Kleine delicten, grote gevolgen. Voor de politierechters in Nederland verschenen vorig jaar 70.000 mensen. Van mensen die per ongeluk de mist in gingen tot mensen met problemen. Regisseur Jaap van Hoewijk wilde weten hoe redelijk de rechtspraak in Nederland is en zat elke dag in de rechtbank voor de documentaire Kleine delicten.

Kleine Delicten bevat korte portretten. Van de verdachten, maar ook van het rechtsysteem en de samenleving. De verdachten vertellen hun verhaal, en de rechters tonen mededogen. Heeft iemand er echt iets aan om lang de cel in te gaan of een strafblad te krijgen, als hij hierdoor niet meer aan het werk kan? Of een zwerver te beboeten voor het stelen van eten, als hij voor eten al geen geld heeft? De rechters kijken wat het beste is voor de verdachten, maar ook voor de maatschappij.

De kijker is met Jaap Hoewijk in de rechtzaal. We zien de rechter en de officier van justitie, en het achterhoofd van de verdachte. Het is een registratie, waarin we het begrip en onbegrip van beide kanten zien, maar het is ook humoristisch.

Sommigen hebben een strafbaar feit gepleegd zonder zich van kwaad bewust te zijn. Zo is iemand opgepakt wegens verdenking van het vervoeren van een wapen in een luchtvaartuig. Het gaat uiteindelijk om een katapult. Moet iemand dan de gevangenis in voor het meenemen van een souvenir? De officier van justitie: 'u weet dat het verboden is. Dus u gaat het niet nog een keer doen.'

Anderen hebben bewust een strafbaar feit gepleegd, maar hun omstandigheden zijn zo heftig dat ze geen zware straf krijgen. Zo is een vrouw met alcohol op achter het stuur te gaan: 'Ik heb voor de wet teveel alcohol opgehad. Voor mij persoonlijk niet.' Ze helpt zichzelf vervolgens nog meer in de problemen door behulpzaam, maar onnodig antwoord te geven op retorische vragen: 'mevrouw heeft geblazen 1175 micorgram, en dat is extreem veel. Hoeveel flessen wijn zijn dat wel niet?' Verdachte: 'Stuk of vijf, zes.'

'Ga eens boeven vangen, klootzak!' zei een andere verdachte tegen een agent. Nu zit hij tegenover de politierechter. Hij praat overal doorheen, zowel de rechter als de officier van justitie komen niet aan praten toe. Overal heeft hij antwoord op, want 'ik heb toevallig filosofie gestudeerd, en sociologie en noem maar op.' Hij wordt veroordeeld voor het beledigen van een ambtenaar in functie. 'Wilt u nog iets zeggen?' vraagt de rechter. 'Ja, heel graag.'