Dankzij het revolutionaire Minitel konden de Fransen al in de jaren tachtig online winkelen, bankieren en chatten. Maar toen kwam het world wide web. Een verhaal over als eerste beginnen en toch als laatste eindigen.

Het is nauwelijks voor te stellen, indachtig de gebrekkige Franse wifi, dat onmogelijke azerty toetsenbord en die halsstarrige gewoonte om ordinateur, rekenmachine, te blijven zeggen in plaats van computer zoals de rest van de wereld, maar ooit gold Frankrijk als voorloper in de informatietechnologie. Toen Silicon Valley nog een valleitje was, kwamen de Fransen met een baanbrekende voorloper van internet waarmee je online kon bankieren, treinkaartjes kopen, chatten, vakanties boeken en winkelen. Het heette Minitel. We schrijven 1982.

Frankrijk ging er prat op zoals alleen de Fransen dat kunnen. ‘De bakker van Aubervilliers kan via Minitel zijn bank bezoeken, maar de bakker in New York kan dat niet!’ zei president Valéry Giscard d’Estaing. Het was nog waar ook. 

De Fransen waren niet de enigen. Engeland kwam als eerste met Prestel, zoals het daar heette, en ook Duitsland (Bildschermtext), Nederland en andere Europese landen experimenteerden met ‘videotext’. Maar alleen in Frankrijk zette het echt door en werd het een groot succes. De gouden greep was om Minitel gratis weg te geven bij het telefoonabonnement. Daardoor gingen de Fransen massaal overstag. Op het hoogtepunt hadden zo’n tien miljoen Fransen Minitel thuis. 

Het ziet er uit als een klein formaat vroege pc: een terminal met beeldscherm en toetsenbordje, azerty natuurlijk. Het werd in Frankrijk op de markt gebracht door France Télécom (de Franse ptt) en werkte via de telefoonlijn: door een servicenummer te bellen, meestal 3615, maakte het geïntegreerde modem in het apparaat verbinding met een server waarna de cursor in het schermpje begon te knipperen en je kon gaan typen. Een kind kon de was doen.  

geen minitelnostalgie

Als uitvinder van de Franse Minitel geldt Bernard Marti, destijds hoofd van het ontwerpteam van France Télécom in Rennes (Bretagne) waar Minitel werd ontwikkeld. In 2005 ging hij voorzien van de nodige onderscheidingen met pensioen en leidt nu een kalm leventje op het platteland. Op een druilerige januaridag zoeken we hem op, thuis op het platteland, even buiten Rennes. Hij heeft thuis nog vier Minitels staan, drie als relikwie en een is in gebruik als telefoon. ‘Ik had er nog veel meer, en ook allerlei parafernalia, maar ik heb bijna alles weggegeven voor de expositie op de universiteit van Rennes vorig jaar.’

Geen last van minitelnostalgie? ‘Nee hoor. Het was heel leuk om aan te werken destijds maar het is wel al lang geleden.’ 

Marti groeide op in het Parijs van de jaren vijftig als zoon van immigranten. Zijn familiegeschiedenis zit vol heftige verhalen over oorlog en blijkt verbonden met enkele van de bloedigste hoofdstukken uit de twiuntigste eeuw: zijn Russisch-Joodse grootouders van moederskant vluchtten voor de pogroms na de Russische revolutie van 1905 en zijn vader vluchtte in de jaren dertig voor de Spaanse Burgeroorlog.

Eenmaal op Franse bodem, midden jaren dertig, moest zijn vader een formulier ondertekenen waarin stond dat hij niemand meer kende in het land van herkomst en nooit meer zijn geboortetaal zou spreken. ‘Het waren andere tijden. Mijn ouders hielden zich eraan. Nooit klonk er thuis ook maar een woord Russisch of Spaans. ’

Niet omzien, maar doorgaan, was het devies. Dat zou hem nog van pas komen. 

Hij begon zijn loopbaan in 1968: het was de tijd van de Trente Glorieuses, de naoorlogse economische bloeiperiode, waarnaar nog altijd met weemoed wordt verwezen. Toen kon alles nog – of in elk geval leek het zo. Het optimisme en vooruitgangsgeloof van die tijd vertaalde zich in een aantal opmerkelijke innovaties waarmee Frankrijk hoge ogen gooide, zoals de Citroën DS, de Concorde en Minitel, stuk voor stuk ontwerpen die hun tijd ver vooruit waren. 

‘Frankrijk was vergeleken met andere landen erg laat met het invoeren van de telefoon. Dat moest versneld gebeuren maar toen het af was, zat de directeur in z’n maag met alle mensen die hij had aangenomen.'

Bernard Marti

Wat deze hoogstandjes met elkaar gemeen hebben, is dat er aan het begin ervan een Franse ingenieur stond. Het waren Franse ingenieurs die het moderne Frankrijk hebben vormgegeven zoals we dat kennen, die Parijs zijn baken gaven, de Eiffeltoren, en zijn boulevards en het moderne stratenplan – waarvan Haussmann weliswaar de naamgever is, maar dat is uitgewerkt door ingenieurs. En die de mooiste auto’s ter wereld ontwierpen en het eerste supersonische vliegtuig ooit.

Franse ingenieurs staan van oudsher al goed aangeschreven, ook internationaal; uit een vergelijking van de toelatingsexamens van Amerikaanse top-opleidingen met de Franse kwamen de laatste als zwaarste uit de bus. De lat ligt hoger op de Franse technische hogescholen.

Al vanaf 1968 werd er bij France Télécom gewerkt aan een telefoon met tekstschermpje, de visiophone. Het ontwerpteam dat Bernard Marti tot zijn beschikking had, telde tachtig man. ‘Iedereen had dezelfde passie, het was een heel inspirerende tijd.’ Toch had het maar een haar gescheeld of Minitel was er nooit gekomen. ‘Frankrijk was vergeleken met andere landen erg laat met het invoeren van de telefoon. Dat moest versneld gebeuren maar toen het af was, zat de directeur in z’n maag met alle mensen die hij had aangenomen. Toen hij het prototype van Minitel zag, besloot hij om dat op te pakken, dan kon hij alle technici aan het werk houden. Zo is het gegaan.’ Aldus het rommelige geboorteverhaal van Minitel. Rijk is Marti er overigens niet mee geworden. ‘We kregen een premie van ik meen 2000 francs. Het was een mooi avontuur, dat wel.’ 

Porno

Eenmaal met succes geïntroduceerd, groeide het aantal diensten dat Minitel aanbood. Studenten kregen er hun examenresultaten op binnen, kinderen speelden er Pacman en andere spelletjes op. In 1985 ging het hele systeem plat toen scholieren de eerste dag van de zomervakantie allemaal tegelijk online gingen om te gamen.

Ook onder de Franse boeren sloeg Minitel geweldig aan. Toch niet bepaald het progressieve deel der natie. Ze gingen overstag, toen bleek dat je er niet alleen het weerbericht maar ook de laatste graan- en melkkoersen op kon binnenkrijgen, en dat het te gebruiken was om fokstieren te selecteren op afbeeldingen. Daar moest je dan wel geduld voor hebben, want foto’s kwamen maar heel langzaam binnen. Het waren de boeren, die de straat op gingen om te protesteren toen Minitel werd opgeheven in 2012.

Tot slot bracht Minitel ook porno de Franse huiskamer in. Minitel Rose werd het genoemd en het werd aangeprezen met als reclameleus het fraaie honi soi qui mal y pense, wee degene die er kwaad van denkt. Een pre voor liefhebbers was de volstrekte anonimiteit: bellers konden elkaars nummer niet achterhalen. Minitel Rose was big business, ondernemers verdienden er goudgeld aan. Een van hen was Xavier Niel, een jongen uit de Parijse buitenwijk Créteil. Toen nog een tiener, gebruikte hij zijn Minitelgeld als startkapitaal voor een media-imperium dat nu zo’n tien miljard waard is – meer over hem in aflevering zes van Op zoek naar Frankrijk).

'Wij waren woedend. Ik zei hem dat de concurrentie ons voor zou zijn: als we nu niet anticiperen, is dit het einde. Maar hij bleef bij zijn besluit.’

Bernard Marti

Nieuwe generatie

Met Minitel gaven de Fransen de rest van de wereld een tijdlang het nakijken. Maar toen kwam internet op. Het staat wel vast dat Minitel verantwoordelijk is voor de Franse achterstand op gebied van internet, aldus een studie van onder andere Valérie Schafer, specialist in de geschiedenis van de Franse informatica aan de Sorbonne. ‘Het werd gepromoot als motor van de informatisering van de Franse maatschappij maar is desondanks verantwoordelijk voor de trage verspreiding van internet.’

Bleef Frankrijk halsstarrig hangen aan het eigen systeem uit puur chauvinisme en conservatisme? Het zou de eerste keer niet zijn. Marti wijst dat van de hand. ‘Als de Fransen zo conservatief waren, hadden ze geen Minitel gehad twaalf jaar voor internet! En geen Concorde. Onze Nationale Bibliotheek is al twintig jaar gedigitaliseerd. Nee, de Fransen waarderen de vooruitgang. Maar Minitel was al behoorlijk ingeburgerd en was bovendien gratis en eenvoudig in het gebruik, in tegensteling tot de eerste computers. Er was dus niet zo’n motivatie om te veranderen van systeem. Dat kwam pas met de nieuwe generatie pc’s, die gebruiksvriendelijker waren.’ 

Het had ook heel anders kunnen lopen. Het team-Marti had intussen niet stilgezeten. ‘De nieuwe generatie Minitels had veel beter beeld, vergelijkbaar met dat van de pc. Maar dan moest er hele nieuwe terminals komen. De baas vond dat niet nodig. Hij vond dat het te snel ging, het loopt zo’n vaart niet zei hij. Wij waren woedend. Ik zei hem dat de concurrentie ons voor zou zijn: als we nu niet anticiperen, is dit het einde. Maar hij bleef bij zijn besluit.’

Voor Marti moet het een slag zijn geweest. Maar hij haalt zijn schouders op. ‘Ik kreeg nieuwe vergezichten. Ik was op digitale televisie gezet. Ik vond het heel jammer, zeker. Maar ik ging verder. Wat kon ik anders?’

Niet omzien, maar doorgaan.

En zo stierf Minitel een langzame dood, tot de stekker er drie jaar geleden officieel uit ging. Frankrijk raakte zijn voortrekkersrol voorgoed kwijt en haalde de schade nooit meer in. Bernard Marti bleef werken bij France Télécom, dat de weg ging van zoveel staatsbedrijven en in 2004 werd geprivatiseerd. Het is nu in handen van Orange; het lab waar Marti zijn werkende leven doorbracht is nu het Orange Creative Lab. Afgelopen jaren hield men zich daar bezig met intelligente steden en mobiel betalen.

Minitel kon ontstaan binnen een sterke publieke sector die langdurig investeerde in innovatie en waar de tijd werd genomen om dingen uit te ontwikkelen. Het is goed om daar nog even bij stil te staan, zegt Marti.  ‘Maar die tijd is nu wel echt voorbij. Het Franse bedrijfsleven investeert sowieso weinig in innovatie en de publieke sector ook steeds minder. Bovendien is alles gericht op resultaten op de korte termijn. Dat heeft grote nadelen. Mijn credo was altijd dat techniek in dienst moet staan van de mensen, en niet andersom. Wat betekent nieuwe technologie in ons leven, wat zijn de sociale en maatschappelijke implicaties? Er wordt geen tijd meer uitgetrokken om daar bij stil te staan. En dat breekt ons behoorlijk op.’

VPRO Gids: édition spéciale

De VPRO Gids sluit met een édition spéciale aan op de nieuwe serie.

Presentator Wilfred de Bruijn vertelt in een interview over zijn jeugd, zijn liefde voor Frankrijk, zijn eerste jaren in Parijs en het maken van de serie.

Matthieu Croissandeau, hoofdredacteur van Frankrijks belangrijkste opinieblad l’Obs, schreef voor de VPRO Gids een analyse van de oorzaken van de zieke toestand waarin het land volgens hem verkeert.

Op het Bretonse platteland bezochten wij Bernard Marti, uitvinder van het curieuze Franse pre-internet-communicatiesysteem Minitel.

In Parijs liepen wij een dagje mee bij de Association Pierre Claver, daar volgen jaarlijks zo’n 120 vluchtelingen een stoomcursus ‘Frans worden’.

Onze boekenredactie maakte een tour de table langs Nederlandse experts in Franse literatuur: hoe staan de Franse letteren ervoor in 2016?

En Frankrijks bekendste levende schrijver en intellectueel, Michel Houellebecq schreef vorig jaar na de aanslagen in Parijs een stuk voor The New York Times; de VPRO Gids brengt het voor het eerst in vertaling, met dank aan vaste Houllebecq-vertaler Martin de Haan.

Ook in OVT en Bureau Buitenland gaat het deze week over vrijheid, gelijkheid en broederschap, met in OVT o.a. literatuurkenner Rudi Wester, voormalig directeur van het Institut Néerlandais in Parijs.

OVT, zondag 20 maart, NPO Radio 1, 10.00-12.00 uur
Bureau buitenland, vrijdag 18 maart, NPO radio 1, 20.00-20.30 uur

Op donderdag 7 april 20.00 uur vindt in Podium Mozaïek in Amsterdam een discussiebijeenkomst n.a.v. de serie plaats, met o.a. presentator Wilfred de Bruijn en regisseur Stefanie de Brouwer.

Op vpro.nl/frankrijk behalve alle uitzendingen ook extra materiaal en de blogs die Wilfred de Bruijn in de aanloop naar de serie schreef.