwer

Als een kind uithuisgeplaatst wordt, kan het terecht komen in een pleeggezin, een grote instelling, óf een gezinshuis. Een gezinshuis is kortgezegd: professionele zorg in een gewoon gezin. Het aantal gezinshuizen is de afgelopen jaren flink toegenomen, sinds de roep om ‘zo thuis als mogelijk’ opgroeien. Er is veel enthousiasme over deze vorm en het kent veel voordelen. Maar, het systeem is ook kwetsbaar. Deskundigen wijzen Argos op de risico’s. Want hoe bewaak je de kwaliteit?

De jaren dat Benito in het gezinshuis woonde, is er nooit actie ondernomen om hem uit de onveilige situatie te helpen. Zowel het College van Toezicht als het College van Beroep van Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) stelden hem later in het gelijk en oordeelden snoeihard: vanwege geestelijke mishandeling en verwaarlozing mag deze gezinshuismoeder haar werk nooit meer uitvoeren. Maar gebeurde dit vervolgens ook? In Argos vertellen Benito, verschillende betrokkenen en deskundigen over het bewaken van kwaliteit in de jeugdzorg, en het belang van luisteren naar jongeren.

do. 26 oktober, 21.05u, NPO2

Argos op tv

Argos is er naast radio en online ook op tv. De redactie onderzoekt verschillende onderwerpen met maatschappelijke impact. Ook op tv staat Argos garant voor journalistiek speurwerk naar opmerkelijke achtergronden bij het nieuws, of zaken die nieuws zouden moeten zijn.

sprekers

Benito Walker

Spande Tuchtzaak aan tegen het gezinshuis waar hij vijftien jaar van zijn jeugd woonde en werd in het gelijk gesteld.

Jelle Meij

Vertrouwenspersoon Tuchtzaken bij Jeugdstem en jurist, stond Benito bij tijdens de tuchtzaak die hij aanspande.

Rob de Munck

Directeur Care Consultancy en adviseur Jeugdzorg

Abonneer je op Argos-podcast

De wekelijkse radio-uitzending van Argos is ook te beluisteren als podcast via ►Spotify ►ApplePodcasts ►Stitcher ►RSS-feed. Meer weten? Klik hier.

Lees hier het weerwoord van jeugdhulporganisatie Elker, Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, staatssecretaris van Ooijen en de moeder van het gezinshuis

wederhoor

Uiteraard hebben wij contact gezocht met de gezinshuismoeder. Zij wilde niet ingaan op onze vragen en ook geen schriftelijk reactie geven.

ELKER IS DE JEUGDHULPORGANISATIE WAAR HET BETREFFENDE GEZINSHUIS ONDER VALT 

Bij Elker werken we samen met gezinshuizen omdat deze vorm van jeugdhulp aansluit bij onze visie: hulp zo thuis als mogelijk.
Als in je eigen thuis opgroeien (tijdelijk) niet meer gaat, zijn er oplossingen als pleeggezinnen of gezinshuizen. Voor kinderen die tijdelijk of voor langere tijd professionele hulpverlening nodig hebben vanwege hun complexe problematiek en/of beschadigende ervaringen waar zij heel veel last van hebben, kan een gezinshuis een passende woonomgeving zijn.

Benito, die cliënt bij ons was, heeft een klacht tegen zijn gezinshuismoeder ingediend bij het SKJ. Wij werken met dit gezinshuis samen. Naar aanleiding van deze klachtzaak hebben wij een onderzoek in gang gezet naar de veiligheid van de kinderen die op dat moment in het gezinshuis woonden. Daar ligt dan onze eerste zorg. We hebben gesproken met de kinderen, scholen, de gezinshuisouders en de bij deze kinderen betrokken pedagogisch medewerkers.

We hebben de klacht en de uitspraak van de tuchtcommissie van het SKJ heel serieus genomen. Daarbij zijn we niet over één nacht ijs gegaan. Want we hebben te maken met de uitspraak én met de individuele situatie van de kinderen die op dat moment in het gezinshuis woonden. Dit kunnen we kort, zonder de privacy van de betrokken kinderen en gezinshuisouders te schenden, toelichten:

We spraken de afgelopen tijd uitgebreid met alle betrokkenen die dichtbij deze kinderen staan: de kinderen zelf, de betrokken scholen, ouders en/of verantwoordelijke voogden, hun verwijzers en andere betrokken experts. Daarnaast spraken de betrokken onafhankelijke vertrouwenspersonen met de kinderen en spraken ook de voogden en verwijzers met de kinderen en met de mensen om hen heen. De Inspectie voor Gezondheid & Jeugd is betrokken als belangrijke onafhankelijke partij in deze.

We voerden deze gesprekken en verzamelden deze informatie om met elkaar te komen tot het beste plan voor de toekomst van elk van deze kinderen. Want dat is wat zij nodig hebben en waar zij ook recht op hebben. De uitkomst van die gesprekken, overleggen en afspraken was dat wat ons en wat alle betrokken partijen betreft het blijven wonen in dit gezinshuis voor de kinderen die nu in het gezinshuis wonen, het beste is.

Met elkaar zijn we zo samen een proces aangegaan met stevige samenwerkingsafspraken. Deze geïntensiveerde samenwerkingsafspraken houden onder andere in dat we voor elk kind blijven afwegen of dit nog steeds de juiste plek is om te wonen óf dat een andere woonomgeving beter past. We blijven dus dichtbij het gezinshuis en monitoren nauwgezet met elkaar de ontwikkeling en veiligheid van deze kinderen, want hun belang blijft natuurlijk altijd voorop staan.

De kern van ons werk is om altijd alles in het werk te stellen om te voorkomen dat kinderen zich onveilig voelen. Dat we dit voor Benito niet hebben kunnen voorkomen is dan ook meer dan verdrietig.

Vanwege de privacy van de kinderen en omdat we hun leefsituatie in het gezinshuis niet willen verstoren, kunnen we niet ingaan op verdere vragen.

Zoals we in onze eerdere reactie aan uw redactie aangaven: de samenwerkingsafspraken die we met het gezinshuis maakten n.a.v. de klachtzaak van Benito, houden in dat we nauwgezet de veiligheid en ontwikkelmogelijkheden van alle kinderen die daar nu wonen continu monitoren. Zodat we kunnen blijven afwegen - Elker samen met betrokken verwijzers en/of voogden - of dit gezinshuis nog steeds de juiste plek voor hen is om op te groeien.

Nu is heel recent een nieuwe situatie ontstaan: we ontvingen een melding die gaat over een periode van enige tijd geleden. Deze melding was voor ons reden om direct met de betrokken partijen om het gezinshuis heen in gesprek te gaan. We hebben ook contact opgenomen met de Inspectie Gezondheidzorg & Jeugd (IGJ).

De uitkomst van deze overleggen en onze contacten met de IGJ is dat alsnog de samenwerking met het gezinshuis stopt. Dit is deze week aan gezinshuisouders, de kinderen, ouders en alle andere direct betrokkenen verteld.

Dit betekent veel, vooral voor de in het gezinshuis wonende kinderen. Zij zullen moeten verhuizen vanuit een voor hun vertrouwde omgeving. We weten dat dit voor deze kinderen ontzettend ingewikkeld zal zijn en moeilijk te begrijpen. We doen dan ook alles om, samen met hun ouders of (gezins)voogden en andere betrokken hulpverleners, een andere passende woonomgeving voor hen te vinden. We blijven met elkaar om de kinderen heen staan en doen er alles aan om dit zorgvuldig met elkaar te kunnen oppakken.

Nu hun leefsituatie toch al ernstig verstoord gaat worden, vragen we om begrip dat wij ook nu niet op verdere vragen in kunnen gaan. Onze focus ligt nu op de kinderen.

Gezinshuizen bieden kleinschalige zorg met veel persoonlijke aandacht voor jongeren en met vaste opvoeders. Kinderen kunnen hierdoor zo thuis mogelijk opgroeien. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd houdt toezicht op de kwaliteit van de jeugdhulp in gezinshuizen. Ook al is de diversiteit in gezinshuizen groot; de eisen in de Jeugdwet gelden ook voor gezinshuizen die zorg bieden op basis van de Jeugdwet.

We hebben makers van Argos in een achtergrondgesprek verteld hoe ons toezicht op gezinshuizen werkt. Dat is gebaseerd op diverse informatie over de kwaliteit van zorg. Dit ontvangen we bijvoorbeeld via signalen en meldingen. We hebben ook aangegeven dat we over individuele zaken en onze lopende toezichten geen informatie kunnen delen. Dat betekent niet dat er achter de schermen niets gebeurt. Bij een lopend toezicht vragen we onder andere informatie op bij betrokken partijen en bronnen, wordt gesproken met jongeren, is er ‘hoor en wederhoor’ bij diverse partijen en dragen we bijvoorbeeld op tot verbeteren. Deze informatie wordt meegenomen in ons toezicht, aan de hand daarvan bepalen we eventuele verdere stappen.

Bij de casus over het gezinshuis dat aan bod komt in de uitzending van Argos loopt een toezicht. Dit is gestart naar aanleiding van een melding afgelopen voorjaar. Onlangs kregen we een nieuwe melding over dit gezinshuis. Deze melding was voor ons aanleiding ons toezicht direct te intensiveren. De opgehaalde informatie maakt dat we zeer ernstige zorgen hebben over de acute veiligheid van de jongeren die bij het gezinshuis wonen.

De veiligheid van de jongeren die in het gezinshuis verblijven staat altijd voorop. Daar gaat onze eerste zorg naar uit. De veiligheid is geborgd door de hoofdaannemer van het gezinshuis.

Wij zetten ons onderzoek voort en bekijken wat onze vervolgacties zijn.

REACTIE STAATSSECRETARIS VAN OOIJEN OP VRAGEN ARGOS 


1. Het verschilt erg per gemeente en oprichtingsvorm aan welke eisen een gezinshuis moet voldoen. Een zelfstandig gezinshuis kan relatief makkelijk beginnen. Dit staat in groot contrast tot het strenge selectieproces dat een gezinshuis onder bijvoorbeeld een franchise moet doorlopen voordat het mag beginnen. Ook opleiding en begeleiding zijn niet vanzelfsprekend, met name voor zelfstandige gezinshuizen, terwijl dit volgens deskundigen essentieel is voor goede zorg voor uithuisgeplaatste kinderen. Staat dit bij het ministerie op de radar en wat doet het ministerie om die verschillen te verkleinen?

2. Er is onvoldoende zicht op het aantal gezinshuizen. Wij hebben een rondgang gedaan langs verschillende gemeenten, waaruit bleek dat niet alle gemeenten weten hoeveel gezinshuizen zij hebben. Ook het NJi beschikt niet over cijfers, hoewel ze het wel graag in kaart zouden willen brengen. Zelfs de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft geen compleet beeld. Is het hebben van overzicht niet essentieel voor goed toezicht, en wat gaat het ministerie hieraan doen?

3. Sinds de grote groei van het aantal gezinshuizen de afgelopen jaren, kan de inspectie niet meer overal langs. De inspectie heeft onvoldoende mankracht en slagkracht. De oplossing die daarvoor is bedacht, is meer ogen over de drempel. Dus bijvoorbeeld gedragswetenschappers, voogden en vertrouwenspersonen die ook meekijken naar de kwaliteitswaarborging. Maar in de praktijk werkt dit niet altijd. Deze personen zijn niet altijd onafhankelijk, hebben onvoldoende tijd, of komen niet vaak genoeg, zo zeggen deskundigen. Herkent het ministerie zich in dat beeld en zijn er plannen om dat te verbeteren?
 

Antwoord op vraag 1, 2 en 3

Gezinshuizen vormen een belangrijk deel van de zorg voor kinderen die in hun eigen gezin niet meer veilig kunnen opgroeien. Het is heel belangrijk dat er voor hen dan een ‘zo thuis mogelijk’ alternatief gevonden wordt. Het liefst in een pleeggezin of in een kleinschalige en gezinsgerichte setting, zoals een gezinshuis. Een gezinshuis biedt kinderen een combinatie van gezinssetting en professionele zorg.

De meeste gezinshuisouders zetten zich met hart en ziel in om goede zorg te leveren aan deze kwetsbare kinderen. Ik ben hen daar ontzettend dankbaar voor. Want het is ontzettend belangrijk maar ook intensief en zwaar werk.

Tegelijkertijd erken ik ook dat niet alle gezinshuizen op dit moment voldoen aan de kwaliteit die we voor ogen hebben. En zijn er situaties waarin geld een belangrijke drijfveer lijkt te zijn of kinderen niet de zorg krijgen die ze nodig hebben. Daarom hebben we met betrokken partijen de volgende stappen gezet:

• Om de kwaliteit van zorg in gezinshuizen te versterken en de kwaliteitsverschillen tussen gezinshuizen te verkleinen, heeft de sector kwaliteitscriteria ontwikkeld.

• Er is een handreiking ontwikkeld hoe reële tarieven kunnen wordt vastgesteld door gemeenten. Daarnaast wordt een AMvB reële tarieven opgesteld. Hierdoor kunnen gemeenten en aanbieders goede afspraken maken over eerlijke tarieven.

• Tenslotte wil ik met het Wetsvoorstel integere bedrijfsvoering zorgaanbieders (Wibz) voorwaarden stellen aan het uitkeren van winsten.

Daarnaast spelen de inspectie (IGJ) en de gemeenten ook bij gezinshuizen hun rol om de kwaliteit te bewaken en te verbeteren. Gemeenten kopen deze zorg in en hebben als inkopende partij invloed op de afspraken die over kwaliteit en prijs gemaakt worden. Als daaraan niet goed genoeg wordt voldaan hebben zij de mogelijkheid om contracten ook weer te beëindigen.

De IGJ houdt net als bij de andere onderdelen van jeugdhulp toezicht op de kwaliteit en veiligheid van zorg bij gezinshuizen en kan ingrijpen wanneer dit onder de maat is. De IGJ werkt risicogericht en kan op basis van signalen van professionals, ouders, kinderen en andere betrokkenen besluiten om gericht toezicht uit te voeren.

We werken ook samen aan de verbetering van kwaliteit bij gezinshuizen met de vereniging van gezinshuisouders. Deze vereniging krijgt (financiële) ondersteuning van VWS om implementatie van de kwaliteitscriteria actief onder de aandacht te brengen van gezinshuisouders en gemeenten.

Over het houden van overzicht op alle gezinshuizen. Van de inspectie heb ik begrepen dat zij overzicht bewaren op basis van een combinatie van bronnen: aanmeldingen van nieuwe toetreders conform WTZa, wet op jaarverslaglegging en informatie van NJI. Dat zorgt voor een goed beeld, maar is nooit helemaal dekkend omdat er altijd partijen bij komen of stoppen. Via meldingen krijgt de inspectie soms zicht op een gezinshuis dat nog niet eerder in beeld was. Omdat een volledige registratie van alle soorten gezinshuizen ontbreekt, willen wij vanuit VWS de beschikbaarheid van goede cijfers over het aantal gezinshuizen in Nederland verbeteren. Hiervoor zijn we in overleg met betrokken partijen.

Nogmaals, gezinshuizen zijn een heel belangrijk onderdeel van de jeugdzorg in Nederland omdat kinderen die het nodig hebben daar ‘zo thuis mogelijk’ kunnen opgroeien. Samen met alle betrokkenen werken we er hard aan om de kwaliteit van zorg in alle gezinshuizen zo goed mogelijk te verbeteren voor realistische tarieven. 
 

4. Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) is opgericht ter kwaliteitswaarborging voor de jeugdzorg. Toch is het mogelijk dat een jeugdzorgmedewerker exact hetzelfde werk kan blijven uitoefenen na het opleggen van de zwaarste maatregel. Een uitspraak wordt dan gewoon terzijde geschoven. Dat blijkt uit de casus die wij voor ons onderzoek hebben bestudeerd. Hoe kijkt het ministerie hiernaar in verhouding tot het leveren van goede zorg aan uithuisgeplaatste kinderen? Als dit mogelijk moet blijven (het terzijde schuiven van de zwaarste tuchtmaatregel), wat is dan nog de waarde van SKJ en wat zegt dit over de kwaliteit van de jeugdzorg?

 

Antwoord op vraag 4:

De Inspectie (IGJ) heeft mij laten weten dat zij vanuit haar regulier toezicht aandacht heeft voor deze zaak. De Inspectie is onafhankelijk en deelt geen informatie terwijl toezicht nog gaande is. Ik wacht de bevindingen van de IGJ af.

Laat ik vooropstellen dat het verschrikkelijk is als een kind geestelijke mishandeling en verwaarlozing heeft ervaren door een hulpverlener die verantwoordelijk was voor de zorg en het realiseren van een veilige omgeving.

Registratie en tuchtrecht zijn van groot belang om ervoor te zorgen dat hulpverleners kwalitatief goede zorg verlenen volgens de actuele inzichten en de jeugdhulpsector verder professionaliseert.

Een uitspraak van het college van beroep van SKJ kan niet genegeerd worden.

In deze casus is, na hoger beroep, een uitspraak gedaan en is de SKJ-registratie van de gezinshuisouder doorgehaald en mag deze zich niet meer opnieuw registreren.

Ik heb begrepen dat de partner van deze gezinshuisouder zich heeft ingeschreven bij SKJ en daarmee het gezinshuis voortzet.

Ik vind deze situatie onwenselijk. In deze situatie is het aan gemeenten en jeugdhulpaanbieders om maatregelen te treffen, ook als een gezinshuisouder wordt doorgehaald uit het register en de andere ouder het gezinshuis wil voortzetten. De jeugdhulpaanbieder kan het contract met de zorgverlener verbreken en kinderen elders onderbrengen. De gemeente kan de inkoop van deze zorg stopzetten.

Als staatssecretaris draag ik verantwoordelijkheid voor het systeem. De IGJ houdt toezicht op kwaliteit en veiligheid van zorg en kan ingrijpen als deze ondermaats is.
 

5. Er is in de afgelopen tijd onderzoek gedaan dmv proeftuinen met meta toezicht. Wordt dat nog steeds gedaan? En zijn daar al resultaten van bekend? 

Antwoord op vraag 5.

Een deel van de kleine hulpaanbieders, waaronder gezinshuizen en zorgboerderijen, is aangesloten bij een overkoepelende organisatie. Bij metatoezicht stimuleert de inspectie koepels om erop toe te zien dat kwaliteit van de hulp bij aangesloten kleine hulpaanbieders voldoende is.

Metatoezicht kent twee fases: de onderzoeksfase en de monitoringsfase. In de onderzoeksfase gaat de inspectie na in hoeverre de koepel zelf in staat is om de kwaliteit van de hulp te bewaken en te verbeteren. Als de IGJ tot het oordeel komt dat de koepel de kwaliteit voldoende bewaakt en verbetert, kan zij overgaan tot de volgende fase: de monitoringsfase. In die fase ziet het toezicht er anders uit. Het betekent dat de inspectie vertrouwen heeft in de randvoorwaarden die de koepel hanteert in haar systeem van kwaliteitsbewaking, en monitort hoe de koepel deze blijft verbeteren en bewaken. De inspectie volgt in deze fase de bevindingen van de koepel, tenzij er aanleiding is om hiervan af te wijken. In dat geval kan de inspectie besluiten rechtstreeks te interveniëren.

Metatoezicht is een nieuwe vorm van toezicht voor de inspectie. De inspectie heeft de afgelopen tijd vier pilots uitgevoerd om deze werkwijze te verkennen. Bij twee van deze pilots is uiteindelijk ook overgegaan tot de monitorfase. De inspectie heeft op basis van de pilots haar werkwijze verder aangescherpt en doorontwikkeld. Het metatoezicht ziet op dit moment alleen toe op de jeugdhulp die door aangesloten hulpaanbieders wordt geboden.

Omwille van de privacy van de op dit moment nog inwonende kinderen, benoemen wij niet in welke gemeente dit zich afspeelt. Vandaar dat wij de reactie van de betreffende gemeente parafraseren.

REACTIE VAN DE GEMEENTE WAARBINNEN HET GEZINSHUIS ZICH BEVINDT
“In onze regio kopen de gemeenten gezamenlijk jeugdhulp in via een inkooporganisatie. Elker is een van de vele contractpartijen, en het gezinshuis is een onderaannemer van Elker. De inkooporganisatie ziet toe op de correcte naleving van de contracten en dus ook met Elker. Een directe inhoudelijke relatie met de gemeente is er niet, behalve dat het gezinshuis zich in de gemeente bevindt.

journalist Judith over de uitzending