In Guatemala is Stef gekomen om het over stilte te hebben. Niet zomaar een stilte, maar het verzwijgen van een genocide. Hij doet dat natuurlijk aan de hand van geluiden, zoals een blaffende hond, trappen tegen een deur, het geknisper van een bankbiljet en het geluid van een kapmes dat getrokken wordt.

over deze aflevering

Wie goed luistert naar de verhalen van de Maya’s, in Guatemala hoort in hun verhalen een stilte die al veertig jaar duurt. Deze stilte gaat over de genocide onder het bewind van generaal Efraín Ríos Montt. Ze noemen het De Stilte van Guatemala, omdat de volkerenmoord nooit erkend is. Is het moment aangebroken om die stilte te doorbreken? Stef luistert naar de schrijnende herinneringen van slachtoffers en gaat verhaal halen bij de daders.

zondag 3 juli om 20.20 uur op NPO 2

Guatemala in het kort

Bananen, koffie, specerijen, suiker: Guatemala is een land van plantages waar mensen van inheemse afkomst hard werken voor weinig geld. Zij vormen de meerderheid, maar de macht is in handen van anderen. En sommigen daarvan verhinderen nog steeds dat er erkenning komt voor slachtoffers van de genocide die veertig jaar geleden plaatsvond. De strijd tegen linkse guerrillastrijders ontaardde toen namelijk in grootschalig geweld tegen de bevolking.

vijf dingen die je moet weten over Guatemala

1. Maya’s vormen een groot deel van de bevolking

Veel Latijns-Amerikaanse landen worden tegenwoordig vooral bewoond door mensen van Europese afkomst, maar er zijn uitzonderingen. Guatemala bijvoorbeeld. Zo’n 90 procent van de mensen heeft er inheems bloed en daarvan heeft ruim de helft helemaal geen Europese voorouders. Het zijn vooral Maya’s, maar die moet je niet allemaal over één kam scheren, want dat is een verzamelnaam voor 29 volkeren met elk hun eigen taal.

De Maya’s wonen vooral in dorpen op het platteland, dat overigens helemaal niet zo plat is. Guatemala is een bergachtig land. De hoofdstad, Guatamala-stad, is het onbetwiste centrum. Daar wonen vooral mensen van Europese en gemengde afkomst, maar je kunt er ook alle Mayatalen horen.

2. de macht is al eeuwen in andere handen

Sinds zestiende eeuw, toen Spanjaarden het gebied veroverden, heeft de inheemse bevolking weinig te zeggen in Guatemala. Het land werd in 1840 een onafhankelijke republiek. Onrustige tijden met veel burgeroorlog volgden. Vanaf het begin van de twintigste eeuw werd het wat rustiger, maar niet per se beter voor de Maya’s, die werden uitgebuit op koffie- en fruitplantages. Een reeks dictators regeerde met harde hand en met steun van de Verenigde Staten. De United Fruit Company had veel invloed en kon bijvoorbeeld het leger inroepen om stakingen met veel geweld te beëindigen. Het bedrijf had ook de steun van de Amerikaanse regering.

Even leek het de goede kant op te gaan, in de jaren veertig. Guatemala werd een democratie, al hadden de militairen achter de schermen nog veel macht en ook onderlinge strijd. Daarna ging het weer bergafwaarts.

Stef: ‘Die United Fruit Company wilde goedkoop bananen produceren in Midden-Amerika, onder meer in Guatemala – daar komt ook het woord bananenrepubliek vandaan – en daarvoor hadden ze een president nodig die daaraan meewerkte. Maar in Guatemala kwam een socialist aan de macht die zei: we gaan die bananen zelf produceren en verkopen. De boeren kregen recht op hun eigen land. Dat werkte: honderdduizenden boeren kregen een beter leven en de economie ging erop vooruit. Maar de United Fruit Company vond het natuurlijk niks. Die president is in 1954 afgezet, met steun van de Verenigde Staten, en daarna is er een soort opstand ontstaan in de jungle. Guerrillastrijders verscholen zich daar. Iedereen die inheems was, was verdacht.’ Het werd een van de bloedigste burgeroorlogen van Latijns-Amerika.

3. het leger heeft veel mensen doen verdwijnen

In de jaren zestig en zeventig gingen het leger en paramilitaire groepen steeds harder en meedogenlozer optreden tegen de guerrillastrijders en iedereen die met ze sympathiseerde of daarvan verdacht werd. Mensen werden zonder pardon gemarteld en vermoord of verdwenen simpelweg van de aardbodem. Doodseskaders vernietigden honderden dorpen, en van wie niet kon vluchten werd nooit meer iets vernomen. Dat kwam tot een dieptepunt onder het bewind van Efraín Ríos Montt, in 1982 en 1983.

Hoeveel burgers daarbij zijn vermoord is nog altijd moeilijk te achterhalen, maar het waren er zeker meer dan veertigduizend in de eerste helft van de jaren tachtig. Dat zal ook Felipe Poyon zijn overkomen, die in 1981 uit zijn huis werd gesleept. Zijn vrouw Carmen weet tot op de dag van vandaag niet wat er precies is gebeurd, zegt ze tegen Stef. En daar neemt ze geen genoegen mee.

4. over dat verleden blijft het nogal stil

Guatemala is tegenwoordig geen dictatuur meer. De burgeroorlog is in 1996 met een vredesakkoord beëindigd. Er kwam een internationaal gesteunde commissie die het gewelddadige verleden onderzocht, maar daarbij mochten geen schuldigen worden aangewezen. Die commissie kwam voor de hele burgeroorlog tot een dodental van ongeveer 200.000, waarvan de overgrote meerderheid Maya’s waren. En de overgrote meerderheid van de daders werkte in opdracht van de staat.

Op straat in de hoofdstad kun je nog zwart-witte posters zien waarop de gezichten van vermoorde en vermiste mensen staan, mensen zoals Felipe Poyon. Want er zijn nabestaanden die gerechtigheid eisen. Intussen gaan schoolkinderen in Guatemala wel op excursie naar een museum over de Holocaust in Europa, maar is er geen museum over de genocide die zich veel recenter in hun eigen land heeft voltrokken.

In het forensisch instituut, waar medewerkers aan de hand van botresten reconstrueren wat er rond de veertig jaar geleden gebeurd moet zijn, spreekt Stef een jonge vrouw. Ze laat zien en legt rustig uit hoe een peuter is doorzeefd met kogels, samen met de rest van het gezin. ‘Ik moet er niet te lang bij stilstaan’, zegt ze, ‘want ik heb zelf een kind van drie jaar.’

De conclusies van dit onderzoek mogen dan duidelijk zijn, het is de onderzoekster ook duidelijk dat de overheid niet op de resultaten zit te wachten. ‘Er wordt gedaan alsof dit nooit gebeurd is.’

5. want de daders hebben nog steeds veel macht

Helemaal stil is het niet gebleven. Er is bijvoorbeeld een proces geweest tegen dictator Ríos Montt, vertelt Stef. ‘Daarbij konden inheemse leiders hun verhaal doen in de rechtszaal. Dat was toen best groot nieuws, maar ze kregen die man niet definitief veroordeeld. Hij is uiteindelijk gestorven voor het zover kwam. Het is natuurlijk zo’n corrupt systeem. De mannen die de massamoorden hebben gepleegd, zijn nog steeds heel machtig.’

Stef besloot ze op te zoeken en te confronteren met de woorden van een vrouw die als meisje had meegemaakt hoe dorpsgenoten die niets met de guerrilla’s te maken hadden, waaronder haar vader, werden ontvoerd om nooit meer terug te keren, en hoe vrouwen werden verkracht. Omdat het Maya's waren. ‘Dus er was wel degelijk sprake van genocide.’

De bestuurders van de vereniging van ex-militairen vonden dat ze allemaal een schoon geweten hadden en dat die hele genocide een verzinsel was. ‘Hoe kan zij nou zeggen dat er genocide was als ze zelf nog leeft?’

Het was bizar, en ook een beetje ongepland, om ineens in een zaaltje vol genocideplegers te filmen, zegt Stef. ‘We kwamen voor een interview met een van die mannen, de voorzitter, en die liet ons eerst heel lang wachten. Hij had er eigenlijk geen zin in. Maar we hadden een heel goede Guatemalteekse fixer, die had het goed geregeld. Die man die we zouden interviewen is te zien op allerlei archiefbeelden, dat hij in kampen in de jungle zat. Die heeft letterlijk soldaten aangestuurd bij, het was niet eens een gevecht, het was een afslachting van de inheemse bevolking.’

‘Maar goed, we hadden een interviewtje met hem, en na afloop zijn we een beetje blijven hangen terwijl hij naar z’n bestuursvergadering moest. Toen zei ik: kunnen we nog een paar shots maken van jullie? Nou vooruit dan, één shot. Een van die mannen riep: we houden niet van journalisten. Daarmee had ik een ingang om een beetje met ze te praten. En dan zit je in een grappige situatie: dan moet je doordraaien met je camera, anders word je er uitgezet.’

‘Er waren een paar mannen die opstonden, of die zaten te lachen bij die berichten die we lieten horen. Een heel nare sfeer. We hebben geloof ik een kwartier gedraaid daar, aan één stuk. We gingen weg vol adrenaline, en onze fixer, die met Barbara buiten had staan meeluisteren, vond het ook heel bizar. We voelden ons daarna en tijdje onveilig, want wie weet wie zulke mannen op je af kunnen sturen.’