De laatste keer dat Hans een cadeau accepteerde was de dag voordat zijn moeder overleed.

Daarom hield hij niet van cadeautjes. Vroeger wel, hoe groter hoe beter. “Als je jong bent geloof je nog in dingen voor niets krijgen. Dan ben je naïef genoeg om te denken dat het gewoon gebeurt omdat het nou eenmaal gebeurt”, stelde Hans. "Later leer je dat niets zonder consequenties is. Wanneer je iets krijgt zal er snel iets van je ontnomen worden, zo gaat dat."

Er waren momenten waarop het onmogelijk leek om het pakje nog te weigeren. Zo waren er regelmatig vrouwen die verklaarden zijn vriendin te zijn en nooit meer terug te zullen komen als hij een cadeau niet aannam. Het liefst begroef hij het net gekregen cadeau onder de grond. Maar dat kon niet meteen; daar werd op gelet. Daarbij, Hans deed mensen niet graag verdriet, al was dat volgens hem onvermijdelijk.

Vrouwen schonken zich graag aan Hans. Of een bepaald soort vrouw: gescheiden, kinderen de deur uit, veelal onafhankelijk en zelfbewust. Maar op het moment dat ze Hans star uit het raam zagen kijken in zijn vaste café en hij zijn borstelige wenkbrauwen boven zijn blauwe ogen liet wiebelen, nam hun warme kant de overhand en wilden ze de gesloten man omhelzen als pakpapier. Wat ging er toch in hem om?

 “Maar dat is toch het leven, lieverd. Nare dingen gebeuren ook, dat staat los van de fijne bijzondere momenten”, overtuigde een vrouw die een poging deed de liefde van zijn leven te worden. Hij schudde zijn hoofd en weigerde een kus, want zijn haat jegens cadeaus was inmiddels uitgebreid tot een angst voor het ontvangen en hebben van iets in het algemeen. Eigenlijk waren complimenten ook een soort cadeaus. En liefdevolle gebaren misschien nog erger. “Ja, nee, het is anders, jij snapt het niet”, zei Hans die zijn hoofd wegdraaide van het huilende gezicht en er eigenlijk zelf ook niets meer van begreep. “Maar wat denk je te verliezen? Je hebt niemand meer, alleen mij”, antwoorde ze zichzelf inpakkend om te vertrekken.

De avond voordat zijn moeder overleed kwam Hans enthousiast langs om te vertellen dat hij een auto had gekregen van een kennis, een racemonster, het grootste cadeau ooit, en dat hij nu eindelijk zijn rijbewijs zou gaan halen. Zijn moeder keek naar buiten en reageerde: “Dit is een maatschappij van hebben, maar ik ben een vrouw van zijn. Ik heb je toch niet opgevoed om enkel spullen te willen hebben hebben? Wat moet je met zo’n ding?” Hans vond het een rotopmerking en stond op om weg te gaan. Vlak voordat hij de deur dichttrok hoorde hij nog net “gefeliciteerd, sorry”, uit het huis klinken. “Doe je wel voorzichtig? Ik wil je nog niet kwijt.”