Even een hele beknopte voorgeschiedenis om mijn statement kracht bij te zetten: in 2006 had ik het plan in Rotterdam te gaan wonen. ‘Niet doen’, zeiden mijn vrienden. Het zou een grauwe stad zijn. Een stad zonder sfeer, waar alles verspreid is en waar een warm stadshart ontbreekt.

Eerder woonde ik in Amsterdam, Utrecht en zelfs even in Den Haag. Prima steden, waar ik me goed vermaakt heb. Aanvankelijk dacht ik dan ook dat Rotterdam daar nooit aan zou kunnen tippen. Toch gebeurde het onvermijdelijke: ik werd verliefd op de Maasstad.

Eigenlijk had ik het al kunnen zien aankomen als ik de woorden van Jules Deelder wat beter op me had laten inwerken: "In Rotterdam verdienen ze 't, in Den Haag verdelen ze 't en in Amsterdam smijten ze 't over de balk." Dit zegt in feite genoeg. Rotterdam is een arbeidersstad. Niet lullen, maar werken. Praat maar eens met de noeste havenwerkers en je weet het zeker: hier houden ze niet van stropdassen of van geleuter over niets. Van bla bla. Wat je ziet, is wat je krijgt. Echtheid. Rauw, eigen en dynamisch. Een ruwe diamant. Het enige wat je hoeft te doen, is net even iets langer kijken dan je neus lang is. Over Berlijn had ik aanvankelijk dezelfde vooroordelen als ik dat had over Rotterdam. Denk: zakelijk, donker, weinig romantisch, strak en modern. Niet de eerste stad waar je aan zou denken wanneer je een zomerse citytrip wilt maken. De slotsom is echter dat ik er tot op heden vier keer geweest ben en ‘t liefst ieder jaar weer terug zou willen keren.

Beide steden léven. Dat is wat ik de laatste tijd steeds meer kan vaststellen. Oude panden zijn omgetoverd tot creatieve hotspots voor jonge over-de-horizon-kijkers. Geen gelikte hipheid, nee, ook het verval maakt deel uit van het plaatje. Niets is ‘zoals het hoort’ , maar daardoor is het juist een verademing om hier te zijn. De bevolkingssamenstelling in zowel Berlijn als Rotterdam is kleurrijk en de economische situatie is niet overal even best. Maar brengt dat niet juist het beste in de creatieve mens naar boven? Fabrieken zijn toneel geworden voor underground (techno)clubs en feesten gaan door tot in de vroege morgen. Berlijn en sluitingstijden? Berlijn slaapt nooit. En jawel, ook in Rotterdam gaan de feesten geregeld ‘t klokje rond.

Berlijn en Rotterdam zijn steden die continu in ontwikkeling zijn. Dat heeft een enorme aantrekkingskracht op creatieve geesten. Waar je ook kijkt, je kunt steeds weer nieuwe dingen ontdekken. In beide steden gaat oud hand in hand met nieuw en dat levert interessante contrasten op. De ritjes die ik ’s ochtends op mijn fiets maak, op weg naar mijn werk door de wijken Noord, Centrum en Delfshaven, zijn bijna net zo interessant als de ervaringen op een gehuurde Oostblok-fiets waarmee ik door de Berlijnse wijk Kreuzberg reed. Kijk naar links: een opeens verschenen conceptstore, met een unieke inrichting van grof vuil in een nieuwe context. Of rechts: een hotdogkraam waar een gemêleerd publiek in de rij staat; de ene mens niet meer, belangrijker of mooier dan de ander. Het maakt niet uit wie je bent, hoe je er uit ziet, welke huidskleur je hebt, of je een elitaire opleiding hebt gedaan of dat je gewoon vuilnisman bent. In Rotterdam kun je, net als in de hoofdstad van onze Oosterburen, gewoon ‘mens’ zijn…. Ervaar het zelf maar eens!

Foto’s van Rotterdamse ‘Berlijn-plekken’ (van boven naar onder & v.l.n.r.)

  •  De Maassilo is een oude graanfabriek omgetoverd tot evenementenlocatie (net als dat in Berlijn ook veel oude DDR-fabrieken zijn omgetoverd tot underground technoclubs, o.a. Tresor, Berghain), hier worden feesten gehouden als Awakenings en Timewarp.
  • De Mini-Mall is gevestigd in het oude Hofpleinstation. Met o.a. een jazzclub, een comic-store en vintage kledingwinkels één van de nieuwe hotspots in town.
  • Braziliaanse straatkunst op de hoek Raampoorststraat/Schiekade
  • De Maassilo van onderaf
  • “De omgeving van de mens is de medemens,” Jules Deelder in neonlicht op de Nieuwe Binnenweg
  • Het spoor bij de de Mini-Mall

Dit item werd eerder gepubliceerd op een van de vorige Dorst weblogs.