Ik groeide op met de opera’s van Frank Groothof. Hij nam een serie grote opera’s onder zijn creatieve vergrootglas en hertaalde en bewerkte ze naar een Nederlandstalige versie die voor jong en oud te begrijpen was. En dat alles met een goede dosis humor en zelfspot. Ik was verkocht. Zijn bewerking van de Russische opera Boris Godoenov was een extra grote hit bij ons thuis, want mijn oudste broertje heet Boris.
Accepteer de 'social' cookies om deze 'spotify'-content te bekijken.
Een moment geduld, de content wordt geladen.
En toch waren het niet alleen de herkenning van de naam en ook niet het begrijpelijk gemaakte verhaal alleen die Boris Godoenov tot mijn favoriete opera maakten: het was vooral de muziek van Modest Moessorskgy, met die kale melodielijnen en schitterende invloeden van volksmuziek.
Deze opera stond al jaren zeer hoog op mijn verlanglijstje met stukken die ik dolgraag live wilde horen en ik kon dan ook mijn geluk niet op toen ik hoorde dat De Nationale Opera & Ballet dit stuk op de planken zou brengen dit jaar.
Ik trotseerde een treinstaking, een flinke file én de parkeerkosten van de Amsterdamse binnenstad en woonde vorige week de premiere van deze productie bij. Ik kwam oren en ogen te kort. Hoe ik nu luister is anders dan hoe ik als kind luisterde, maar de directe ontroering die de muziek oproept, is onveranderd.
De manier waarom regisseur Kirill Serebrennikov de huidige positie van Rusland aan de kaak stelt in deze productie, raakte me extra. Hij kiest ervoor om kunst te maken die ertoe leidt dat hij zijn geboorteland niet meer kan betreden. ‘Ik ben met mijn kunst daar waar het nodig is’, zei hij in een interview.
Het mooist vond ik de rol van de dwaas; acteur Odin Lund Biron bleek ook prachtig te kunnen zingen. Je ziet hem gedurende het verloop van de opera zijn idealen naleven en langzaam volledig doordraaien in de allermooiste volksliedjes.