'Het leukste interview van Ischa vind ik (natuurlijk!) het interview met Annie M.G. Schmidt. Die twee voelen elkaar aan, hebben respect voor elkaar, en delen de gein. (Liever gein dan humor, humor wordt zo vaak links en rechts gebruikt, dat het niet humoristisch meer is.)
Dat Annie niet bang is voor Ischa’s scherpe tong, is heel ontwapenend. Als hij te veel doorzeurt, zegt ze dat gewoon. En ook: ‘Zeg jij ook eens wat’, als hij niet meteen reageert.
Hij neemt niet zomaar alles klakkeloos van haar aan. Zet zijn tanden in het interview, en weet zo te morrelen aan haar omschrijving van zichzelf als een ‘bemoste boom’ (die zij voor en in de oorlog zou zijn geweest), tot ze toegeeft de oorlogstijd als een avontuurlijke tijd te hebben ervaren, en zich daar voor te schamen.
Ontroerend is de laatste passage, wanneer Ischa zegt dat ze altijd maar doorgaat. ‘The show must go on’, bevestigt ze. Ze vergelijkt dit doorgaan met de instelling van een acteur, die ongeacht wat er in het leven gebeurt, toch op de planken staat. En gaat dan door over de ‘kleinkunst’, waarom het genre zo klein is omschreven. Zoals haar schrijfwerk trouwens ook bij het ‘lichte genre’ wordt ondergebracht. Dit zegt haar niet veel; voor haar bestaat alleen goed of slecht schrijven. En terecht. Het punt is gemaakt, wijselijk beëindigt hij het gesprek.'
Sandra van Beek