Thomas Erdbrink is het gezicht, maar regisseur Roel van Broekhoven is de man achter Onze man in Teheran. De tweede serie is grimmiger geworden dan de eerste, zegt hij.

Elmar Veerman

Hij heeft al weken last van een nare hoest, maar het werk gaat gewoon door. Dag in, dag uit zit Roel van Broekhoven (1950) in de Amsterdamse studio van editor Pelle Asselbergs te monteren aan de afleveringen van Onze man in Teheran. Ze hebben net de trailer van deze tweede serie afgemaakt, 90 seconden met veel vaart, humor en diepgang. Dat kostte heel wat gepuzzel, vertelt hij. En het maken van de serie zelf nog veel meer.

Serie 1 was een groot succes. Zei de NPO meteen: doe er nog maar zo een?
‘Ze waren heel enthousiast, zowel bij de NPO als de VPRO. Dus we gingen wel nadenken over iets nieuws. Eerst hadden we een andere serie in ons hoofd, over het Midden-Oosten. Maar dat zou één groot nadeel hebben, of twee eigenlijk: dat Thomas de taal niet spreekt, en dat hij er niet woont. Hij zou dan gewoon een journalist worden. Dus ook al waren we in eerste instantie erg enthousiast, we hebben het uiteindelijk afgeblazen. En toen zijn we nog eens naar Iran gaan kijken, want daar was toch nog heel veel te vertellen. De eerste serie is een soort kennismaking geweest, alles was nog vreemd en nieuw. Nu zijn we wel een paar stappen verder gegaan, over hoe het leven in dat land nou echt is.’

Roel van Broekhoven

‘Ik kom dus thuis met een enorme berg rommel, en dat gooi ik dan hier bij Pelle op tafel. Die zucht dan diep.’

Moeten kijkers eerst serie 1 gezien hebben om dit te kunnen waarderen?
‘Nee, Thomas is leuk genoeg om je mee te nemen, hij heeft een enorme charme. En die combinatie van luchtig en grappig en persoonlijk, met een land waar wel het nodige aan de hand is, die zorgt denk ik dat je je als kijker heel snel thuis voelt. Maar je mag best serie 1 kijken, natuurlijk. Als introductie is hij wel fijn. Bij deze nieuwe serie was ons plan eerst om hem vooral te laten gaan over de verhouding tussen Iran en Amerika. Omdat die zo gek is. Aan de ene kant zijn het aartsvijanden, op politiek niveau, zeker nu met Trump, maar er zitten een miljoen Iraniërs in de VS, en die zijn bijna Amerikaanser dan de Amerikanen zelf.'

'Dat zit er uiteindelijk voor een deel in; het is niet het thema van alle vijf de afleveringen geworden. Daar was het bij nader inzien te klein voor. Het zwaartepunt is in Iran komen te liggen. Van Amerika weet je als kijker toch al veel meer. En er was een praktisch probleem: Iraniërs in Amerika zijn heel voorzichtig. Bijna voorzichtiger dan in Iran zelf. Omdat ze nog steeds terug willen. Naar familie, op vakanties. Die letten zo erg op hun woorden… ik had niet het gevoel dat ze vrijuit konden praten. We dachten: als je nou ergens in vrijheid kunt praten met Iraniërs, dan is het daar wel. Maar nee. Ik vond ze vaak minder uitgesproken dan de mensen in Iran zelf. Dus dat viel een beetje tegen.’

Is het misschien ook omdat ze daar bang zijn voor de lange arm van Teheran?
‘Nee, dat geloof ik niet. Het is meer dat ze familie niet in problemen willen brengen, en zichzelf als ze in Iran komen. Dus toen werd het toch meer een serie over Iran zelf. We moeten daar werken via een filmbureau van de overheid. Die verstrekken een visum, en die moeten eigenlijk alles voor je regelen. In de praktijk valt het best mee en kunnen we wel doen wat we willen, maar je moet wel een lijstje indienen met wat je wilt filmen. Als je er bijvoorbeeld tien dagen bent, en je hebt voor tien dagen onderwerpen opgeschreven en afspraken gemaakt, dan gaan die van vijf dagen niet door. Als je dan keurig op het lijstje van het filmbureau gaat zitten wachten, zit je de helft van de tijd niks te doen. Het principe waarmee wij werken daar, is: gewoon gaan, en draaien wat je draaien kunt, waar het ook over gaat.’

Dat maakt de montage misschien wel wat lastiger.
‘Dat maakt de montage tot a hell of a job. Want je bent ’s morgens bezig met een item over, bijvoorbeeld, hoofddoeken, en ’s middags gaat het ineens over droogte, of over aardappels, of de zwarte markt. Je schiet van het een in het ander. Pakken wat je pakken kunt, dat is een beetje het systeem. Je hebt wel een idee wat je wilt filmen, maar je kunt niet alvast bedenken hoe de afleveringen precies in elkaar gaan zitten. In tegenstelling tot elke andere reisserie kom je dus thuis met een enorme berg rommel, en dat gooi ik dan hier bij Pelle op tafel. Die zucht dan diep en gaat er eerst helemaal in graven, en dan begint het selecteren.’

En daar moet je dan afleveringen van zien te bakken, die een thema en een titel hebben.
‘Ja. Het lijkt altijd een beetje koket, want als je het naderhand ziet, zeg je: leuk, heldere lijn en alles, maar dat wordt dus voor een heel groot deel hier in elkaar gestoken.’

Moet je dan ook veel moois weggooien, omdat het niet in de lijn past?
‘Niet meer dan anders. Ja, je hebt wel vrij veel omdat je redelijk stuurloos draait. Maar er is ook een andere reden om niet alles van tevoren te weten. En dat is dat je verrast moet willen en durven worden. Want het is wel een land waar alles toch net iets anders is dan je denkt.’ (tekst gaat verder onder de foto)

'Iraniërs zijn ontzettend aardig, hartelijk en gastvrij. Ze vinden het altijd leuk om met buitenlanders te spreken'

Hoe is het om met Thomas te werken, die het land door en door kent, terwijl jij geen Iran-kenner bent?
‘Ontzettend makkelijk, want hij weet goed de weg en hij heeft een gave om met mensen om te gaan. Iedereen vindt het feit dat hij de taal spreekt al een wonder, dus hij krijgt altijd complimenten. En het klinkt als een verschrikkelijk cliché, maar Iraniërs zijn ontzettend aardig, hartelijk en gastvrij. Ze vinden het altijd leuk om met buitenlanders te spreken, dus dat is geen enkel probleem. Iedereen staat je overal te woord, en praat eigenlijk overal over.’

Jullie komen in aflevering 1 aanzetten met een drone, en die mocht niet gebruikt worden.
‘Nou, niet in Teheran. Maar je mag op Schiphol natuurlijk ook niet filmen met een drone. Dus het is niet zo heel gek. Ze zijn een beetje paranoia omdat er pas een drone vlakbij het huis van de opperste leider kwam. Maar als je in Amsterdam met een drone gaat vliegen, krijg je waarschijnlijk ook problemen. Alleen zullen ze er minder alert op zijn.’

Ze zullen in Amsterdam waarschijnlijk niet meteen met luchtafweergeschut tekeergaan.
‘Nee, dat was natuurlijk wel een beetje koddig. Maar goed, op andere plekken hebben we die drone wel gewoon gebruikt zonder problemen. Dus het valt eigenlijk allemaal wel mee. Ik denk dat het belangrijkste is dat we geen geheim maken van wat we doen. Ook dingen die zij niet zo leuk vinden, die doen we toch. En dat weten ze ook. Ze zeggen niet: dat mag niet.’

Er zijn toch wel grenzen aan? Thomas woont daar. Die kan geen dingen doen waar hij écht spijt van krijgt.
‘Nee, maar het lastige is - en dat weet hij beter dan ik - je weet nooit precies waar je later spijt van krijgt. De laatste tijd laaien de protesten natuurlijk op, en dan worden de machthebbers een beetje zenuwachtig. Wij waren in Nederland na de laatste opnamen, en toen braken die protesten uit. In allerlei steden stonden mensen ineens op de barricades. Wij waren klaar, Thomas was op vakantie, maar die moest na een dag al weer terug. Wij wilden ook weer gaan filmen, maar we kwamen er niet meteen in.’

Jullie hadden extra geld geregeld?
‘Ja, want dat is natuurlijk het risico van een serie als deze: het kan altijd gebeuren dat er dingen veranderen waar je iets mee moet. Na een paar weken konden we komen, en toen hebben we nog een paar dagen materiaal gefilmd.’

Maakt dat het monteren dan nóg complexer?
‘Ja, we moesten wel bijsturen. Want tot dan toe was ons vooral opgevallen hoe er een soort status quo was ontstaan, waarbij de middenklasse het beter leek te hebben, met meer geld en meer vrijheid; het leek een soort Verlichting. Maar ik heb nu toch wel de indruk dat dat erg cosmetisch is, wat meer speelruimte voor de mensen die allemaal voor Rohani hebben gestemd, de relatief liberale president. Een soort schijnvrijheid – maar toch is dat een stuk prettiger dan het was. Niet meer zo idioot over die hoofddoeken, niet meer zo paranoia over mannen en vrouwen, Instagram heel groot, waardoor mensen redelijk goed geïnformeerd zijn. Dat zijn vrijheden die ik drie jaar geleden niet voor mogelijk had gehouden. Dus wij dachten, nou, die Rohani, het lukt hem aardig om dingen te ontfutselen aan die hardliners die op de achtergrond de dienst uitmaken. Maar de economie bleef een puinhoop. Genoeg redenen om boos te zijn. Het was de eerste keer dat in protesten in de heilige stad Qom ook werd geroepen: weg met de opperste leider. Daar kun je de doodstraf voor krijgen, dat roep je normaal niet. Dat ging echt heel ver.’

Is dat bloedig neergeslagen?
‘Het is stevig neergeslagen, er zijn een paar doden bij gevallen, wat mensen in de gevangenis omgekomen, dat is geloof ik altijd zo daar. Maar wat me wel opviel is dat het dus toch behoorlijk borrelt, en dat je dus nooit weet waar het oplaait en waarom. Daar weet ik ook het fijne niet van, maar er is een permanente strijd tussen de hardliners, dus de religieuze schaduwregering, en de officieel gekozen regering. Maar goed, die grotere politiek laten we een beetje buiten beschouwing. Wij proberen toch meer duidelijk te maken: hoe leef je in Iran, hoe werk je er, hoe functioneer je in die balans. Want het is ook wel heel leuk om te zien dat heel veel dingen in Iran helemaal niet zo anders zijn dan bij ons. Toch is deze serie wel grimmiger dan de eerste, omdat we dieper gaan. Hij is grimmiger omdat die onderlaag toch meer aan bod komt, omdat je wel voelt hoe, nou ja, hoe leuk het er ook uitziet – er waren heel veel mensen in Nederland die naar Iran op vakantie gingen, die vinden het allemaal fantastisch – er is altijd die onderdrukking, waarbij je nooit precies weet waar je een grens overgaat en waar je vijand zit en hoe zwaar de straf is. Bijvoorbeeld zo’n meisje dat even met een hoofddoek aan een stok zwaait en nu twee jaar gevangenisstraf krijgt. En ze kan er zelfs tien krijgen.’

(interview loopt door onder foto)

Pelle Asselbergs en Roel van Broekhoven in de montagestudio

‘Vooral in de laatste aflevering zit dat grimmige. Die gaat onder meer over de vader van een vriend van Thomas een environmentalist, hoe zeg je dat, milieuactivist ja, Canadees-Iraans, was speciaal teruggegaan naar zijn vaderland, was bezig met allerlei onderzoek, en die werd opgepakt op verdenking van spionage.’

Ja, die is dood hè?
‘Die is dood inmiddels. Zogenaamd zelfmoord in de gevangenis. Maar hij was het meest blijmoedige mens dat je je kunt voorstellen. Zijn vrouw mocht hem bezoeken in de gevangenis, maar ze werd eerst vier uur lang verhoord. Keihard, met bedreigingen en alles. En op een gegeven moment zei ze weer: ik wil mijn man zien. “Oh, wil je je man zien, da’s goed hoor.” En ze stond op. “Ga daar de gang maar in, oh en by the way, hij is dood.” Zo werd het echt gezegd. Ze begon te lachen, en toen werden ze kwaad. “Lach jij? Denk je dat we het niet menen? We kunnen dat met jou ook doen hoor!” Ze geloofde het alsnog niet, ging naar het kamertje en vond haar man. Dood. En dan ’s avonds zie je zo’n programma met je eigen vakantiefilmpjes waarin wordt gezegd dat je man niet deugde en hoe Israël erachter zat en weet ik wat allemaal.'

'Zijn twee zoons, die uit Canada waren gekomen voor zijn begrafenis, wilden hun moeder mee terug nemen. Want er was een huiszoeking geweest en al hun spullen waren in beslag genomen. Inclusief het eigendomsbewijs van hun huis. Ze hadden eigenlijk niks meer. Dus toen dachten ze: we gaan gewoon weg. Op het vliegveld mochten de jongens wel weg, maar werd de moeder achtergehouden. Die moest blijven. Om te voorkomen dat die jongens in het buitenland aan de bel gaan trekken. Maar die jongens zijn wel heel dapper. Dus die hebben we gevolgd, ook op die reis, ook toen die moeder niet mee mocht, we hebben de begrafenis, alles.’

‘Dat is een beetje een verhaal zoals Jason, weet je nog, in de eerste serie, die Washington Post-journalist die uiteindelijk meer dan anderhalf jaar lang heeft vastgezeten. En ook dit is een verhaal dat heel dicht bij Thomas ligt, je merkt dat het hem enorm aangrijpt. En het is ook een verhaal waarvan je denkt: daar lusten de honden geen brood van. Hoe kan een land zoiets doen, hoe komen ze ermee weg? Dan besef je dat Iran toch een heel eng land is. En dat je dus ook niet goed weet wie de strijd om dat land nou gaat winnen.’

'Er is altijd die onderdrukking, waarbij je nooit precies weet waar je een grens overgaat en waar je vijand zit en hoe zwaar de straf is.'