In Panama groeien de gebouwen tot in de hemel. Stef legt geluiden van de bouwers vast, en van de bewoners die ervoor moeten wijken. Plus een mitrailleur uit het verleden.

over deze aflevering

Het lijkt goed te gaan met Panama. De economie floreert en dit uit zich in een verticale bouwdrift; de indrukwekkende skyline staat vol met wolkenkrabbers. Stef bezoekt de levendige volkswijken aan de onderkant van die torens van welvaart en onderzoekt wat er voor deze Panamezen aan het veranderen is. De geluiden van een drilboor en een schep, een tondeuse en een baby vertellen het verhaal van Panama, en ook een vechthaan en een mitrailleur dragen daaraan bij. Want dit verhaal gaat over de echo van die mitrailleur in het Panama van nu. Klinkt ingewikkeld, maar het zal vanzelf duidelijk worden.

kijk deze aflevering

Panama in het kort

Wie 'Panama' hoort, denkt er meteen 'kanaal' achteraan. De handgegraven verbinding tussen twee oceanen is dan ook altijd heel bepalend geweest voor dit land tussen Colombia en Costa Rica. Het Panamakanaal zorgt al meer dan een eeuw voor bemoeienis van de Verenigde Staten met Panama. En het garandeert een stabiele stroom van inkomsten, wat de economie van het land een voorsprong op buurlanden geeft. Soepele belastingregels trekken nog meer geld aan. Panama heeft maar één grote stad: Panama-Stad. En die is de laatste tijd hard de lucht in gegroeid. Niet iedereen heeft daar baat bij.

vijf dingen die je moet weten over Panama

1. zonder kanaal geen Panama

Panama, dat is Amerika op z'n smalst: plaatselijk maar een kilometer of vijftig. En toch, wie naar de andere kant wil varen, moet voor 1915 altijd een dikke tienduizend kilometer afleggen, helemaal naar de zuidelijkste punt van het continent en terug. Een kanaal zou de route drastisch verkorten. Er wordt vanaf 1881 zeven jaar gegraven onder Franse leiding, met tienduizenden malariadoden en astronomische verliezen als gevolg. Ze moeten het plan uiteindelijk opgeven. Maar de behoefte blijft. Graaf dat kanaal nou toch eindelijk, zegt de regering van de Verenigde Staten begin vorige eeuw tegen Groot-Colombia, het land waar het gebied in de negentiende eeuw bij is gaan horen. Een regeringsvertegenwoordiger gaat akkoord, maar de senaat verwerpt zijn voorstel.

In reactie op die Colombiaanse weigering steunen de Amerikanen een Panamese onafhankelijkheidsbeweging, die daardoor onmiddellijk succes heeft. Eind 1903 wordt Panama een onafhankelijk land, met één uitzondering: een 16 kilometer brede strook land aan weerszijden van het onvoltooide kanaal wordt tot Amerikaans eigendom verklaard. Met Amerikaans geld en moderne middelen begint het graven weer en in 1914 kan eindelijk het eerste schip door het kanaal. Het wordt een groot economisch succes, maar het feit dat de Amerikanen de kanaalzone in bezit hebben, leidt in de rest van de eeuw tot toenemende spanningen. De Panamese staat krijgt volgens de oorspronkelijke overeenkomst 10 miljoen dollar ineens en vervolgens 250 duizend dollar per jaar, terwijl de waarde voor de scheepvaart vele malen hoger is.

2. Panama heeft een woelige politieke traditie

Sinds zijn onafhankelijkheid is Panama een democratie, maar wel eentje waarin een kleine groep machtige zakenlieden de dienst uitmaakt en het leger regelmatig ingrijpt. Corruptie is een groot probleem. Het stukje Verenigde Staten dat dwars door het land loopt, is naast een economische motor ook een groeiende bron van frustratie voor de bevolking. In de jaren zestig komt het tot hevige rellen, in de jaren zeventig wordt het verdrag aangepast en vanaf 1999 is het kanaal helemaal van Panama. 

In de politiek gaat het er eigenlijk altijd woelig aan toe. Een voorbeeldje: Arnulfo Arias Madrid is in de jaren dertig betrokken bij een coup, wordt tussen 1940 en 1968 drie keer tot president verkozen maar ook drie keer door militair ingrijpen afgezet. Hij wint in 1984 ook de verkiezingen, maar krijgt de macht niet. Die is dan al een tijdje in handen van ene Manuel Noriega, een legerleider die al sinds de jaren vijftig vuile klusjes opknapt voor de Amerikaanse geheime diensten, en ook geld en macht vergaart via het witwassen van zwart geld en de handel in mensen en drugs.

3. het land verklaart in 1989 de oorlog aan de VS en krijgt die ook

Op 15 december 1989 verklaart Panama dat het land in oorlog is met de Verenigde Staten. En dat terwijl het regime van Manuel Noriega tot een paar jaar eerder voluit door de Amerikanen is gesteund. De verhoudingen zijn totaal verzuurd na twee jaar economische sancties. Officeel omdat de VS moeite hebben met de criminele activiteiten van Noriega en willen dat de democratie in Panama wordt hersteld, hoewel de Amerikaanse president Ronald Reagan daar bij andere landen minder zwaar aan lijkt te tillen.

Hoe dan ook, vijf dagen later lanceert Reagans opvolger George H. W. Bush operatie 'Just Cause': een grootscheepse inval in Panama om Amerikanen in Panama te beschermen, Noriega op te pakken en te zorgen dat het Panamakanaal probleemloos gebruikt kan worden. Bijna 34 jaar geleden herinneren bewoners van Panama het zich nog levendig, zie je in aflevering 2 van Tussen de Amerika's. Er zijn vele honderden of zelfs duizenden doden bij gevallen.  De geluiden van granaten en machinegeweren zijn nog lang niet vergeten.

4. in Panama is de hoofdstad dé stad

Panama-stad is voor een deel gebouwd op klei uit het kanaal waar in de 19e eeuw mee is begonnen. Daar komen huizen voor de gastarbeiders op, die er vaak maar kort van kunnen genieten voor ze aan malaria sterven. Dik een eeuw later worden die oude huizen bijna allemaal opgekocht door grote investeerders en maken plaats voor wolkenkrabbers. Inmiddels is het een stad met meer dan een miljoen inwoners, of twee als je alle voorsteden meerekent. Hier gebeurt het. Hier is de grond duur, zodat hoogbouw loont. Hier zijn de belastingregels aantrekkelijk, zodat geld vanuit de wereld deze kant op stroomt. Vaak is dat geld van dubieuze oorsprong, google maar eens op 'Panama papers'.

En in de rest van Panama? Daar gebeurt het niet. Geen enkele andere stad heeft meer dan honderdduizend inwoners.

5. het geld is extreem ongelijk verdeeld

In Panama komt er elke maand bijna twee keer zo veel geld binnen bij de rijkste 1 procent inwoners als bij de armste helft van de bevolking. Stef Biemans: 'De economie van Panama gaat hard,  maar daarvan profiteert maar een klein deel van de bevolking. Je ziet bijna nergens op de wereld grotere ongelijkheid, qua inkomens.' Voor bewoners van oude stadswijken betekent het dat ze een woning in zo'n glanzend nieuw gebouw wel kunnen vergeten. Waar ze dan wel moeten wonen als hun oude huis tegen de vlakte gaat? Goede vraag. In Tussen de Amerika's zie je gezinnen die een oude school gekraakt hebben, maar dat is hooguit een tijdelijke oplossing. 

In Nederland is de kloof tussen arm en rijk groot, in Panama nog wat groter. Ook mentaal, dat zie je bijvoorbeeld wanneer Stef een rijke vrouw de kans geeft een vraag aan haar arme landgenoten te stellen. 'Waarom wil je niet uit de armoede ontsnappen of waarom lukt dat niet?' Ze vindt het eigenlijk niet nodig het antwoord af te wachten.