Hulpverlener Yordi Lassooy belde de afgelopen weken tientallen scholen door het hele land op. Van Haarlem en Harderwijk tot Leeuwarden. Haar missie: zoveel mogelijk kwetsbare kinderen minimaal één dag in de week naar school te krijgen. Ze deed dat voor de Eritrese statushoudergezinnen die ze begeleidt, verspreid over Nederland: ‘Want thuisonderwijs bij deze groep gaat gewoon echt niet.’
Capaciteitsproblemen, veel ruimte voor interpretatie van protocollen en een gebrek aan controle op de naleving, zorgden bij de afgelopen scholensluiting dat niet alle kwetsbare kinderen fysiek onderwijs konden volgen. Uit de verhalen van hulpverleners komt een beeld naar voren van scholen die de afweging of een kind kwetsbaar is, mede bepaalden op hoeveel ruimte er nog over was in de noodopvang en klaslokalen. Het resultaat? Lassooy: ‘Ik vrees een grote achterstand, bij een groep die sowieso al kwetsbaar is.’
Na Syriërs vormen Eritreeërs de grootste groep statushouders in Nederland. In de afgelopen drie jaar kwamen relatief veel Eritrese vrouwen met jonge kinderen naar Nederland, om herenigd te worden met hun partner.
Sommige kinderen zijn hier pas net wanneer de scholen hun deuren sluiten en thuisonderwijs de norm wordt. Al tijdens de eerste lockdown zien leraren en hulpverleners hoe kinderen uit kwetsbare gezinnen van de radar dreigen te verdwijnen. Ze komen niet opdagen bij online lessen of lopen hopeloos achter door gebrek aan adequate begeleiding. Om nog ernstiger leerachterstanden te voorkomen maakte het kabinet daarom afgelopen december, toen de scholen opnieuw langdurig op slot gingen, een extra uitzondering: Niet alleen kinderen van ouders in cruciale beroepen, maar ook kwetsbare leerlingen voor wie thuisonderwijs niet geschikt is kunnen gewoon naar school komen.