Hittegolven en droogte teisterden Europa deze zomer. En dat is niet de laatste keer. De komende decennia staan ons steeds langere, hetere, drogere zomers te wachten. Wat gaat dat betekenen voor de relaties tussen lidstaten?

Lege rivieren, natuurbranden en mislukte oogsten: het is een van de heetste en droogste jaren die Europa ooit heeft meegemaakt. De droogste in vijfhonderd jaar zelfs, volgens het waarnemingscentrum van de Europese Commissie. Het heeft te weinig geregend. En de regen die er viel, is door de hittegolven tussen mei en augustus vrijwel volledig weer verdampt. Daardoor is de grond zo droog dat veel oogsten dreigen te mislukken.

De rivier Po in Noord-Italië, waar een groot deel van de landbouw plaatsvindt, staat is inmiddels zo droog dat het water aan het verzilten is. Verwacht wordt dat de oogsten dusdanig laag uitvallen, dat de prijs van olijfolie, risottorijst en passata binnenkort met 50 procent gaan stijgen. In Frankrijk viel in heel juli gemiddeld maar een centimeter regen, waardoor meer dan honderd dorpen geen drinkwater meer hebben. Daar dreigt de oogst van maïs twintig procent lager te zijn dan normaal. In Slovenië neemt de maïsoogst zelfs af met de helft. Ook de graanproductie zal in heel Europa veel lager uitvallen.

deze zomer is voor Zuid-Europa een economische ramp

In combinatie met de grote hoeveelheden natuurbranden en de stijgende energieprijzen is deze zomer vooral voor Zuid-Europese landen een ecologische en economische ramp. 

De huidige droogte geldt nu als uitzonderlijk, en de problemen die het veroorzaakt lijken tijdelijk. Maar over enkele decennia is dit heel normaal. Hoe ziet Europa er dan uit? Zijn er ook landen die juist profiteren van de situatie? En wat als deze nieuwe realiteit de relaties tussen de lidstaten onder spanning zet?

Spaanse Sahara

Het klimaat dat we kennen uit Saudi-Arabië, Egypte, Qatar en Marokko komt deze kant op. Verwoestijnde gronden, maanden zonder regen, en dagelijks temperaturen boven de 40 en zelfs 45 graden in de zomer zijn binnen enkele jaren het nieuwe normaal in Zuid-Europese landen. Veel gebieden in Noord-Afrika en het Midden-Oosten zullen op hun beurt tegen die tijd onbewoonbaar zijn geworden.

In heel Europa brandde dit jaar zes keer zoveel hectare aan natuur af als gemiddeld in de laatste twintig jaar. Normaal gesproken herstelt natuur na een brand grotendeels. Maar wetenschappers voorspellen dat dit door klimaatverandering niet langer een garantie is. Als de branden te lang woeden, en de grond te droog is, kan het ervoor zorgen dat ecosystemen nooit meer herstellen. Spanje, Portugal, Italië, Griekenland en Bulgarije lopen daardoor allemaal het risico om grote delen van hun vruchtbare grond voorgoed te verliezen. Spanje loopt zelfs het risico om voor 70 procent te verwoestijnen.

in 2045 voelt Amsterdam als Lyon, Parijs zal voelen als Bilbao, Madrid zal voelen als Marrakesh en Rome als Bagdad

In het meest optimistische scenario staat vast dat de aarde tegen 2100 met minstens 1,5 tot 2 graden is opgewarmd. Maar als we de klimaatdoelen niet halen kan dat veel hoger uitvallen. Bovendien is die opwarming niet evenredig verdeeld: waar sommige plekken maar een halve graad opwarmen, kan de gemiddelde temperatuur elders met wel 5 graden stijgen. En veel wetenschappers zien tekenen dat Europa ditmaal aan het kortste eind trekt.

Waar de wereld in zijn geheel nu ongeveer 1,2 graden Celsius is opgewarmd, is de gemiddelde temperatuur in Europa met bijna 1,9 graden toegenomen. Voorspeld wordt dat nog voor 2050 de 2 graden opwarming zal zijn overschreden. 

Concreet vertaalt dit zich in een opschuiving van pakweg duizend kilometer zuidwaarts. Zoals te zien op dit kaartje van Politico zal Amsterdam tegen 2045 voelen als Lyon. Parijs zal voelen als Bilbao, Madrid zal voelen als Marrakesh en Rome als Bagdad. Reminder: in Bagdad werd het in de zomer van 2020 boven de 50 graden.

Zijn we hier wel op voorbereid?

Maar is Europa wel voldoende voorbereid op die hetere wereld? Vooralsnog niet, concludeerde een artikel van Politico eind juli. Toen grote gebieden in Frankrijk, Spanje, Griekenland en Portugal in lichterlaaie stonden, was de EU nog aan het onderhandelen over de inkoop van extra blusvliegtuigen, in plaats van ze in te zetten.

Bovendien heeft volgens de WHO maar de helft van de EU-lidstaten adequate plannen om de gezondheidsimpact van extreme hitte aan te pakken. En als ze die hebben, zijn ze onvoldoende gefinancierd.

toen grote gebieden in Zuid-Europa in lichterlaaie stonden, onderhandelde de EU nog over de inkoop van extra blusvliegtuigen, in plaats van ze in te zetten

Afgelopen juli kwamen de dagelijkse temperaturen in sommige regio’s in Spanje en Portugal al nauwelijks beneden de 40 graden. In Pinhão, Portugal werd een recordtemperatuur van 47 graden gemeten. Als gevolg van de hitte stierven in beide landen al meer dan tweeduizend mensen. In 2017 berekende een groep wetenschappers dat een opwarming van 3 graden in 2100 ertoe kan leiden dat in Europa 152 duizend mensen per jaar overlijden als direct gevolg van extreem weer. 99 procent daarvan zal hitte-gerelateerd zijn. 

De kans dat een van hen Spaans, Portugees, Grieks of Frans is, is groter dan dat diegene Zweeds, Lets of Nederlands is. In de Noordelijke regionen zal de temperatuur dan wel eveneens stijgen, maar tot minder gevaarlijke niveaus dan in Zuid-Europa.

Winnaars en verliezers

Sterker nog, Zweden zou zelfs - al dan niet tijdelijk - economisch kunnen profiteren van de stijgende temperaturen. Daar wordt nu alleen voedsel verbouwd in het zuiden van het land. Naarmate zowel de winters en zomers warmer worden - een verwachte 6 tot 7 graden tegen 2100 - zal het smeltende ijs in het bergachtige noorden grote delen vruchtbare bodem blootleggen. Grond die eerder alleen geschikt was voor naaldbomen, zal zich ook kunnen lenen voor landbouw. Sneeuwval zal plaatsmaken voor regenval en over de hele linie zal er meer water beschikbaar zijn.

Volgens sommige verwachtingen zal de productiviteit van de Zweedse landbouw tegen 2050 met 85 tot 160 procent kunnen toenemen. Ook voor Nederland, Finland, Ierland en Litouwen bestaat een kans dat opwarming leidt - waarschijnlijk - tot een toename van productiviteit van sommige gewassen, zoals graan, rijst, soja en maïs. Gewassen waar de vlees- en zuivelindustrie weer deels van afhankelijk is.

de meeste modellen voorspellen een halvering van de graan- en maïsoogst in alle Zuid-Europese landen

Voor Zuid-Europa ziet het er minder rooskleurig uit. Met nog meer droge, hete jaren als 2022 in het vooruitzicht zal de bodem op veel plekken onomkeerbaar verschralen. De meeste modellen voorspellen een halvering van de graan- en maïsoogst in alle Zuid-Europese landen. Ook buiten Europa, in bijvoorbeeld de VS, Rusland en Brazilië, wordt verwacht dat de productiviteit van deze gewassen omlaag zal gaan. Noord-Europa kan dus ook nog eens enorm gaan cashen met hun landbouw, terwijl Zuid-Europa langzaam verdwijnt in de woestijn en haar export zal moeten verruilen voor import.

De economische verschillen tussen Noord- en Zuid-Europa zijn al vrij groot. Noordelijke landen als Luxemburg, Zweden, Finland, Denenmarken en Nederland staan in de top 10 rijkste EU-landen. Terwijl zuidelijke landen die hard getroffen worden door de hitte helemaal onderaan staan: Bulgarije, Hongarije, Kroatië, Griekenland en Portugal. Ook het BNP per capita van Spanje is slechts de helft van dat van Nederland.

Vluchten binnen het continent

Wie de zomervakantie heeft doorgebracht in een van die zuidelijke landen zal zich goed kunnen voorstellen dat op een gegeven moment een deel van de inwoners van deze landen besluit te vertrekken naar een koeler oord, omdat de hitte te gevaarlijk is, omdat ze hun huis zijn verloren bij een brand of overstroming, of omdat de economische situatie onhoudbaar is. Zoals het verhaal van de Spaanse herder die besloot te migreren nadat hij de helft van zijn kudde in een natuurbrand verloor. Binnen enkele decennia zullen we nog veel meer en veel vaker klimaatvluchtelingen binnen ons eigen continent verwelkomen, bovenop de klimaatvluchtelingen uit Afrika en het Midden-Oosten.

Hoewel de modellen niet allemaal hetzelfde voorspellen, is één ding vrij zeker: klimaatverandering zal de economische verschillen tussen Noord- en Zuid-Europa alleen maar vergroten.

Moeten we in dat scenario nog steeds de voedselprijzen overlaten aan de vrije markt, en zuidelijke landen zich nog dieper in de schulden laten werken? En als vrijwel alle Midden- en Zuid-Europese landen afhankelijk worden van het Noorden, wat doet dat met de politieke verhoudingen? Leidt dat tot meer solidariteit tussen lidstaten, of juist meer verdeeldheid? En hoe gaan we de toestroom van vluchtelingen onderling verdelen, als binnen de EU zelf steeds meer mensen ontheemd raken?

De komende decennia zullen de Europese samenwerking op de proef stellen.