dit moet je weten over de energiecrisis

De energieprijzen zijn sinds 2021 explosief gestegen. Dit heeft wereldwijd tot een energiecrisis geleid die we allemaal voelen. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? En hoe komen we hier samen weer uit? VPRO Tegenlicht zet vijf vragen voor je op een rij.

Chiara Lampis Temmink, 9 februari 2023

waarom bevinden we ons nu in een energiecrisis?

Voor het begin van de huidige energiecrisis moeten we teruggaan naar 1996. Toen heeft de Europese Unie ingezet op een vrije interne energiemarkt. De energieprijs wordt sindsdien bepaald door de markt: door vraag en aanbod. 

In de jaren voor de huidige crisis was energie juist goedkoop. Er was voldoende aanbod en een dalende vraag naar energie, bijvoorbeeld door een reeks aan milde winters. Toen de corona pandemie in 2020 uitbrak, kelderde de energieprijs verder. Door de lockdowns werd er in Europa in de eerste vijf maanden van 2020 zeven procent minder gas verbruikt. 

De langzame heropening van landen zorgde voor veel economische activiteit en dus een toenemende vraag naar energie. De energieproductie was door de coronapandemie echter teruggeschroefd en kwam niet snel genoeg op gang. En natuurlijk is de invoer van Russisch gas sterk afgenomen door de oorlog in Oekraïne.

Tel alles bij elkaar op, en je hebt een hoge vraag naar en een laag aanbod van energie. Daardoor is de energieprijs in heel Europa torenhoog.

 

welke maatschappelijke problemen spelen nu door de energiecrisis?

Door de energiecrisis staat energiearmoede in de aandacht: armoede door een combinatie van hoge energiekosten, een slecht geïsoleerde woning en een laag inkomen. Uit onderzoek van TNO bleek dat in 2022 ruim 600.000 huishoudens in energiearmoede leefden. 

Door de energiecrisis zijn er 90.000 energiearme huishoudens bijgekomen. Daarbij besteedden energiearme huishoudens een steeds groter deel van hun inkomen aan energie. Waar ze in 2020 nog gemiddeld negen procent van hun inkomen aan energie besteedden, was dit volgens TNO bijna dertien procent in 2022.

Niet alleen huishoudens, maar ook bedrijven lijden onder de energiecrisis. Ondernemers met kleine marges kunnen door de hoge energieprijzen diep in het rood komen. Daarnaast verzwakt de concurrentiepositie van bedrijven als zij hun prijzen ophogen terwijl concurrenten dat niet doen, omdat die bijvoorbeeld toegang hebben tot andere energiebronnen.

Omdat hoge energieprijzen zorgen voor hoge productiekosten, worden deze vervolgens doorberekend aan consumenten. Uiteindelijk zorgt de energiecrisis voor hoge inflatie. En dat voelen wij allemaal in onze portemonnee.

waar valt de meeste winst te halen?

In Nederland is de industriesector verantwoordelijk voor ruim veertig procent van het totale energieverbruik in 2021. Huishoudens waren verantwoordelijk voor veertien procent van het Nederlandse energieverbruik. 

Maar volgens gedragswetenschapper Reint Jan Renes zorgen Nederlanders met hun individuele keuzes gezamenlijk voor 75 procent van de totale CO2-uitstoot. Hun keuzes hebben namelijk invloed op alle sectoren: van landbouw en industrie, van woningbouw tot vervoer. Ook al zijn huishoudens maar voor veertien procent van het energieverbruik verantwoordelijk, kan collectieve gedragsverandering leiden tot een veel grotere reductie in de totale CO2-uitstoot.

Een goed geïsoleerde woning verbruikt bijvoorbeeld de helft van de energie die een vergelijkbare slecht geïsoleerde woning verbruikt. Als alle Nederlandse huizen verduurzaamd worden, levert dit aanzienlijke winst op, zowel op milieuvlak als voor de energierekening. Gezamenlijk kunnen huishoudens en bedrijven daarom voor grote reducties in energieverbruik zorgen.

wat hebben we nodig om de energietransitie te laten slagen?

Hoewel we weten dat we duurzamer moeten leven, blijft gedragsverandering vaak achter. Dit heet een ‘intention behavior gap’. Er zijn verschillende manieren om gedrag wel in gang te zetten. Bijvoorbeeld door een financiële prikkel, of omdat iets een groot onderwerp van gesprek wordt. 

Volgens gedragswetenschapper Reint Jan Renes hebben we de technologische kennis en financiële middelen al om de energietransitie te laten slagen. Nu moeten we onze maatschappij inrichten op een duurzame wereld. Dan volgt het collectieve gedrag ook. 

Daarnaast maakt wet- en regelgeving verduurzaming nog ingewikkelder. Denk aan het aanvragen van vergunningen voor zonnepanelen, of aan het overvolle energienet dat geen nieuwe aansluitingen aankan. Om de energietransitie te laten slagen moeten we die bureaucratie anders inrichten, aldus Renes.

welke sociale innovaties kunnen ons helpen in de energietransitie?

energiecoöperaties

Energie is onzichtbaar, en de energiemarkt is ingewikkeld en ontransparant. Daarom zijn er door heel het land initiatieven ontstaan om meer grip te krijgen op de energievoorziening. In 2021 telde Nederland 676 energiecoöperaties: initiatieven van bewoners die lokale en duurzame stroom opwekken en delen, bijvoorbeeld door te investeren in zonne- of windenergie. 

De energie die opgewekt wordt, is in handen van de leden van de energiecoöperatie. Daardoor is de energievoorziening transparanter en democratischer: alle leden mogen meebeslissen wat ermee gebeurt. Daarbij hoeft de winst van de coöperatie niet uitgekeerd te worden aan aandeelhouders. Alle opbrengsten kunnen opnieuw worden geïnvesteerd in de coöperatie, of terugvloeien naar de leden.

true pricing

Ten slotte kunnen we de échte prijzen van producten gaan doorberekenen. Tel je alle aspecten als milieuschade, sociaal welzijn en goede arbeidsvoorwaarden mee, dan hebben consumenten lang niet de ware prijs van producten betaald. Die kosten worden nu nog gedragen door het milieu en de maatschappij. Maar wat als die prijzen de echte kosten reflecteren?

Dit idee heet ‘True Pricing’: het meenemen van de sociale en milieukosten in de prijs van een product. Dit kan ons collectieve consumptiepatroon veranderen, en bijdragen aan de sociale transitie die nodig is voor een duurzame maatschappij.